IEPT20080624, Hof Amsterdam, Sonicare v Oral-B

15-07-2008 Print this page
IEPT20080624, Hof Amsterdam, Sonicare v Oral-B

RECLAMERECHT

 

PHILIPS SONICARE

Superioriteitsclaim plakverwijdering onvoldoende aannemelijk
de stellingen van Philips en de door haar overgelegde stukken (waaronder diverse onderzoeken) maken tegenover de betwisting van Procter&Gamble onvoldoende aannemelijk maken dat claims juist zijn.
(…). De door Philips overgelegde onderzoeksrapporten geven voorts, tegenover de gemotiveerde betwisting door Procter&Gamble, onvoldoende aanknopingspunten voor haar stelling dat single use studies de standaard zijn voor het meten van de prestaties van tandenborstels ten aanzien van plakverwijdering en dat om die reden aan de onderzoeken van Schaeken en Putt doorslaggevende betekenis toekomt ter onderbouwing van haar claims. (…). De juistheid van deze laatste door Procter&Gamble gemotiveerd betwiste stellingen van Philips ten aanzien van de validiteit van het Cochrane-onderzoek is voorshands onvoldoende komen vast te staan. Dit betekent dat niet valt uit te sluiten dat, zoals Procter&Gamble stelt, dit onderzoek van belang kan zijn bij en betrokken dient te worden in de beoordeling van de juistheid van de rapporten van Schaeken en Putt en de waarde die aan deze rapporten kan worden toegekend. (…).Ten slotte voert Procter&Gamble als kritiek tegen de onderzoeken van Schaeken en Putt aan, dat onvoldoende rekening is gehouden met het zogeheten "carry over-effect". Hiermee wordt bedoeld dat een proefpersoon voordelen van de ene borstel uit periode 1 "meedraagt" naar periode 2 waarin met een andere borstel wordt gepoetst. Volgens Procter & Gamble ontstaat hierdoor een onzuiverheid in de resultaten omdat de gemeten effecten bij de in periode 2 gebruikte borstel zijn beïnvloed door de resultaten van de borstel die in periode 1 is gebruikt. (…). Ook hier geldt dat, gelet op de tegengestelde standpunten van partijen, de overgelegde stukken onvoldoende aanknopingspunten bieden voor de juistheid van het standpunt van een van hen, met name niet van dat van Philips op wie de bewijslast rust, en dat voorshands niet valt uit te sluiten dat de kritiek van Procter&Gamble tegen de onderzoeken van Schaeken en Putt op dit punt hout snijdt. (…). Procter&Gamble bestrijdt de juistheid van (de uitkomsten van) de onderzoeken van Schaeken en Putt ook met een beroep op een recent door Biesbrock uitgevoerd onderzoek, dat ten tijde van het pleidooi gereed was voor wetenschappelijke publicatie.
Gelet op de gemotiveerde betwisting door Procter&Gamble zou nader deskundigenonderzoek door een of meer onafhankelijke, door de rechter benoemde, deskundigen geboden zijn om de juistheid van de superioriteitclaims van Philips te kunnen beoordelen. Voor een dergelijk deskundigenbericht is echter in kort geding geen plaats.
Dat betekent dat de juistheid van de claims van Philips, inhoudende dat klinisch is bewezen dat de FlexCare meer plak verwijdert dan de Trumph, voorshands onvoldoende aannemelijk is geworden. Hetzelfde geldt voor de claim dat de FlexCare meer plak verwijdert dan welke andere toonaangevende elektrische tandenborstel ook, nu door Philips niet wordt betwist dat de Triumph als een toonaangevende elektronische tandenborstel beschouwd dient te worden.

 

