IEPT20080124, Rb Amsterdam, RTL Boulevard

25-01-2008 Print this page
IEPT20080124, Rb Amsterdam, RTL Boulevard

PUBLICATIE

 

“Onder de tram” satirisch van aard
Opmerking satirisch van aard en als zodanig door publiek begrepen, zodat deze niet zodanig kwetsend of grievend is dat eiser daardoor in zijn goede naam of eer is aangetast
Ter beantwoording van de vraag of de opmerking ‘Weet je hoe dat programma vroeger heette? Onder de tram. Ik wou dat het nog zo heette als ik aan hem denk’ als onrechtmatig moet worden gekwalificeerd is met name van belang dat ‘RTL Boulevard’, aldus onbetwist door [gedaagden] is gesteld, een programma is waar gepeperde opmerkingen tot de huisstijl behoren en de rol van [gedaagde] zich laat omschrijven als ‘pias’. Hoewel toonzetting en ongelukkige woordkeus een uiting excessief kunnen doen zijn, moet binnen de uitingsvrijheid, zeker binnen een programma als ‘RTL Boulevard’ en de plaats die [gedaagde] daarin inneemt, ruimte worden gelaten voor enige overdrijving en provocatie. De hier bedoelde uitlating van [gedaagde] op 4 december is in die context kennelijk satirisch van aard en die zal door het publiek ook als zodanig zijn begrepen. Onder deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat deze opmerking zodanig kwetsend en of grievend is dat [eiser] daardoor in zijn eer en goede naam is aangetast. Voorshands moet dan ook worden aangenomen dat deze uiting niet onrechtmatig is jegens [eiser].

 

Uitlating “Oplichting” onrechtmatig
De uitlating ‘Oplichting’ en ‘dingen achterover drukken’ kan daarentegen voorshands wel als onrechtmatig worden aangemerkt.
Het verweer van [gedaagden] dat het [gedaagde] vrijstond om [eiser] in verband te brengen met (beschuldigingen van) oplichting en het achterover drukken van dingen, nu dit zou blijken uit verschillende openbare bronnen, wordt verworpen. Wanneer gegevens worden gepresenteerd als feit, en als daarbij een zekere mate van autoriteit wordt gesuggereerd is een aanzienlijk grotere mate van zorgvuldigheid vereist dan wanneer het slechts gaat om waardeoordelen. Bij de vertoning van de uitzendingen van 4 en 5 december 2007 van ‘RTL Boulevard’, is, doordat de presentatrice, [gedaagde] en een commentator tegelijkertijd aan het woord zijn, gebleken dat voor het publiek niet goed verstaanbaar is dat [gedaagde] zoals hij tot zijn verdediging aanvoert, de woorden ‘oplichting’ en ‘dingen achterover drukken’ uitsluitend heeft gebruikt om aan te geven waarvan [eiser] wel wordt beschuldigd. Daarbij heeft hij nagelaten deze beschuldigingen nader te specificeren en heeft hij zich daarvan niet gedistantieerd. Voor het publiek van ‘RTL Boulevard’ lijkt het dan ook alsof het hier vaststaande feiten betreft, terwijl [gedaagden] wisten, althans hadden moeten weten dat een aantal oude beschuldigingen weerlegbaar zijn. Ook van nieuwe feiten is niets gebleken. Weliswaar is [eiser] aan te merken als een persoon die een zekere bekendheid geniet wat met zich meebrengt dat hij zich wat meer dient te laten welgevallen dan de gemiddelde Nederlander, maar dit betekent niet dat hij keer op keer geconfronteerd behoeft te worden met oude beschuldigingen zeker niet als die worden gepresenteerd als feiten. Voorshands zijn deze uitlatingen dan ook aan te merken als lichtvaardige verdachtmakingen waartegen [eiser] beschermd dient te worden. Aldus bestaat er voldoende grond de vrijheid van meningsuiting van [gedaagden] te beperken.

 

PROCESRECHT

 

Rectificatie
In dit geval is rectificatie echter geen adequaat middel voor het te bereiken doel, nu een rectificatie van die onderdelen nog eens extra de aandacht op de gewraakte uitlatingen zou vestigen, wat niet doelmatig is.

 

Geldvordering
Aangezien voorshands voldoende aannemelijk is dat de rechter in een bodemprocedure een bedrag aan immateriële schadevergoeding zal toewijzen en [eiser] spoedeisend belang heeft bij een prompte genoegdoening vindt de voorzieningenrechter aanleiding om een voorschot op immateriële schadevergoeding van naar redelijkheid € 1.500,00 aan [eiser] toe te kennen.

 

IEPT20080124, Rb Amsterdam, RTL Boulevard