IEPT20080122, Hof Den Bosch, Postwanorder v Otto

03-02-2008 Print this page
IEPT20080122, Hof Den Bosch, Postwanorder v Otto

RECLAMERECHT - OVEREENKOMST

 

FOUTIEVE PRIJS € 99,90 VOOR LCD-TV: Geen geldig aanbod – geen overeenstemming wil en verklaring - art. 3:33 BW
Otto heeft genoegzaam aangetoond dat door een fout in haar computersysteem de bij de wandsteun behorende prijs abusievelijk als koopprijs bij de lcd televisie is vermeld, zodat beroep van Otto op het ontbreken van een met haar verklaring overeenstemmende wil gehonoreerd zal worden.

Anders dan de Stichting betoogt, heeft Otto naar het voorlopig oordeel van het hof voldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een vergissing (oneigenlijke dwaling). Otto heeft in dat verband genoegzaam aangetoond dat door een fout in haar computersysteem de bij de wandsteun behorende prijs abusievelijk als koopprijs bij de lcd televisie is vermeld. Nog daargelaten dat in een kort gedingprocedure de normale regels van stelplicht en bewijslast niet gelden, ook in een bodemprocedure worden aan het bewijs van een innerlijke toestand niet al te hoge eisen gesteld. Dit betekent dat hoogst waarschijnlijk ook in een bodemprocedure het beroep van Otto op het ontbreken van een met haar verklaring overeenstemmende wil gehonoreerd zal worden. Bij de verdere beoordeling wordt er derhalve vanuit gegaan dat het aanbod van Otto om de lcd televisie te koop aan te bieden voor € 99,90 dan wel € 99,00 niet in overeenstemming is met de wil van Otto.  De wetgever verbindt aan een verklaring die niet in overeenstemming met de wil is afgelegd niet de sanctie van nietigheid of vernietigbaarheid. Ontbeert een verklaring een wil, dan is op grond van artikel 3:33 BW geen sprake van een geldige rechtshandeling, in casu is er dus geen geldig aanbod. Dit betekent dat, anders dan de Stichting betoogt, de artikelen 3:58 en 3:55 BW niet van toepassing zijn.
Opdrachtbevestiging geen bevestiging Otto's wil maar enkel bevestiging ontvangst bestelling door consument
Op grond van het voorgaande is er in ieder geval geen koopovereenkomst tot stand gekomen op grond van artikel 3:33 BW omdat aannemelijk is dat de verklaring van Otto niet in overeenstemming is met haar wil.

 

Geen gerechtvaardigd vertrouwen – art. 3:35 BW
Zo het de consument al niet meteen duidelijk behoort te zijn dat hier een vergissing in het spel is, dan is het verschil in prijs zo aanzienlijk dat er in ieder geval reden is voor twijfel
Echter, ondanks het ontbreken van een met de verklaring overeenstemmende wil, is Otto toch aan deze verklaring - die op grond van artikel 3:37 lid 4 BW aan haar wordt toegerekend - gebonden ingeval van gerechtvaardigd vertrouwen aan de kant van de consumenten (artikel 3:35 BW). De vraag is dan ook of de consumenten op het moment dat zij dit aanbod hebben aanvaard – dus op het moment dat zij via internet de bestelling deden – onder de gegeven omstandigheden er redelijkerwijze vanuit mochten gaan dat dit aanbod juist was. Luidt het antwoord bevestigend, dan is er op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen een overeenkomst tot stand gekomen (artikel 3:35 BW). Bij de beantwoording van deze vraag moet uitgegaan worden van een gemiddelde consument, dat wil zeggen een gemiddeld geïnformeerde consument. Van een consument, die van plan is een lcd televisie te kopen, mag namelijk verwacht worden dat deze zich tevoren globaal heeft georiënteerd op de prijzen van lcd televisies. Wanneer deze consument vervolgens op de website van Otto te koop ziet aangeboden: a) een HD ready breedbeeld lcd televisie b) van het A-merk Philips c) met een beelddiameter van 80 cm d) voor een prijs van € 99,90 dan wel € 99,00, e) met in rode hoofdletters de vermelding ‘NIEUW’,  f) terwijl niet blijkt dat het om een stuntaanbieding, een prijsknaller of een anderszins ‘bijzonder’ aanbod gaat, dan moet deze consument begrijpen dat sprake is van een vergissing. Een gemiddeld geïnformeerd consument weet immers, althans behoort te weten, dat de prijzen van vergelijkbare lcd televisies variëren van circa € 700,00 tot  ongeveer € 1.300,00. Zo het de consument al niet meteen duidelijk behoort te zijn dat hier een vergissing in het spel is, dan is het verschil in prijs zo aanzienlijk dat er in ieder geval reden is voor twijfel. Ingeval van twijfel omtrent de juistheid van de prijs dient de consument dienaangaande nader onderzoek te verrichten (artikel 3:11 BW). Niet in te zien valt dat dit, zoals de Stichting betoogt, leidt tot wanorde op het internet. Immers, in zijn algemeenheid mag af gegaan worden op de door de dienstverlener vermelde prijzen, alleen ingeval van twijfel is er aanleiding voor nader onderzoek. Een dergelijk onderzoek is ook niet bezwaarlijk. Integendeel. (...). Op grond van het bovenstaande is de voorlopige conclusie van het hof dat de aanvaarding van het aanbod bij gebreke van een met de verklaring overeenstemmende wil en bij gebreke van gerechtvaardigd vertrouwen aan de kant van de consumenten niet leidt tot gebondenheid van Otto.

 

IEPT20080122, Hof Den Bosch, Postwanorder v Otto