IEPT20080319, Rb Den Haag, Fisher Farma v Z-Index

19-03-2008 Print this page
IEPT20080319, Rb Den Haag, Fisher Farma v Z-Index

PUBLICATIE


Vereisten voor opname in Z-Index
Zou Z-Index voorafgaande afgifte van een PD Notice gaan verlangen voordat een betreffend geneesmiddel in de G-standaard kan worden opgenomen, dan is dat naar voorlopig oordeel in deze omstandigheden onrechtmatig te achten jegens Fisher Farma.
Indien EMEA met het oog op uitoefening van zijn taken uit hoofde van art. 57 sub o Vo. 726/2004 de thans geldende controle zou wensen aan te scherpen in de vorm van het voorafgaand aan het parallel op de markt brengen vereisen van afgifte van een PD Notice, zou dat een beleidswijziging behelzen thans kan in het midden blijven of zulks in strijd zou komen met het vrij verkeer van goederen die voldoende duidelijk zou moeten zijn gebleken en gepubliceerd. Daarvan is geen sprake. Zo er al sprake is van een dergelijk voornemen, dan is dat slechts neergelegd in een concept Guidance. Zodoende dient thans te worden uitgegaan van het vigerende beleid, waarbij niet voorafgaand aan de parallelle distributie een PD Notice behoeft te zijn afgegeven. Zou Z-Index desondanks thans een dergelijke voorafgaande afgifte gaan verlangen voordat een betreffend geneesmiddel in de G-standaard kan worden opgenomen, dan is dat naar voorlopig oordeel in deze omstandigheden onrechtmatig te achten jegens Fisher Farma.

 

PROCESRECHT

 

Belang

Z-Index voert inhoudelijk geen verweer, maar Hoewel nauwelijks sprake lijkt van een geschil tussen procespartijen wordt een inhoudelijk oordeel gegeven omdat partijen dat beogen
In de eerste plaats voert Z-Index inhoudelijk uitdrukkelijk geen verweer, maar refereert zij zich met zoveel woorden aan het rechterlijk oordeel. Hoewel aldus nauwelijks sprake lijkt van een geschil tussen de onderhavige procespartijen (maar veeleer van een achterliggend conflict tussen merkproducenten en parallelimporteurs, dat over de boeg van Z-Index wordt gespeeld), ligt alleen al daarom de vordering in dit kort geding voor toewijzing gereed. Aangezien blijkens het ter zitting verhandelde partijen een inhoudelijk voorlopig oordeel beogen te krijgen in deze door althans Fisher Farma als principieel aangeduide zaak, zal hiermee niet worden volstaan.


IEPT20080319, Rb Den Haag, Fisher Farma v Z-Index