IEPT20080320, Hof Den Haag, Vitra v Classic Design

27-03-2008 Print this page
IEPT20080320, Hof Den Haag, Vitra v Classic Design

IPR

Inbreuk via op Nederland c.q. Benelux gerichte website Classic Design
dat Classic Design c.s. eerst dan onrechtmatig handelen in de Benelux dan wel in Nederland indien zij via internet door middel van blijkens hun inrichting mede op de Benelux dan wel Nederland gerichte websites inbreukmakende stoelen aanbieden, wat afhangt de omstandigheden, zoals het top-level domain van de internetadressen (een organisatorisch of een geografisch domein), de taal waarin de websites zijn gesteld dan wel de taalkeuzemogelijkheden die de websites bieden en (andere) verwijzingen op de websites naar (een) bepaald(e) land(en).

In het Lexington-arrest heeft de Hoge Raad in een geval van een reclameuiting in een internationaal tijdschrift, voor de vraag of zulks in Nederland een onrechtmatige daad opleverde als criterium aanvaard of de reclameuiting mede voor verspreiding in Nederland was bestemd en op het Nederlandse publiek de indruk moest maken daartoe bestemd te zijn. Het Lexington-arrest is gewezen onder vigeur van de Merkenwet 1893 en lang voordat het internet bestond. Reeds daarom is het criterium uit het Lexington-arrest niet zonder meer toepasselijk voor de beoordeling of het aanbieden van artikelen op internet als onrechtmatig in een bepaald land moet worden aangemerkt. Het hof acht bij zijn beoordeling mede van belang HR 18 februari 2005, NJ 2005, 404; daarin speelde de vraag of een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde kansspelaanbieder door het (zonder vergunning) aanbieden van deelname aan kansspelen via internet door middel van een mede op Nederland gerichte website handelde in strijd met artikel 1 sub a van de Wet op de Kansspelen ('gelegenheid geven') en daarmee onrechtmatig jegens Nederlandse kansspelaanbieders (met een vergunning). In dat geval achtte de Hoge Raad van belang dat de website blijkens haar inrichting mede was gericht op potentiële deelnemers in Nederland, hetgeen volgens de Hoge Raad reeds het geval is indien Nederland is vermeld in een op de website voorkomende lijst van landen van waaruit aan de aangeboden kansspelen kan worden deelgenomen. Gelet op een en ander is het hof van oordeel dat Classic Design c.s. eerst dan onrechtmatig handelen in de Benelux dan wel in Nederland indien zij via internet door middel van blijkens hun inrichting mede op de Benelux dan wel Nederland gerichte websites inbreukmakende stoelen aanbieden. Of daarvan sprake is hangt af van de omstandigheden, zoals het toplevel domain van de internetadressen (een organisatorisch of een geografisch domein), de taal waarin de websites zijn gesteld dan wel de taalkeuzemogelijkheden die de websites bieden en (andere) verwijzingen op de websites naar (een) bepaald(e) land(en). (…). Classic Design bedient zich (blijkens productie 1 in eerste aanleg) van de website "www.SteelClassic.com". Op de eerste webpagina bevinden zich afbeeldingen van vlaggen van verschillende landen, waaronder de Nederlandse en de Belgische vlag met de vermelding 'dutch €' respectievelijk 'belgium €' (productie 17 bij memorie van grieven). Indien men de Nederlandse vlag aanklikt, komt men op een (grotendeels) in het Nederlands gestelde webpagina; als men de Belgische vlag aanklikt, komt men op een (grotendeels) in het Frans gestelde webpagina. Hieruit volgt naar het oordeel van het hof dat de website van Classic Design blijkens haar inrichting mede op Nederland en België is gericht..

Websites Steelform en Europadesign niet op Nederland gericht
Sites alleen in Engelse taal gesteld

 

AUTEURSRECHT

 

Eames Lounge Chair beschermd als werk van toegepaste kunst art. 2(7) BC
Moment van beoordeling toepasselijk internationaal recht is moment van toetreding VS tot Berner Conventie
Het hof stelt voorop dat Vitra voor de Lounge Chair met Ottoman, waarvan de Verenigde Staten als land van oorsprong gelden, aan de Berner Conventie bescherming kan ontlenen in andere landen van de Unie met ingang van het tijdstip waarop de Verenigde Staten tot de Conventie toetraden, dus 1 maart 1989 (HR 29 juni 2001, NJ 2001, 602).
Krachtens artikel 25 BTMW geldt oude bescherming voor modellen van voor 1975, hetgeen ook auteurs- en merkenrecht omvat
Het gaat hier om de uitleg van artikel 2 lid 7 BC: wat moet worden verstaan onder de aan tekeningen en modellen verleende 'bijzondere bescherming' als bedoeld in de tweede volzin van die bepaling? Hoewel op het relevante tijdstip - op 1 maart 1989 - wel bijzondere bescherming bestond voor modellen, namelijk de BTMW, bood die wet geen bescherming aan 'oude' modellen, dat wil zeggen modellen die vóór 1 januari 1975 in de Benelux op de markt waren. Artikel 25 BTMW voorzag - de BTMW is inmiddels vervangen door het Beneluxverdrag inzake intellectuele eigendom (BVIE); artikel 25 BTMW keert daarin niet terug - weliswaar in een regeling voor 'oude modellen', maar die regeling kan naar het oordeel van het hof niet worden aangemerkt als een bijzondere bescherming voor tekeningen en modellen. Artikel 25 BTMW hield immers in dat de bescherming die de nationale wetgeving vóór 1 januari 1975 aan tekeningen en modellen bood, werd verlengd. Deze bescherming bestond overigens niet alleen op grond van het leerstuk van de onrechtmatige daad, maar ook op grond van auteursrecht en merkenrecht, mits aan de gestelde eisen voor bescherming was voldaan. In het licht hiervan is het hof van oordeel dat aan de Lounge Chair toentertijd geen bijzondere bescherming als model toekwam, zodat op grond van het laatste zinsdeel van de tweede volzin van artikel 2 lid 7 BC de Lounge Chair wordt beschermd als werk van kunst. Dit brengt mee dat Vitra aanspraak kan maken op auteursrechtelijke bescherming, mits de Lounge Chair met Ottoman een werk is in de zin van de Auteurswet 1912.

