PROCESRECHT
Litispendentie
Onduidelijk of in Franse procedure dezelfde onderwerpen voor dezelfde landen in geschil zijn nadere informatie vereist
De vraag is derhalve of tussen dezelfde partijen vorderingen aanhangig zijn die hetzelfde onderwerp betreffen. Niet duidelijk is of in de Franse procedure dezelfde onderwerpen in geschil zijn als in de onderhavige procedure. In de overgelegde dagvaarding uit de Franse procedure wordt in algemene zin een verbod gevorderd inbreuk te maken op de auteurrechten met betrekking tot de Bilbao-laars. Dit zou met zich kunnen brengen dat de Franse rechter zich ook dient uit te spreken over de rechtmatigheid van in andere landen (zoals Nederland) verrichte handelingen. Het is gelet op de stellingen en feiten in die zaak (welke de rechtbank niet bekend zijn) evengoed mogelijk dat de Franse rechter zich enkel dient uit te laten over in Frankrijk verrichte handelingen. Dat zou in ieder geval een verklaring kunnen zijn voor de eiswijziging van CSC. Of dat het geval is, blijkt niet uit de stukken. Omdat ook in de onderhavige procedure vooralsnog niet duidelijk is wie van welke inbreukmakende handelingen in welke landen een verwijt wordt gemaakt, kan de rechtbank geen antwoord geven op de vraag of het risico van tegenstrijdige uitspraken zich voordoet. Zij wenst op dit punt nader te worden voorgelicht
Onduidelijk of hoewel de partijen in de procedures niet dezelfde zijn, hun belangen niet onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn nadere informatie vereist
In de Franse procedure is La Société Palladium eisende partij en zijn La Société Hadrien Eurl en La Société Dolce & Gabbana Industria S.p.A. gedaagden. De eisende partij in de France procedure en in de onderhavige procedure zijn dus niet dezelfde vennootschappen. Dit houdt niet zonder meer in dat het beroep op litispendentie moet worden afgewezen. Daarvoor is tevens van belang of deze vennootschappen voor de toepassing van art. 27 EEX-Vo moeten worden gelijkgesteld omdat -kort gezegd- hun belangen onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden (HvJEG 19 mei 1998, Drouot assurances SA tegen Consolidated metallurgical industries, zaak C-351/96, Jur. 1998, p. I-3075). Volgens CSC is zij niet onlosmakelijk met La Société Palladium verbonden omdat sprake is van verschillende vennootschappen en van verschillende vorderingen op basis van verschillende grondslagen. Zoals hiervoor reeds is overwogen, maakt het enkele feit dat sprake is van verschillende vennootschappen nog niet dat de belangen van die vennootschappen niet onlosmakelijk met elkaar verbonden kunnen zijn. De rechtbank wijst in dit verband bijvoorbeeld op de omstandigheid dat beide vennootschappen zich (kennelijk) beroepen op een hen toekomend auteursrecht op de Bilbao-laars. De rechtbank acht zich ook op dit punt onvoldoende voorgelicht. De gedaagde partijen in beide procedures zijn niet dezelfde voor zover dit Dolce & Gabbana Roermond BV en Dolce & Gabanna S.R.L. betreft. Ook ten aanzien van deze partijen is de rechtbank niet duidelijk of en in hoeverre deze vennootschappen onlosmakelijk zijn verbonden met Dolce & Gabbana Industria S.p.A. en/of La Société Hadrien Eurl. De rechtbank zal daarom iedere verdere beslissing in het incident aanhouden ten einde zich door partijen te laten voorlichten. De rechtbank zal daartoe een comparitie van partijen gelasten.
IEPT20080312, Rb Den Haag, Consolidated Shoe v Dolce & Gabbana