IEPT20080226, HvJEG, Parmesan

07-03-2008 Print this page
IEPT20080226, HvJEG, Parmesan

BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMING

 

“Parmesan” is gebruik van Beschermde Oorsprongs-Benaming "Parmigiano Reggiano”
Het gebruik van de benaming "parmesan” moet dan ook in de zin van artikel 13, lid 1, sub b, van verordening nr. 2081/92 worden gekwalificeerd als voorstelling van de BOB "Parmigiano Reggiano”.

 

Parmesan is geen soortnaam
Hieruit volgt dat, nu de Bondsrepubliek Duitsland niet heeft aangetoond dat de benaming “parmesan” een soortnaam is, het gebruik van het woord "parmesan” voor kaas die niet in overeenstemming is met het productdossier van de BOB "Parmigiano Reggiano” in casu aldus moet worden beschouwd dat het afbreuk doet aan de uit artikel 13, lid 1, sub b, van verordening nr. 2081/92 voortvloeiende bescherming.

 

Geen bewijs dat Bondsrepubliek verplichtingen niet is nagekomen
de Commissie heeft niet bewezen dat de Bondsrepubliek Duitsland, door formeel te weigeren op te treden tegen het gebruik op haar grondgebied van de benaming "parmesan” op het etiket van producten die niet voldoen aan de eisen van het productdossier van de BOB "Parmigiano Reggiano”, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 13, lid 1, sub b, van verordening nr. 2081/92
.
Met de verlening van bovengenoemde burgerlijke rechten heeft de Bondsrepubliek Duitsland alle nodige maatregelen genomen om een volledige toepassing van artikel 13, lid 1, van verordening nr. 2081/92 te verzekeren. Het is niet nodig dat de overheid ambtshalve administratieve sancties neemt tegen inbreuken op deze bepaling, en de artikelen 10 en 13 van de verordening schrijven dit ook niet voor. (...) Niet in geschil is dat de Duitse rechtsorde beschikt over juridische instrumenten, zoals de in punt 63 van dit arrest genoemde wetgeving, die een doeltreffende bescherming beogen te garanderen van de rechten die particulieren ontlenen aan verordening nr. 2081/92. Evenmin wordt betwist dat de mogelijkheid om een vordering in te stellen tegen gedragingen die de aan een BOB verbonden rechten kunnen aantasten, niet is voorbehouden aan de legitieme gebruiker van die benaming. Deze mogelijkheid staat open voor concurrenten, ondernemersverenigingen en consumentenorganisaties.     Een dergelijke wettelijke regeling is dan ook geschikt om de bescherming te garanderen van andere belangen dan die van de producenten van waren met een BOB, met name de belangen van de consument. (...). Betreffende het middel van de Commissie dat de lidstaten verplicht zijn om ambtshalve de nodige maatregelen te nemen ter bestraffing van inbreuken op artikel 13, lid 1, van deze verordening, moet het volgende worden overwogen. (...). Inderdaad bepaalt artikel 10, lid 1, van verordening nr. 2081/92, om de effectiviteit van de bepalingen van deze verordening te verzekeren, dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van de verordening de controlestructuren in het leven zijn geroepen. Zij zijn dus verplicht, dergelijke structuren in het leven te roepen.

De controlestructuren waarop de verplichting rust om de naleving van het productdossier te garanderen, zijn derhalve de structuren van de lidstaat waaruit de desbetreffende BOB afkomstig is. De controle op de naleving van het productdossier bij het gebruik van de BOB "Parmigiano Reggiano” is dus niet aan de Duitse controleinstanties.

 

IEPT20080226, HvJEG, Parmesan