IEPT20071220, Rb Amsterdam, Besseling v Brinkman

07-01-2008 Print this page
IEPT20071220, Rb Amsterdam, Besseling v Brinkman

SLAAFSE NABOOTSING
Vorm niet volledig technisch bepaald

Omgekeerde V-plaatsing borstels technisch en func-tioneel bepaald, maar niet aannemelijk voor omgekeerde V-vorm buizenconstructie waaraan borstels zijn opgehangen
Ten aanzien van de vorm van de kasdekreiniger wordt enerzijds overwogen dat, gelet op de vorm van de kasdaken, voorshands voldoende aannemelijk is dat de omgekeerde V-plaatsing van de borstels technisch en functioneel is bepaald, maar anderzijds dat Brinkman c.s. niet heeft onderbouwd waarom dat, zoals zij stelt, ook geldt voor de omgekeerde V-vorm van de buizenconstructie waaraan de borstels zijn opgehangen. Dat op dit punt geen andere weg door Brinkman c.s. had kunnen worden ingeslagen is voorshands dan ook niet aangetoond dan wel anderszins aannemelijk gemaakt. De enkele stelling is daarvoor onvoldoende, te meer nu uit de overgelegde gedingstukken, zoals de door Brinkman c.s. genoemde Ammerlaan, blijkt dat ook andere ophangconstructie in de desbetreffende markt voorhanden zijn.


Verwarringwekkende gelijkenis
Aannemelijk dat sprake is van nabootsing van de kasdekreiniger van Besseling, te meer nu niet betwist is dat bij toeleveranciers verzocht is om soortgelijke onderdelen te leveren

Verder wordt ten aanzien van de door Brinkman c.s. opgesomde verschillen tussen haar kasdekreiniger en die van Besseling overwogen, dat Besseling ter zitting heeft bestreden dat de wielen op haar kasdekreiniger een andere maat hebben, dat de borstels niet in hoogte verstelbaar zouden zijn of dat er sprake is van een andere aandrijving van de borstels. Of er op dit punt een verschil is met de kasdekreiniger van Besseling vergt een nader onderzoek naar de feiten, waarvoor dit kort geding zich niet leent. Ten aanzien van de niet betwiste verschillen wordt overwogen dat die verschillen in de totaalindruk geen rol spelen. Zo ontbreken bij de kasdekreiniger van Brinkman c.s. weliswaar tussenverbindingen, maar door de open frame constructie van beide kasdekreinigers geeft dit voorshands in de totaalindruk van de kasdekreiniger onvoldoende onderscheid ten aanzien van de kasdekreiniger van Besseling om verwarring te voorkomen. Gelet op het voorgaande is voorshands voldoende aannemelijk dat de kasdekreiniger van Brinkman c.s. een nabootsing is van de kasdekreiniger van Besseling. Te meer nu Brinkman c.s. niet heeft betwist dat zij bij toeleveranciers van Besseling heeft verzocht om soortgelijke onderdelen te leveren als die Besseling voor haar kasdekreiniger gebruikt. Daarnaast heeft Brinkman c.s. onvoldoende onderbouwd waarom zij op de elementen die de totaalindruk bepalen, zoals de frameconstructie waaraan de borstels zijn opgehangen geen andere weg heeft ingeslagen. Dat met het nalaten daarvan door Brinkman c.s. verwarring wordt gesticht bij het relevante publiek is voorshands voldoende aannemelijk, te meer nu Brinkman c.s. ter zitting heeft erkend dat zij bij de promotie van haar eigen kasdekreiniger foto's heeft gebruikt van de kasdekreiniger van Besseling.

 

IEPT20071220, Rb Amsterdam, Besseling v Brinkman