IEPT20080611, Rb Den Haag, Plant Research International v Europe Fruit Trade

24-06-2008 Print this page
IEPT20080611, Rb Den Haag, Plant Research International v Europe Fruit Trade

KWEKERSRECHT

 

Inbreukmakende handelingen
verweer van EFT dat zij niet zelf de planten heeft verhandeld/aangeboden, maar dat officiële licentieneemsters dit zouden hebben gedaan, waarbij EFT "na het sluiten en uitvoeren van de koopovereenkomst" zou zijn "ingeschakeld voor het verdere afwikkelen van de reeds gesloten koopovereenkomst wordt verworpen.
In dat kader verzorgt EFT, namens de verkopers, de facturatie en incasso van de door de afnemers te betalen koopprijs", aldus haar stellingen bij antwoord onder 3. Dit verweer wordt verworpen. De bewoordingen van de onderschepte aanbiedingsbrieven en de bevestigingen van verscheidene afnemers van leveringen door EFT en haar facturen wijzen allereerst al in het geheel niet op deze constructie. EFT heeft ook zelf uiteengezet in haar in 2.6. bedoelde brief aan Hargreaves dat zij zelf verkoopt aan haar klanten (en daarbij een door haar als "Polenconstructie" aangeduide methode hanteert, die door PRI zou worden gedoogd). Dat Van Gennip en Engelse afnemers in een enkele schriftelijke verklaring de lezing van EFT ondersteunen overtuigt in het geheel niet (en is wat Berryplants betreft in tegenspraak met haar eerdere eigen opgaven (tot twee keer toe) aan PRI dat zij ELSANTA plantmateriaal zou hebben verkregen van EFT (en niet van licentienemers)). Aan de gelijkluidende schriftelijke verklaringen van drie heren Van Gennip terzake komt in het licht van het overstelpende materiaal dat op het tegendeel wijst, geen voldoende gewicht toe naar het oordeel van de rechtbank. Het is bovendien in strijd met de aan licentienemers opgelegde verplichting dat zij alleen op eigen naam mogen handelen. De redenen daarvoor zijn dezelfde als die in kort geding daarvoor naar voorlopig oordeel zijn aangegeven, vgl. hetgeen in kort geding in 4.3. t/m 4.5. is overwogen (hiervoor opgenomen in 2.13). Daarbij moet bedacht worden dat ook in de bodemzaak een onvoldoende geconcretiseerd (getuigen)bewijsaanbod is gedaan zijdens EFT en evenmin ander schriftelijk bewijs is aangebracht dan hetgeen al voorhanden was in de kort geding procedure. Zodoende neemt de rechtbank bedoelde overwegingen uit het kort geding vonnis hier over en maakt zij deze mutatis mutandis tot de hare in de bodemzaak.

 

IEPT20080611, Rb Den Haag, Plant Research International v Europe Fruit Trade