(impliciete) algemene superioriteitsclaim ook misleidend
Door deze wijze van presenteren van de specifieke claim, dat de FlexCare meer plak verwijdert, in haar reclamecampagne, wordt door Philips tenminste de suggestie gewekt dat de FlexCare beter en/of effectiever is dan andere elektrische tandenborstels en wordt de FlexCare als zodanig gepresenteerd.
Bij de beoordeling van deze grieven staat voorop dat, zoals onder rechtsoverweging 4.10 is geconcludeerd, Philips niet mag claimen dat klinisch is bewezen dat de FlexCare meer plak verwijdert dan de Trumph en evenmin dat de FlexCare meer plak verwijdert dan welke andere toonaangevende elektrische tandenborstel ook. De superioriteitsclaim op het gebied van plakverwijdering, door Philips als een specifieke claim gekenschetst, is derhalve niet toelaatbaar. Nu Philips niet stelt dat de FlexCare op ander gebied beter en/of effectiever is dan andere elektrische tandenborstels, volgt hieruit reeds dat zij bij de huidige stand van de wetenschap en gelet op hetgeen zij tot op heden heeft aangetoond en aangevoerd, ook niet mag c1aimen dat de FlexCare beter en/of effectiever is dan de elektrische tandenborstels van Oral-B. Niet van belang is derhalve of het publiek uit de (enkele) specifieke claim dat de FlexCare meer tandplak verwijdert een algemene claim, dat de FlexCare beter en/of effectiever is, zal afleiden, zoals Procter&Gamble stelt doch Philips betwist. Philips stelt voorts dat zij een dergelijke algemene claim ook niet maakt en dat de claims nadrukkelijk zijn beperkt tot plakverwijdering, in welk geval Procter&Gamble bij het gevraagde gebod mogelijk geen belang zou hebben. Wanneer echter de hier in het geding zijnde reclameuitingen worden bezien, geldt dat Philips de specifieke claim dat de FlexCare meer plak verwijdert plaatst in de context van meer algemene uitingen als: "FlexCare: een nieuwe standaard" (productie 2 bij conclusie van eis in eerste aanleg), "de nieuwste evolutie in mondverzorging" met daarbij een afbeelding van vijf handen (productie 4 bij conclusie van eis in eerste aanleg), en voorts dat Philips de claim op haar website plaatst onder het kopje "Betere resultaten" (productie 3 bij conclusie van eis in eerste aanleg). Door deze wijze van presenteren van de specifieke claim, dat de FlexCare meer plak verwijdert, in haar reclamecampagne, wordt door Philips tenminste de suggestie gewekt dat de FlexCare beter en/of effectiever is dan andere elektrische tandenborstels en wordt de FlexCare als zodanig gepresenteerd. Dit brengt mee dat Procter&Gamble belang heeft bij het gebod, inhoudende dat Philips reclameclaims dient te staken waarmee impliciet of expliciet de FlexCare als beter en/of effectiever wordt gepresenteerd dan de elektrische tandenborstels van Oral-B.

 

Kleinerende uiting over Oral-B
Deze opeenvolgende afbeeldingen wekken de suggestie dat de Oral-B tandenborstel in de vierde hand achterhaald is door de FlexCare in de vijfde en laatste hand.
Met de voorzieningenrechter oordeelt het hof dat de bedoelde advertentie zich kleinerend uitlaat over de Oral-B-tandenborstels. De handen die de Oral-B-tandenborstel en de FlexCare tonen, worden voorafgegaan door afbeeldingen van respectievelijk een hand waarin de wijsvinger omhoog wordt gestoken, een hand waarin een takje wordt vastgehouden, en een hand waarin een handtandenborstel wordt vastgehouden. Deze opeenvolgende afbeeldingen wekken de suggestie dat de Oral-B tandenborstel in de vierde hand achter-haald is door de FlexCare in de vijfde en laatste hand. Om deze reden acht het hof de betreffende advertentie ontoelaatbaar op grand van artikel 6:194a lid 2 sub e BW. De op deze wijze gepresenteerde advertentie wekt tevens de suggestie dat de FlexCare beter en/of effectiever is dan de Oral-B-tandenborstels, zodat deze reclameuiting valt onder het 7.1 geformuleerde gebod van het vonnis van de voorzieningenrechter.

 

PROCESRECHT

 

Geen belang bij verbod
Beantwoording van de vraag of, ondanks een toezegging dat een bepaalde handeling zal worden gestaakt, een verbod met dwangsom opgelegd dient te worden, hangt af van de omstandigheden van het geval, waaronder de ernst van de reeds gepleegde overtreding, het gedrag van de aangesprokene naar aanleiding van een eerdere waarschuwing, zijn standpunt met betrekking tot de ongeoorloofdheid van zijn handelen, alsmede de wijze waarop en het verband waarin de toezegging is gedaan.


ORAL-B TRIUMPH

 

Geen misleidende reclame
Claims en afbeelding vallen binnen de marge van een toelaatbare vorm van overdrijving.
Met de voorzieningenrechter is ook het hof van oordeel dat de bedoelde aanduidingen niet misleidend zijn in de zin van artikel 6:194 SW. Ditzelfde geldt voor de claim "geavanceerde sonische technologie". Daarbij is van belang dat in alle hier besproken aanduidingen geen vergelijkende reclame wordt gemaakt. Het woord "geavanceerd', nog daargelaten dat de objectieve betekenis van een dergelijk woord in deze context moeilijk is vast te stellen, acht het hof een bij reclame gebruikelijke en in dit geval toelaatbare vorm van overdrijving. Ook de afbeelding van de borstelkop met pijl en spetters, welke afbeelding overigens volgens Procter&Gamble op de nieuwe verpakking niet meer voorkomt, valt binnen de marge van een toelaatbare vorm van overdrijving. In aanmerking nemende dat enige overdrijving eigen is aan reclame en dat reclame door het publiek met een zekere scepsis zal worden benaderd, acht het hof deze reclameuitingen niet misleidend in de zin van artikel6:194 BW. De grieven XV en XVI falen om voormelde redenen. Gelet op het voorgaande faalt ook grief XVII. Philips heeft onvoldoende feiten en/of omstandigheden gesteld op grond waarvan zou moeten worden aangenomen dat de suggestie wordt gewekt dat de Oral-B Vitality Sonic de beste zijwaartse bewegende tandenborstel van Oral-B is.

 

IEPT20080624, Hof Amsterdam, Sonicare v Oral-B