IEPT20080221, Hof Den Haag, Cederroth v Bureau

01-03-2008 Print this page
IEPT20080221, Hof Den Haag, Cederroth v Bureau

MERKENRECHT

 

Vorm noodzakelijk voor technische uitkomst
Deze wezenlijke kenmerken van het door Cederroth gedeponeerde teken zijn naar het oordeel van het hof uitsluitend tot stand gekomen op grond van technische overwegingen
Het onderhavige teken betreft een navulverpakking voor een pleisterdispenser. De navulverpakking bestaat uit een (kartonnen) mapje met meerdere compartimenten, waarin pleisters zitten. Doordat de voorkant naar voren hangt en de voorkant lager is dan de achterzijde, zijn de pleisters (in verschillende maten) duidelijk zichtbaar en kunnen deze gemakkelijk worden gebruikt. De geometrische basisvormen van het mapje, zijnde recht- en driehoeken, vormen bij elkaar een waaier. Deze wezenlijke kenmerken van het door Cederroth gedeponeerde teken zijn naar het oordeel van het hof uitsluitend tot stand gekomen op grond van technische overwegingen. De vorm van de navulverpakking is zodanig ontworpen dat een pleister vlug en gebruiksvriendelijk uitgenomen en aangebracht kan worden. Niet is gebleken dat (één van de) wezenlijke kenmerken niet is bepaald door het gebruiksdoel. Voorts overweegt het hof dat slechts de navulverpakking is gedeponeerd, die een onderdeel vormt van de combinatie met de dispenser. Het zou in strijd zijn met het algemeen belang om onderdelen van dergelijke tekens op grond van een inschrijving als merk aan één onderneming voor te behouden. Het voorgaande brengt het hof tot de conclusie dat het gedeponeerde teken uitsluitend bestaat uit de vorm van de waar die noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen.

 

Geen onderscheidend vermogen
geen sprake van een significante afwijking ten aanzien van de bestaande “veelheidsnorm” voor navulverpakkingen van pleisters

Met inachtneming van het vorenoverwogende is het hof van oordeel dat het door Cederroth gedeponeerde teken niet over onderscheidend vermogen beschikt. Er is geen sprake van een significante afwijking ten aanzien van de bestaande “veelheidsnorm” voor navulverpakkingen van pleisters. Er bestaan immers verschillende vormen van navullingen voor pleisters, zoals langwerpige vormen, doosjes, zakjes, rolletjes, ronde vormen, rechthoeken en driehoeken. De waaiervorm van de gedeponeerde navulverpakking van Cederroth kan aan deze veelheid van vormen worden toegevoegd. Het in aanmerking komende publiek zal de herkomst van het teken niet uit de vorm kunnen afleiden. De door Cederroth gedeponeerde vorm beschikt naar het oordeel van het hof ook niet over enig ander onderscheidend kenmerk, waarmee de waar waarvoor het is ingeschreven, zich kan onderscheiden van soortgelijke waren. De gedeponeerde vorm mist dan ook ieder onderscheidend vermogen voor de waren waarvoor zij is gedeponeerd.

 

IEPT20080221, Hof Den Haag, Cederroth v Bureau