PROCESRECHT
Verbeuren dwangsommen
doel en de strekking van de veroordeling dienen tot richtsnoer worden genomen
In een executiegeschil als het onderhavige, waarbij het erom gaat of dwangsommen zijn verbeurd omdat een veroordeling niet of onvoldoende zou zijn nageleefd, heeft de rechter niet tot taak de in het veroordelende vonnis besliste geschilpunten zelfstandig opnieuw te beoordelen, maar dient hij zich er toe te beperken de ter uitvoering van het veroordelende vonnis verrichte handelingen te toetsen aan de inhoud van de veroordeling, zoals deze door uitleg moet worden vastgesteld. Daarbij moet het doel en de strekking van de veroordeling tot richtsnoer worden genomen (vergelijk H.R. 20 mei 1994, LJN ZC1367). In deze kort geding procedure dient daarnaast een inschatting te worden gemaakt van het te verwachten oordeel van de bodemrechter op dit punt en zal deze inschatting moeten worden afgewogen tegen het voor de geëxecuteerde dreigende nadeel van een achteraf onjuist geoordeelde executie.
Omdat het vonnis er kennelijk vanuit gaat dat juist Fewmore en Van Ulden de webwinkel hadden beëindigd en alleen zij de content van de website in hun bezit hebben, kan de veroordeling moeilijk anders worden begrepen dan dat de bestanden moet worden afgegeven aan Livius in haar hoedanigheid van medebestuurder van Bwana.
De voorzieningenrechter acht de kans groot dat de bodemrechter zal oordelen dat door Fewmore en Van Ulden dwangsommen zijn verbeurd. In dit verband is van belang dat de voorzieningenrechter in zijn vonnis van 25 juni 2008 heeft overwogen dat Livius recht heeft op afgifte van de content van de website aan Bwana omdat dat noodzakelijk is voor de voorlopige voortzetting van de onderneming van Bwana. Omdat het vonnis er kennelijk vanuit gaat dat juist Fewmore en Van Ulden de webwinkel hadden beëindigd en alleen zij de content van de website in hun bezit hebben, kan de veroordeling moeilijk anders worden begrepen dan dat de bestanden moet worden afgegeven aan Livius in haar hoedanigheid van medebestuurder van Bwana. Er zijn daarnaast geen aanwijzingen om aan te nemen dat, indien mocht worden vastgesteld dat de dwangsommen ten onrechte zijn betaald, het bedrag niet terugbetaald zal kunnen worden. De voorzieningenrechter ziet derhalve geen reden voor schorsing van de executie.
IEPT20080802, Rb Den Haag, Fewmore & Van Ulden v Livius