IEPT20080703, Hof Den Haag, Provinciale Zeeuwse Courant

20-07-2008 Print this page
IEPT20080703, Hof Den Haag, Provinciale Zeeuwse Courant

GOEDERENRECHT


Eigendom fotoafdrukken
Ten tijde van aangaan van overeenkomst in 1987 geen branchegebruik dat fotograaf eigenaar van fotoafdrukken bleef

Het hof is van oordeel dat hetgeen [geïntimeerde] aanvoert onvoldoende is om het wettelijk vermoeden, dat PZC rechthebbende is op de fotoafdrukken, te weerleggen. Het door [geïntimeerde] gestelde branchegebruik zou op zichzelf kunnen leiden tot de conclusie dat partijen er over en weer vanuit mochten, respectievelijk moesten gaan dat de eigendom van de fotoafdrukken bij [geïntimeerde] bleef. Daarbij zou het dan echter wel moeten gaan om branchegebruik ten tijde van het aangaan van de samenwerking tussen partijen. [geïntimeerde] baseert het gestelde branchegebruik onder meer op artikel 8 van de algemene voorwaarden van de Fotografenfederatie BFN, NVF en GKf. Daarin is bepaald: "Foto's blijven eigendom van de Fotograaf. De Wederpartij heeft enkel recht op overdracht van de eigendom als dit uit de aard van de overeenkomst blijkt (…)." Ter terechtzitting van het hof is door de raadsman van [geïntimeerde] bevestigd dat de door [geïntimeerde] overgelegde versie van de algemene voorwaarden (prod. 9 akte houdende overlegging producties) van internet is gedownload en uit 2002 dateert. Uit de betreffende productie blijkt voorts dat de algemene voorwaarden zijn gedeponeerd onder nummer 163/1992, derhalve voor het eerst in 1992, vijf jaar na het aangaan van de samenwerking. Aan deze voorwaarden komt voor het gestelde branchegebruik in 1987 derhalve reeds om die reden geen betekenis toe. [geïntimeerde] wijst nog op een aantal uitspraken waarin de inhoud van de voorwaarden, hoewel niet van toepassing, als richtsnoer voor de rechten van fotografen zou zijn aanvaard. In de betreffende uitspraken (Rb. Haarlem 22 oktober 1985, NJ 1986, 619, Kantongerecht Leeuwarden 29 september 1987, Prg. 1987, 2782 en Kantongerecht Harderwijk 17 april 1991, Prg. 1991, 3506) ging het evenwel niet om de hier aan de orde zijnde vraag of de fotograaf in een geval als dit eigenaar blijft van de door hem ingeleverde fotoafdrukken en evenmin blijkt daaruit dat de gehele inhoud van die voorwaarden diende te worden beschouwd als een weerslag van bestaand branchegebruik. Het beroep op de betreffende voorwaarden kan [geïntimeerde] derhalve niet baten. [geïntimeerde] doet voorts een beroep op het Archiefconvenant (prod. 10 akte houdende overlegging producties). Ter terechtzitting van het hof hebben partijen bevestigd dat dit convenant in elk geval niet van voor 1992 dateert. Ook hieraan komt derhalve geen betekenis toe voor het gestelde branchegebruik in 1987.
Dat [geïntimeerde] bij een aantal uitgevers, voor wie hij eerder opdrachten uitvoerde, de door hem ingeleverde fotoafdrukken op eerste verzoek terugkreeg, ondersteunt evenmin zijn stelling dat deze afdrukken zijn eigendom zijn gebleven. Hetzelfde geldt voor de omstandigheid dat PZC op enig moment aan een verzoek daartoe heeft voldaan. Honorering van het verzoek impliceert niet dat [geïntimeerde] eigenaar is gebleven; het verzoek kan ook om andere redenen zijn gehonoreerd.
De brief van PZC aan Strijd rechtvaardigt tenslotte evenmin de conclusie dat PZC er vanuit ging, of rekening hield met de mogelijkheid dat bij gebreke van een dergelijke brief de fotograaf eigenaar zou blijven van de afdrukken.
Ook in onderlinge samenhang bezien leiden de door [geïntimeerde] gestelde omstandigheden niet tot de conclusie dat partijen er over en weer vanuit mochten, respectievelijk moesten gaan dat de eigendom van de fotoafdrukken bij [geïntimeerde] bleef. Daarentegen is een aanwijzing voor het tegendeel gelegen in de door PZC gestelde omstandigheid dat zij de afdrukken zonder protest van [geïntimeerde] verknipte en versneed. Daarbij acht het hof de stelling van [geïntimeerde], dat hij daar niet van geweten zou hebben, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet aannemelijk. [geïntimeerde] heeft derhalve onvoldoende gesteld om het wettelijk vermoeden, dat PZC rechthebbende is op de fotoafdrukken, te weerleggen.

 

IEPT20080703, Hof Den Haag, Provinciale Zeeuwse Courant