 

Eames Lounge Chair is oorspronkelijk werk
Gaat om een revolutionair ontwerp, afwijkend van het tot dan toe gangbare type 'fauteuil'.
Het hof is in dit verband van oordeel dat de Lounge Chair met Ottoman een eigen, oorspronkelijk karakter bezit en onmiskenbaar het persoonlijk stempel van de makers draagt. Het gaat om een revolutionair ontwerp, afwijkend van het tot dan toe gangbare type 'fauteuil'. Het leidt geen twijfel dat de Lounge Chair met Ottoman een werk is waaraan auteursrechtelijke bescherming toekomt.

 

MERKENRECHT

 

Inbreuk woord- en vormmerk
Door het gebruik op haar website van tekens die gelijk zijn aan het woordmerk EAMES en het vormmerk van Vitra suggereert Classic Design dat het om de originele, van Vitra afkomstige Lounge Chair en Ottoman gaat; aldus maakt Classic Design ook inbreuk op de merkrechten van Vitra
Vitra is voorts houdster van de internationale merkinschrijving voor het woord EAMES. Dit woordmerk is op 16 februari 1987 gedeponeerd voor categorie 20 (meubelen) met gelding voor onder meer de Benelux. Vitra is tevens houdster van de internationale inschrijving van het driedimensionale merk bestaande uit de vorm van de Lounge Chair met Ottoman. Dit vormmerk is op 4 juli 2001 gedeponeerd voor categorie 20 (meubelen) met gelding voor onder meer de Benelux. Door het gebruik op haar website van tekens die gelijk zijn aan het woordmerk EAMES en het vormmerk van Vitra suggereert Classic Design dat het om de originele, van Vitra afkomstige Lounge Chair en Ottoman gaat. Aldus maakt Classic Design ook inbreuk op de merkrechten van Vitra op de voet van artikel 2.20 lid 1 sub a BVIE.

 

PROCESRECHT - IPR

 

Geen grensoverschrijdende bevoegdheid
Bevoegdheid gebaseerd op artikel 5(3) EEX-Vo of artikel 4.6(1) BVIE beperkt tot in Nederland geleden schade

Indien de Nederlandse rechter op grond van enige regel van (commuun) internationaal bevoegdheidsrecht bevoegd is kennis te nemen van een vordering betreffende de inbreuk op een naar buitenlands recht verkregen intellectueel eigendomsrecht, kan hij desgevorderd in beginsel een verbod uitspreken van handelingen in het buitenland. Dit geldt ook in kort geding en ongeacht de grond waarop de Nederlandse rechter zijn internationale bevoegdheid heeft gebaseerd (HR 19 maart 2004, NJ 2007, 585 (Philips/Postech), verwijzend naar onder meer HR 24 november 1989, NJ 1992,404). Dit neemt niet weg dat indien de bevoegdheid van de Nederlandse rechter is gebaseerd op artikel 5 lid 3 EEX-Verordening, deze enkel bevoegd is kennis te nemen van de geschillen betreffende de in Nederland geleden schade (vgl. HvJEG 7 maart 1995, nr C-68/93, Jur. 1995, p. 1-0415 (Shevill)). Hetzelfde geldt voor de bevoegdheidsbepaling van artikel 4.6 lid 1 BVIE. Hieruit volgt dat het oordeel van de voorzieningenrechter juist is.

 

Ontoegankelijk maken website
Het gevorderde bevel om de website van Classic Design, voor zover zij daarop meubels aanbiedt die inbreuk maken op haar auteursrechten op de Lounge Chair met Ottoman, dan wel voor zover zij daarop inbreuk maakt op de merkrechten van Vitra, ontoegankelijk te maken voor bezoekers uit Nederland dan wel de Benelux (petitum onder B) is dan ook passend en toewijsbaar.

 

IEPT20080320, Hof Den Haag, Vitra v Classic Design