IEPT20080310, Rb Den Haag, MTV v Vadobag

11-03-2008 Print this page
IEPT20080310, Rb Den Haag, MTV v Vadobag

AUTEURSRECHT

 

MTV rechthebbende
MTV aldus op grond van art. 45d Auteurswet aan te merken als producent en als zodanig krachtens wettelijke fictieve overdracht als auteursrechthebbende
Vadobag bestrijdt dat MTV auteursrechthebbende is met betrekking tot de characters Spongebob, Dora en Diego, zoals MTV stelt. Dat wordt verworpen. De betreffende tekenfilmseries worden volgens de in zoverre niet inhoudelijk bestreden stellingen van MTV door MTV al jarenlang wereldwijd vertoont en MTV wordt bij de op- en aftiteling van de tekenfilmseries als rechthebbende vermeld. Naar voorlopig oordeel is MTV aldus op grond van art. 45d Auteurswet aan te merken als producent en als zodanig krachtens wettelijke fictieve overdracht als auteursrechthebbende. Het door MTV gedane beroep op art. 4 lid 1 Auteurswet kan in dat licht blijven rusten. De blote betwisting van de auteursrechtpositie van MTV die Vadobag daar tegenover plaatst, volstaat niet.


MERCHANDISE-OVEREENKOMST

Overeenkomst door NY recht beheerst en conform dat recht beëindigd.
De door het recht van de staat New York beheerste merchandiseovereenkomsten die niet voorzagen in een (stilzwijgende) mogelijkheid tot verlenging zijn van rechtswege beëindigd.
Gedoogverhouding door Nederlands recht beheerst en conform dat recht beeindigd
Met betrekking tot de door Nederlands recht beheerste "gedoogverhouding" met betrekking tot de Diego-charactermerchandising op basis van de deal memo naar voorlopig oordeel is naar Nederlands recht, waar een consensueel contractenrecht geldt, sprake van een overeenkomst is dit voorshands niet anders. Deze overeenkomst, die evenmin voorziet in een (stilzwijgende) verleningingsmogelijkheid expireert op 31 maart 2008 en eenzijdige verlenging is in beginsel niet mogelijk naar Nederlands recht, behoudens bijzondere omstandigheden, waarvan in het bestek van dit kort geding niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat die zich hier voordoen

 

PROCESRECHT

Reconventie geen spoedeisend belang en in feite verkapte verklaring voor recht; leent zich niet voor kort geding
In feite vordert Vadobag een verkapte verklaring voor recht in kort geding dat zij vanwege de door haar gestelde wanprestatie van MTV in de vorm van het stellen van de gewraakte taaleis en de door haar gestelde maar evenzeer betwiste vertragingstactiek van MTV bij de uitvoering van de overeenkomsten, met name voor wat betreft de vereiste goedkeuring van op de markt te brengen merchandiseproducten, gerechtigd is aanspraak te maken op eenzijdige verlenging van een jaar van de betreffende overeenkomsten. Zij stelt immers dat zij door deze wanprestatie schade heeft geleden die (alleen) passend geredresseerd kan worden anders dan in de vorm van geld en wel door bedoelde verlenging en zij vordert op die grond in reconventie een bevel tot voortzetting van de merchandiseovereenkomsten telkens tot een jaar na expiratie. Dat gaat veel te ver, alleen al omdat dit vanwege de aangevoerde grondslag in feite een (integrale) schadevergoeding in kort geding behelst. Spoedeisend belang daarbij is onvoldoende steekhoudend gesteld en door MTV terecht betwist. Bovendien is op grond van hetgeen thans is aangevoerd niet uit te maken of een schadevergoeding anders dan in geld wel passend is. Materieel is dit een kwestie die in een bodemprocedure thuishoort. Daar behoort niet in kort geding dit door Vadobag beoogde voorschot op genomen te worden te meer daar de bodemprocedure voor wat de merchandiseovereenkomsten met betrekking tot Spongebob en Dora betreft conform de door partijen gemaakte forumkeuze gevoerd dient te worden voor de gerechten van de staat New York.

 

Grensoverschrijdend bevel
Grensoverschrijdend bevel tot staking inbreuk auteurs- en merkenrecht voor Europese Unie

Het vorenoverwogene leidt ertoe dat de merk- en auteursrechtinbreukverboden als in conventie gevorderd kunnen worden toegewezen als in het dictum verwoord, versterkt met een dwangsom als aldaar verwoord. Tegen het grensoverschrijdend karakter van de merkenrechtelijke en met name auteursrechtelijke vorderingen is als zodanig onvoldoende specifiek verweer gevoerd. Nu op grond van de eigen stellingen van Vadobag aannemelijk is dat zij merchandisingproducten met de characters verhandelt elders in Europa, bestaat naast het in beginsel pan-Europese Gemeenschapsmerkinbreukverbod en Beneluxwijd Beneluxmerkinbreukverbod voldoende grond voor een grensoverschrijdend auteursrechtinbreukverbod (vgl. HR 24 november 1989, NJ 1992/404 (Lincoln/Interlas). Voorshands is voldoende aannemelijk te achten dat MTV ook naar het recht van de andere landen van de Europese Unie als auteursrechtexploitatiegerechtigde kan worden beschouwd, gelet op artt. 2 sub d, 3 lid 2 sub c jo. 4 van Ri 2001/29/EG (Auteursrechtrichtlijn), waarvan de implementatietermijn verstreek op 22 december 2002. Dat verbod zal worden beperkt tot de landen van de Europese Unie, nu MTV geen verderstrekkend verbod heeft beoogd.

 

IEPT20080310, Rb Den Haag, MTV v Vadobag