IEPT20080424, Rb Amsterdam, Klashorst v Van de Kerkhof

28-04-2008 Print this page
IEPT20080424, Rb Amsterdam, Klashorst v Van de Kerkhof

EXPLOITATIEOVEREENKOMST

 

Toewijzing afleggen rekening en verantwoording
Los van de vraag hoe de samenwerking precies moet worden gekwalificeerd kan naar normen van redelijkheid en billijkheid van Van Rossum B.V. en Van de Kerkhof B.V. worden verlangd dat zij inzicht verschaffen aan Klashorst over de aangeleverde schilderijen en de door of namens hen daarmee verrichte transacties en in de overige voor of namens Klashorst verrichte zakelijke en/of financiële activiteiten.
Mede met liet oog op de finale afrekening die tussen partijen zal moeten plaatsvinden. Het op de valreep door Van de Kerkhof aangeleverde taxatierapport (vermeld bij 2.22) kan daarvoor een aanzet zijn. maar biedt geen volledig inzicht i11 de verrichte werkzaamheden. Dit betekent dat het gevorderde onder B van het petitum in de dagvaarding zal worden toegewezen, met inachtneming van het voorgaande en met matiging en maximering van de dwangsom als na te melden. Een termijn van acht weken wordt voor het verstrekken van de gevraagde gegevens redelijk geacht.

 

HANDELSNAAMRECHT

 

Geen verbod gebruik handelsnaam
Klashorst heeft niet betwist dat hij destijds met het ontwikkelen van de website met deze naam door Van de Kerkhof c.s. heeft ingestemd en dat hij er geen bezwaar tegen heeft dat de in voorraad zijnde schilderijen alsnog door gedaagden zouden worden verkocht, mits hij zelf zijn werk ook kan promoten en verkopen en hij een deel van de opbrengst ontvangt

Klashorst heeft in de eerste plaats gevorderd dat Van de Kerkhof c.s. wordt geboden inbreuk op de handelsnaam Peter Klashorst te staken en gestaakt te houden en dat gedaagden wordt verboden om nog langer managementactiviteiten voor Klashorst te verrichten. Voor zover Van de Kerkhof c.s. de naam Peter Klashorst als handelsnaam voert, gebeurt dat alleen in het kader van de verkoop van de reeds aan hem geleverde schilderijen van Klashorst, via de website peterklashorst.com. Klashorst heeft niet betwist dat hij destijds met het ontwikkelen van de website met deze naam door Van de Kerkhof c.s. heeft ingestemd en dat hij er geen bezwaar tegen heeft dat de in voorraad zijnde schilderijen alsnog door gedaagden zouden worden verkocht, mits hij zelf zijn werk ook kan promoten en verkopen en hij een deel van de opbrengst ontvangt. Onder deze omstandigheden bestaat geen grond om gedaagden te verbieden de (handels)naam Peter Klashorst te gebruiken. Voor het toewijzen van een verbod om nog verder managementactiviteiten te verrichten bestaat evenmin enige grond, nu van de Kerkhof c.s. uitdrukkelijk hebben verklaard dat niet (langer) te doen, behalve voor zover dit inhoudt het verkopen van de nog in voorraad zijnde kunstwerken. Daarbij wordt er vanuit gegaan dat gedaagden wanneer zij voor andere zaken worden benaderd over Klashorst, de betrokkenen rechtstreeks naar Klashorst zullen verwijzen en geen mededelingen in het kader van zijn management namens hem (meer) zullen doen

 

PROCESRECHT

 

Geen overdracht domeinnaam
Tussen partijen is niet in geschil dat de website peterklashorst.com met instemming van Klashorst is ontwikkeld door Power to the Pixels en dat deze B.V. daarin heeft geïnvesteerd.
Thans is dan ook geen grondslag aanwezig om Power to the Pixels te verplichten tot overdracht van deze domeinnaam aan Klashorst, zonder dat daar een passende vergoeding tegenover staat, zoals Power to the Pixels terecht heeft aangevoerd. De vorderingen onder C en D zullen daarom worden afgewezen.

 

Geen voorschot schadevergoeding
Klashorst heeft voorshands niet aannemelijk gemaakt dat voor zijn geldvordering enige grondslag bestaat.
Het gevorderde onder G strekt tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering is in kort geding slechts plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn en uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is. Bij de afweging van de belangen van partijen wordt mede betrokken het risico dat niet kan worden terugbetaald, in het geval de veroordeling in kort geding geen stand houdt. Klashorst heeft gesteld dat afgesproken was dat hem een maandelijkse vergoeding van € 10.000,- tot € 15.000,- toekwam en dat de totale verkoopwaarde van de aan van de Kerkhof c.s. geleverde kunstwerken ten minste € 539.050,- bedroeg. Van de Kerkhof c.s. heeft alle stellingen van Klashorst op dit punt gemotiveerd betwist, niet alleen de verschuldigdheid en de hoogte van de genoemde bedragen, maar ook het aantal schilderijen dat Klashorst zou hebben afgeleverd en de verkoopwaarde daarvan, onder meer met verwijzing naar het onder 2.23 aangehaalde taxatierapport. Klashorst daarentegen heeft niet, althans onvoldoende gemotiveerd, betwist dat Van de Kerkhof c.s. in totaal een bedrag van rond de € 200.000,- aan of ten behoeve van hem heeft betaald. Klashorst heeft in het licht van deze feiten en omstandigheden voorshands niet aannemelijk gemaakt dat voor zijn geldvordering enige grondslag bestaat. De vordering voldoet daarmee niet aan het gestelde criterium en wordt daarom afgewezen.

 

Geen rectificatie
Klashorst heeft aangevoerd geen gesprek met een journalist van De Telegraaf te hebben gehad -hij is in de publicatie ook niet letterlijk geciteerd- en heeft het vermoeden geuit dat de schrijver van het artikel zijn informatie uit de conceptdagvaarding heeft gehaald, die voor de pers ter inzage lag.
Van de Kerkhof heeft rectificatie gevorderd van het onder 2.21 aangehaalde artikel in De Telegraaf. Klashorst heeft aangevoerd geen gesprek met een journalist van De Telegraaf te hebben gehad -hij is in de publicatie ook niet letterlijk geciteerd- en heeft het vermoeden geuit dat de schrijver van het artikel zijn informatie uit de conceptdagvaarding heeft gehaald, die voor de pers ter inzage lag. Niet valt uit te sluiten dat dit inderdaad het geval is geweest en dat de desbetreffende journalist de tekst uit de dagvaarding in zijn eigen woorden heeft 'vertaald'. Onder deze omstandigheden bestaat geen rechtsgrond op basis waarvan Klashorst gehouden zou zijn tot rectificatie of verboden zou moeten worden zich nog onrechtmatig uit te laten over Van de Kerkhof. Daar komt nog bij dat Van de Kerkhof in het artikel uitgebreid weerwoord heeft kunnen geven en van die gelegenheid ook gebruik heeft gemaakt. Dat Van de Kerkhof door de publicatie door toedoen van Klashorst schade heeft geleden is voorshands dan ook niet aannemelijk, laat staan dat deze betaling van een voorschot van € 100.000, zou rechtvaardigen.

 

IEPT20080424, Rb Amsterdam, Klashorst v Van de Kerkhof