IEPT20080515, Rb Amsterdam, De Roy van Zuydewijn v Parool

16-05-2008 Print this page
IEPT20080515, Rb Amsterdam, De Roy van Zuydewijn v Parool

PUBLICATIE

 

Redactie in mindere mate verantwoordelijk voor inhoud column
Juist is dat de zorgplicht van Het Parool voor de inhoud van een column minder ver strekt dan haar verantwoordelijkheid voor de juistheid van in het dagblad geplaatste nieuwsberichten.
Het Parool heeft betoogd dat de redactie inhoudelijk slechts verantwoordelijk is voor de nieuwskolommen en dat de columnist een onafhankelijke positie inneemt. Juist is dat de zorgplicht van Het Parool voor de inhoud van een column minder ver strekt dan haar verantwoordelijkheid voor de juistheid van in het dagblad geplaatste nieuwsberichten. Dit neemt echter niet weg dat Het Parool als uitgever uiteindelijk wel verantwoordelijk is voor hetgeen in haar dagblad wordt gepubliceerd en onrechtmatig jegens De Roy van Zuydewijn kan handelen door het plaatsen van een column waardoor De Roy van Zuydewijn in zijn eer en goede naam wordt aangetast

 

Geen onderbouwing met feiten van op publiek debat gebaseerde mening vereist
Aan Jaeggi kan onder deze omstandigheden niet de eis worden gesteld zijn op het publieke debat gebaseerde mening met feiten te onderbouwen en een voorbeeld te noemen van een door De Roy van Zuydewijn in de wereld gebrachte leugen. Dit zou de vrijheid van Jaeggi om zich in zijn column te beperken tot het door hem gekozen onderwerp te zeer aantasten.
Het betreft in dit geval een column met als (hoofd)onderwerp de journalistieke kwaliteit van HP/De Tijd. Anders dan De Roy van Zuydewijn stelt, heeft de column wel degelijk een satirisch karakter, aangezien het onderwerp op spottende, niet altijd serieuze wijze aan de orde wordt gesteld. Als voorbeeld kunnen worden genoemd het vergelijken van het kopen van HP/De Tijd met 'het kopen van een broodje gezond op het CS' en 'het meegaan met het enige overgebleven meisje na sluitingstijd', of de opmerkingen over 'HP-medewerker' Jan Zandbergen, over wie wordt geschreven dat 'met de energie van Zandbergens frustraties men in een middelgrote provinciestad onbeperkt de verwarming kan laten loeien'. De uitlatingen die in de column over De Roy van Zuydewijn worden gedaan, moeten in het licht van de teneur van de column worden gelezen. Zij geven een (op prikkelende wijze gepresenteerde) mening van Jaeggi over de journalistieke kwaliteit van HP/De Tijd weer, waarbij ter illustratie en met overdrijving ook terloops gerefereerd is aan de bij (een deel van) het publiek (al dan niet terecht) levende twijfels aan de reputatie van De Roy van Zuydewijn. De opmerkingen over De Roy van Zuydewijn zijn niet gepresenteerd als (nieuws-)feit en de passages zullen door een gemiddelde lezer dan ook als opinie van de columnist worden opgevat. Aan een dergelijke satirische column mogen niet dezelfde hoge eisen worden gesteld als aan onderzoeksjournalistiek. In de column van Jaeggi wordt de kwalificatie 'leugenaar' ook niet voor het eerst aan De Roy van Zuydewijn gekoppeld. De geloofwaardigheid van De Roy van Zuydewijn is - zoals door Het Parool ook onbetwist is gesteld - al meermalen onderwerp van het publieke debat geweest. Naar aanleiding van dat publieke debat heeft Jaeggi kennelijk zijn mening gevormd en deze in zijn column op satirische wijze weergegeven. Aan Jaeggi kan onder deze omstandigheden niet de eis worden gesteld zijn op het publieke debat gebaseerde mening met feiten te onderbouwen en een voorbeeld te noemen van een door De Roy van Zuydewijn in de wereld gebrachte leugen. Dit zou de vrijheid van Jaeggi om zich in zijn column te beperken tot het door hem gekozen onderwerp te zeer aantasten. Om diezelfde reden kan niet van Jaeggi worden geëist dat hij (ook) de ex-echtgenote van De Roy van Zuydewijn in zijn column aanhaalt

 

IEPT20080515, Rb Amsterdam, De Roy van Zuydewijn v Parool