RECLAMERECHT IPR
Geen Texaans maar Nederlands recht van toepassing
Beide partijen zijn in Nederland gevestigd en handelingen niet uitsluitend op een bepaalde concurrent gericht
Het meest verstrekkende verweer dat Dockwise heeft gevoerd is dat in de onderhavige zaak Texaans recht van toepassing is. Hiertoe heeft zij gesteld dat verspreiding van de gewraakte folder in Houston, zijnde Texaans grondgebied, heeft plaatsgevonden. De voorzieningenrechter is van oordeel dat ingevolge het bepaalde in artikel 3, derde lid van de Wet conflictenrecht onrechtmatige daad (WCOD), in dit geval Nederlands recht van toepassing is. Immers, zowel Dockwise, die de folder heeft verspreid als Siri Marine, die hiervan nadeel stelt te hebben ondervonden, zijn beide in Nederland gevestigd. De uitzondering als bedoeld in artikel 4, tweede lid WCOD doet zich niet voor, nu de gestelde mededelingshandeling - zo leidt de voorzieningenrechter uit bet door Siri Marine gevorderde af - uitsluitend tegen Siri Marine is gericht. De voorzieningenrechter zal het verweer dan ook passeren.
Misleidende brochure
Doordat aan het einde van de brochure een lijst van referentieprojecten is vermeld, in samenhang bezien met de opzet en voormelde inhoud van de brochure, wordt bij het publiek de indruk gewekt dat in deze projecten het Octopus systeem is gebruikt. Dit is echter niet juist.
De voorzieningenrechter zal allereerst beoordelen of de inhoud van de brochure moet worden aangemerkt als misleidende reclame in de zin van artikel 6:194 BW. Daartoe is van belang welke indruk de brochure wekt bij het publiek dat deze onder ogen krijgt. De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit de inhoud en redactie van de brochure zonder meer blijkt dat met de brochure is beoogd de aandacht te vestigen op de dienstverlening van Dockwise en in het bijzonder motion monotoring en decision support. Voorts maakt de brochure op ondubbelzinnige wijze duidelijk dat Dockwise hierbij gebruik maakt van het systeem Octopus en dat dit systeem wordt geleverd door Amarcon. Doordat aan het einde van de brochure een lijst van referentieprojecten is vermeld, in samenhang bezien met de opzet en voormelde inhoud van de brochure, wordt bij het publiek de indruk gewekt dat in deze projecten het Octopus systeem is gebruikt. Dit is echter niet juist. De voorzieningenrechter merkt in dit kader op dat Siri Marine onweersproken heeft gesteld dat Amarcon slechts bij één van de genoemde projecten, te weten Tahiti Spar als medeleverancier betrokken is geweest terwijl Siri Marine - zij het niet in alle gevallen als enige softwareleverancier - bij vijf van de genoemde projecten betrokken is geweest.
De voorzieningenrechter ziet geen aanknopingspunten voor het verweer van Amarcon dat het nieuwsbericht op de site, inhoudende dat er sprake is van samenwerking tussen haar en Dockwise, onlosmakelijk is verbonden met de brochure van Dockwise en dat derhalve uit het nieuws van de samenwerking met Dockwise moet worden begrepen dat voornoemde projecten juist niet door haar zijn verzorgd. Uit het vorenoverwogene volgt veeleer dat het tegendeel het geval is. Daarbij acht de voorzieningenrechter van belang dat de brochure op zichzelf dient te worden beoordeeld en niet zozeer in samenhang met allerhande bijkomende informatie die niet in de brochure is opgenomen.
Misleidende reclame vereist concurrentieverhouding
Dockwise, anders dan Amarcon, geen concurrent van Siri Marine
De voorzieningenrechter komt tot het voorlopig oordeel dat Dockwise niet als concurrent van Siri Marine kan worden aangemerkt. Siri Marine komt jegens Dockwise daarom geen beroep toe op de bescherming van artikel 6: 194 BW.
Amarcon en Siri Marine als elkaars concurrenten te gelden
Dit is anders ten aanzien van de vordering tegen Amarcon. Zoals hiervoor is overwogen, hebben Amarcon en Siri Marine als elkaars concurrenten te gelden. De commerciële doelstelling van Amarcon is gericht op de verkoop van Octopus. Door de brochure op haar website te plaatsen heeft Amarcon ten voordele van zichzelf gebruik gemaakt van de in deze brochure vermelde onjuiste informatie, althans van de suggestie dat bij alle van de hierin vermelde referentieprojecten het Octopussysteem is gebruikt. Voor de potentiële klanten van Amarcon is dit misleidend. Amarcon heeft hiermee onrechtmatig jegens Siri Marine gehandeld. Hieraan doet niet af dat de brochure niet van haar afkomstig is.
PROCESRECHT
Geen rectificatie wegens onevenredigheid en tijdsverloop
Gelet op omstandigheden zou een verdergaande voorziening als de gevorderde rectificatie en de wijze waarop deze zou moeten worden gepubliceerd, Siri Marine onevenredige genoegdoening verschaffen
Of rectificatie een passende reactie is, hangt af van de omstandigheden van het geval. In dit kader acht de voorzieningenrechter het volgende van belang. Amarcon heeft onweersproken gesteld dat de brochure niet op de homepage van haar website was geplaatst, maar dat deze was te bereiken via de button 'news" en vervolgens via een onder die button geplaatste link. De voorzieningenrechter is met Amarcon van oordeel dat voor bezoekers van de website de folder dus niet in één oogopslag zichtbaar was, maar dat diverse handelingen waren vereist alvorens de folder kon worden ingezien. Daar komt bij dat Amarcon, onmiddellijk nadat Siri Marine daartoe had verzocht, de link van haar website heeft verwijderd. Met deze maatregel heeft Amarcon zich naar het oordeel van de voorzieningenrechter de belangen van Siri Marine in voldoende mate aangetrokken. Hiermee is niet alleen het spoedeisend belang aan de gevorderde rectificatie komen te ontvallen, ook zou een verdergaande voorziening als de gevorderde rectificatie en de wijze waarop deze zou moeten worden gepubliceerd, Siri Marine onevenredige genoegdoening verschaffen. Reeds hierom dient de vordering te worden afgewezen.
Ook overigens is voor het zware middel dat Siri Marine zoekt geen plaats omdat ten tijde van een eventuele plaatsing van de gevorderde rectificatie reeds meer dan een maand zal zijn verstreken sinds de brochure voor het laatst op de website (omstreeks 25 juni 2008) van Amarcon te lezen was.
Bij de gemiddelde bezoeker van de website - zo deze de folder al zou hebben gelezen - zal de inhoud hiervan niet meer vers in het geheugen liggen. Slechts weinigen zullen zich deze nog nauwkeurig herinneren. Gelet hierop valt op voorhand niet in te zien dat Siri Marine enig belang zou hebben bij plaatsing van de gevorderde rectificatie. Het bovenstaande, mede bezien in samenhang met de relatief korte periode van ongeveer zes weken waarop de folder op de website heeft gestaan en het relatief geringe karakter van de misleiding - er is sprake van verzwijging van de rol van Siri Marine - brengt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat in dit geval rectificatie disportioneel moet worden geacht
IEPT20080731, Rb Zwolle, Siri Marine v Amarcon en Dockwise