IEPT20080422, Rb Den Haag, John Deere v Van Ruiten (ex parte verbod)

06-06-2008 Print this page
IEPT20080422, Rb Den Haag, John Deere v Van Ruiten (ex parte verbod)

Ex parte verbod afgewezen
Het verzoek een ex parte verbod op te leggen zal worden afgewezen wegens gebrek aan spoedeisendheid, gebrek aan belang en om redenen van proceseconomie. Het ex parte verbod heeft geen verdere reikwijdte dan het verbod in eigenlijke zin versterkt met een dwangsom. In dit kader kan niet de afgifte worden gevorderd en kunnen voorts niet de vorderingen bedoeld in de artikelen 1019 f en h Rv worden ingesteld welke zien op het verstrekken van informatie respectievelijk de vergoeding van de kosten van de procedure. Het ex parte verbod heeft de strekking het verder inbreuk maken (de handelingen bedoeld in artikel 9 lid 2 GmerkVo), onmiddellijk te stoppen.
Doordat bij beschikking van heden verlof zal worden gegeven het beslag tot afgifte te leggen, zal in belangrijke mate een situatie ontstaan die met het ex parte verbod wordt beoogd.

Dit neemt de spoedeisendheid weg van de thans verzochte ex parte voorziening en ook het belang daarvan.
Daar komt bij dat in dat verlof zal worden bepaald dat de eis in de hoofdzaak, welke een vordering tot afgifte dient te omvatten, dient te worden ingesteld voor 1 juni 2008. 
Het ligt in de rede dat verzoekers dat langs de weg van een "gewoon" kort geding zullen willen doen. Redenen van proceseconomie verzetten zich tegen dubbele procedures in dezelfde zaak indien spoedeisendheid en belang daartoe niet dwingen.

 

IEPT20080422, Rb Den Haag, John Deere v Van Ruiten (ex parte verbod)

 

Zie ook:

 

IEPT20080422, Rb Den Haag, John Deere v Van Ruiten (beslag tot afgifte)


IEPT20080422, Rb Den Haag, John Deere v Van Ruiten (beschrijvend beslag)