IEPT20080212, Hof Den Bosch, Europochette

24-02-2008 Print this page
IEPT20080212, Hof Den Bosch, Europochette

MODELRECHT

Nieuwe vorm bestekhouder
Europochette wijkt op meer dan slechts onbelangrijke details af van de modellen die volgens Driessen al eerder bestonden:
ten aanzien van de chopstickzakjes geldt dat deze - ge-zien de maatvoering - slechts bestemd zijn voor het presenteren van (oosterse) eetstokjes en deze gezien de maatvoering geen bestek (vork, lepel, mes) kunnen bevatten, en al evenmin een servet;
ten aanzien van de Chinese cadeauenveloppen en de bestekhoezen van Leone, Decor en private-Iabel.nl geldt dat zij het slaapzakmodel ontberen en dat zij ofwel contact toestaan tussen het bestek en de tafel ofwel dat het bestek geheel in de bestekhoezen verdwijnt;
de bestekhouder van Juffrouw Tok kent naast een andere maatvoering een afgeschuind voorblad, waardoor de aanblik beduidend anders is dan de Europochette;
de bestekhouder voor de Auberge Des Aulnes: hier is de sluitklep afgesneden, terwijl dat bij de Europochette niet is gebeurd. Ook deze bestekhouder ontbeert derhalve het slaapzakmodel. (...).

 

Niet uitsluitend technisch bepaald
Reeds uit het enkele feit dat er andere bestekhouders, op de markt zijn die voor hetzelfde gebruik geschikt zijn, doch een andere vorm hebben, volgt dat de vormgeving van de bestekhouder van Europochette niet noodzakelijk is voor het bereiken van het technische effect
Driessen heeft zich ten slotte op het standpunt gesteld dat de uiterlijke kenmerken van de Europochette uitsluitend door de technische functie worden bepaald. Ook dat standpunt verwerpt het hof. Reeds uit het enkele feit dat - zoals uit de producties van Driessen blijkt er andere bestekhouders, dan die waarvoor Europochette haar modelrecht verkreeg, op de markt zijn die voor hetzelfde gebruik geschikt zijn, doch een andere vorm hebben, volgt dat de vormgeving van de bestekhouder van Europochette niet noodzakelijk is voor het bereiken van het technische effect (het op gemakkelijke, snelle en smaakvolle wijze presenteren van bestek, al dan niet tezamen met een servet). Blijkens die producties zijn vele variaties en mogelijkheden denkbaar, zoals een ander maatvoering, andere lengte/breedteverhouding, gesloten modellen (waarin het bestek geheel verdwijnt) of juist geopende (waarbij het bestek uitsteekt), de wijze waarop het voor- of onderblad zijn afgesneden en het al dan niet omvouwbaar maken van het onderblad. Het valt dan ook niet in te zien dat het slaapzakmodel met een recht afgesneden voorblad, waarop Europochette het modelrecht houdt, noodzakelijk is voor het verkrijgen van bovenomschreven technisch effect en dat het model op die grond geen bescherming zou genieten.

 

Inbreuk
Model van Driessen wekt geen andere algemene indruk bij horecaondernemer
Door de grote mate van overeenstemming tussen de Europochette en de bestekhouder van Driessen (vgl. r.o. 4.10), bezien in het licht van de voldoende ruimte die een ontwerper van een bestekhouder heeft bij de ontwikkeling daarvan (vgl. r.o. 4.7) is naar het oordeel van het hof de conclusie gerechtvaardigd dat de bestekhouder van Driessen bij een horecaondernemer geen andere algemene indruk zal wekken dan de Europochette. Het hof concludeert dan ook dat Driessen met haar bestekhouder inbreuk maakt op de Europochette


PROCESRECHT

Bevoegdheid Gemeenschapsmodellen
Voor voorlopige voorzieningen niet alleen rechtbank Den Haag bevoegd

Weliswaar wijst artikel 81 van de Gemeenschapsmodellenverordening (GModVo) jo artikel 3 van de Uitvoeringswet EGVerordening betreffende gemeenschapsmodellen bij uitsluiting de rechtbank 's-Gravenhage aan, maar daarop bestaat in artikel 90 lid 1 GModVo een uitzondering voor voorlopige maatregelen zoals een kort geding (afgezien van maatregelen als bedoeld in lid 3, die hier niet aan de orde zijn). Deze bepaling luidt: "aan de rechterlijke instanties van een lidstaat, met inbegrip van de rechtbanken voor het gemeenschapsmodel (onderstreping hof) kunnen voor een gemeenschapsmodel dezelfde voorlopige maatregelen worden gevraagd als het recht van die staat kent voor nationale modellen". Onder nationale modellen zijn voor Nederland te verstaan modellen die onder de - vervallen Eenvormige (Benelux)Wet inzake Tekeningen of Modellen (BTMW) en het huidige Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom (BVIE) zijn gedeponeerd. Reeds uit de onderstreepte tekst volgt dat de voorzieningenrechter in de rechtbank 's-Gravenhage niet bij uitsluiting bevoegd is van vorderingen in kort geding kennis te nemen. Anders dan Driessen betoogt, heeft artikel 81 GModVo geen voorrang op het bepaalde in artikel 90 GmodVo. Overigens was de voorzieningenrechter eveneens bevoegd inzake de door Europochette gestelde inbreuk op het internationale model. Artikel 4.6 lid 1 BVIE wijst immers als hoofdregel voor relatieve competentie de rechtbank van de woonplaats van de gedaagde aan (in casu de rechtbank Roermond). Nu de rechtbank Roermond is gelegen in het ressort 's-Hertogenbosch is in hoger beroep dit hof bevoegd.

 

IEPT20080212, Hof Den Bosch, Europochette