IEPT20080423, Rb Leeuwarden, De Kameleon

28-04-2008 Print this page
IEPT20080423, Rb Leeuwarden, De Kameleon

AUTEURSRECHT

 

Makerschap
Script theatervoorstelling is niet onder leiding en toezicht van De Kameleon II tot stand gekomen
Allereerst dient geoordeeld te worden over de vraag of het script voor de theatervoorstelling 'De Kameleon Ontvoerd', onder leiding en toezicht van Kameleon II tot stand is gekomen. In dat geval dient niet [a], maar Kameleon II als maker van het werk in de zin van de Auteurswet te worden aangemerkt en dan komt aan [a] geen auteursrechtelijke bescherming toe.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt. Als vaststaand kan worden aangenomen dat de heren [e en f] tijdens het gesprek dat in december 2003, of in januari 2004, heeft plaatsgevonden, hun ideeën en wensen hebben geuit ten aanzien van de betreffende theatervoorstelling. Voorts staat vast dat vervolgens aan [a] de opdracht is gegeven om met inachtneming van deze ideeën en wensen en een nadere uitwerking hiervan, het script voor deze theatervoorstelling te schrijven. Gesteld noch gebleken is evenwel, dat er na deze bespreking nog nadere contacten zijn geweest tussen betrokkenen over de inhoud van het script. De stelling van Kameleon II c.s. dat het script onder leiding en toezicht van Kameleon II tot stand is gekomen, kan dan ook niet als juist worden aanvaard.

 

Bewijslast toestemming
Op Kameleon II c.s. rust de bewijslast van de door hen gestelde feiten en omstandigheden dat de door [a] vereiste toestemming is gegeven.
Kameleon II c.s. leggen aan hun verweer ten grondslag dat [a] de vereiste toestemming om het betreffende theaterstuk op DVD uit te brengen uitdrukkelijk, althans stilzwijgend heeft verleend. Zij beroepen zich daarbij onder meer op een verklaring van [f] waarin hij onder meer aangeeft dat heel expliciet gesproken is over opname op DVD.
Nu door de rechtbank als vaststaand is aangenomen dat aan [a] auteursrechtelijke bescherming toekomt en Kameleon II c.s. zich beroepen op feiten en omstandigheden die, indien zij komen vast te staan, tot gevolg hebben dat Kameleon II c.s. het recht hadden om de theatervoorstelling op DVD uit te brengen, is sprake van een bevrijdend verweer.
Op grond van het bepaalde in artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, rust op Kameleon II c.s. de bewijslast van de door hen gestelde feiten en omstandigheden dat de door [a] vereiste toestemming is gegeven. De rechtbank zal Kameleon II c.s. in de gelegenheid stellen dit bewijs bij te brengen.
4.7.  Wanneer Kameleon II c.s. in dit bewijs slagen, moeten de vorderingen in conventie worden afgewezen. Wanneer zij daarin niet slagen, zal moeten worden vastgesteld wat de omvang van de opbrengsten zijn die Kameleon II c.s. met de uitgave van de DVD hebben behaald. De tot dusver in het geding gebrachte overzichten lijken daaromtrent nog geen volledig beeld te geven. Om redenen van proceseconomie zal de rechtbank Kameleon II c.s. reeds nu opdragen de hiervoor relevante stukken, voorzien van een toelichting, bij akte in het geding te brengen. [a] zal dan nog in de gelegenheid worden gesteld antwoordakte te vragen.

 

IEPT20080423, Rb Leeuwarden, De Kameleon