IEPT20080827, Rb Arnhem, Montis v Het Anker

19-09-2008 Print this page
IEPT20080827, Rb Arnhem, Montis v Het Anker

AUTEURSRECHT

 

Model Twiggy niet inbreukmakend
Niet dezelfde totaalindruk als modellen Charly en Chaplin: bank in plaats van eetkamerstoel en ontbreken wielen, geen kruisverbinding bij de poten, geen s-vorm in de rugleuning en poten en een vaste, gladde bekleding.
Kenmerkend voor de Charly en de Chaplin (zie onder 2.3.) zijn onder meer de ranke poten, onderin verbonden door een kruisverbinding, de doorlopende bekleding in de armleggers en de rugleuning de lichte s-vorm van de rugleuning die doorloopt in de poten.
Daarnaast heeft Het Anker gewezen op de kenmerkende plooivorming als gevolg van de losse stoffering, de afwezigheid van een 'kapregel' aan de bovenzijde van het frame en de wieldoppen. Hoewel onmiskenbaar enige van de bovengenoemde elementen zijn overgenomen in de Twiggy - de ranke poten, de doorlopende bekleding- maakt dit naar het oordeel van de rechtbank niet dat gesproken kan worden van eenzelfde totaalindruk. Dat geldt met name waar de Twiggy een bank is en geen eetkamerstoel zoals de Charly en de Chaplin. Maar ook overigens is sprake van verschillen op meet dan ondergeschikte onderdelen. De Twiggy heeft geen wielen, geen kruisverbinding bij de poten, geen s-vorm in de rugleuning en poten en een vaste, gladde bekleding. Al met al maakt het bovenstaande dat Het Anker met de Twiggy geen inbreuk maakt op een eventueel aan Montis toekomend auteursrecht op de Charly en de Chaplin.

 

Rechtsverwerking Montis inzake modellen Armada, de Twist, de Bingo, de Cleopatra en de Rio
Door na gesprek meer dan een jaar te wachten, en ondertussen gebruik te maken van de door Het Anker verstrekte informatie ten opzichte van derden, heeft Montis bij Het Anker het gerechtvaardigde vertrouwen heeft gewekt dat zij ten aanzien van de Armada, de Twist, de Bingo, de Cleopatra en de Rio haar aanspraken zou laten varen

Montis heeft zich dus eind 2003 al gerealiseerd - en zij heeft zich ook moeten realiseren- dat zij mogelijk aanspraken had jegens Het Anker. Dit volgt reeds uit de in 4.4. genoemde opmerkingen van Van Straaten over de gelijkenis tussen de Charly en Chaplin enerzijds en de Bingo anderzijds en over de ontbrekende kruisverbinding bij de stoelen van Het Anker. Deze discussie staat daarmee ook aan de basis van het bij Het Anker opgewekte vertrouwen. Desondanks heeft Montis nagelaten Het Anker direct of kort nadien aan te spreken. Dit had wel op haar weg gelegen, temeer nu zij wel gebruik heeft gemaakt van de kennis en proceservaring van Het Anker in het kader van de door haar tegen derden aangespannen of aan te spannen procedures. Het Anker heeft onbetwist gesteld dat het meer dan een jaar heeft geduurd alvorens Montis, op de meubelbeurs in Keulen in januari 2005, voor het eerst bezwaren kenbaar heeft gemaakt tegen de vormgeving van een aantal stoelen van Het Anker. Dat ging toen om de Armada, Bingo, Kira, Twiggy en Twist. Tegen de Cleopatra en de Rio heeft Montis pas in 2006 bezwaren geuit. De rechtbank is van oordeel dat Montis, door aldus te handelen en vervolgens na te laten, bij Het Anker het gerechtvaardigde vertrouwen heeft gewekt dat zij ten aanzien van de Armada, de Twist, de Bingo, de Cleopatra en de Rio haar aanspraken zou laten varen. De rechtbank acht het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid dan ook onaanvaardbaar dat Montis na (meer dan) een jaar haar aanspraken alsnog geldend heeft gemaakt. De vorderingen van Montis zullen ten aanzien van deze stoelen- de Armada, Twist, Bingo, Cleopatra en Rio - daarom worden afgewezen

 

Montis toegelaten tot tegenbewijs inzake afspraak over model Kira
de rechtbank acht bewezen dat de afspraak tussen partijen uitsluitend inhield dat Het Anker de rits zou verplaatsen en Montis vervolgens haar bezwaren zou laten varen. Het laat zich anders immers moeilijk verklaren waarom Het Anker zich moeite zou getroosten de aanpassingen te doen aan één van haar modellen en daarvoor kosten te maken, als zij daarmee geen enkele zekerheid zou hebben dat de discussie daarmee teneinde zou zijn
De rechtbank acht bewijslevering noodzakelijk ten einde te kunnen vaststellen wat partijen ten aanzien van de Kira hebben afgesproken. Ingevolge de hoofdregel van artikel 150 Rv, draagt Het Anker de bewijslast van de inhoud van de afspraak over de Kira. Zij beroept zich immers, bij wege van bevrijdend verweer, op de rechtsgevolgen van de overeenkomst. Gelet op (i) de afspraak over het verlengen van de rits met 10 centimeter bij de Kira, die tussen partijen niet in geschil is, (ii) de context waarin deze afspraak geacht moet worden te zijn gemaakt waarin Montis Het Anker aanspreekt op auteursrechtinbreuk en slaafse nabootsing door de Kira en ten slotte (iii) het inmiddels door de rechtbank als vaststaand aanvaarde feit dat Het Anker conform deze afspraak heeft gehandeld, acht de rechtbank het voorshands bewezen dat de afspraak tussen partijen uitsluitend inhield dat Het Anker de rits zou verplaatsen en Montis vervolgens haar bezwaren zou laten varen. Het laat zich anders immers moeilijk verklaren waarom Het Anker zich moeite zou getroosten de aanpassingen te doen aan één van haar modellen en daarvoor kosten te maken, als zij daarmee geen enkele zekerheid zou hebben dat de discussie daarmee teneinde zou zijn. Montis is ook niet specifiek geweest wanneer partijen dan verder zouden praten en welke resultaten dan beoogd werden, terwijl Montis evenmin heeft gesteld, laat staan aannemelijk heeft gemaakt, dat zij conform de beweerdelijk gemaakte afspraak inderdaad heeft getracht tot nadere afspraken te komen. De rechtbank zal Montis echter in de gelegenheid stellen tegenbewijs te leveren van het behoudens dat tegenbewijs als vaststaand aangenomen feit dat partijen bij gelegenheid van de beurs in Keulen in januari 2005 hebben afgesproken dat Montis haar bezwaren tegen de Kira zou laten varen indien Het Anker de rits op de achterzijde van de Kira met 10 centimeter naar bovenzou verlengen.

 

 

IEPT20080827, Rb Arnhem, Montis v Het Anker