IEPT20080924, Rb Den Haag, Pink Ribbon v X-Groep

25-09-2008 Print this page
IEPT20080924, Rb Den Haag, Pink Ribbon v X-Groep

MERKENRECHT

 

Pink Ribbon geen gebruikelijk teken in normaal taalgebruik
Zoals Pink Ribbon ook zelf heeft erkend begon in 2003 in de Benelux het belang door te dringen van de bewustwording omtrent borstkanker. Dat is echter iets anders dan dat het teken PINK RIBBON gebruikelijk was in het normale taalgebruik of in het handelsverkeer in de zin van artikel 2.28 lid 1 sub d BVIE
geldt dat de X-groep naar voorlopig oordeel onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het teken PINK RIBBON (en niet het logo in de vorm van het roze lintje Stichting Pink Ribbon heeft ter zitting te kennen gegeven zich in deze procedure uitsluitend op het woordmerk/woordbestanddeel van de woord- /beeldmerken te beroepen) ten tijde van het depot in 2003 gebruikelijk was voor aanduiding van waren en diensten waarvoor het merk is ingeschreven. De X-groep heeft ten aanzien van het gebruikelijk zijn van het teken in de Benelux (de uitvoerige opsomming van het gebruik in de Verenigde Staten van Amerika is voor het Benelux-gebied niet relevant) slechts kunnen wijzen op een in oktober 2002 gehouden Pink Ribbon Day 2002 in Amsterdam, waarbij De Waag op de Nieuwmarkt magenta werd verlicht en op een bedankbrief van Estée Lauder Companies naar aanleiding van een op 2 oktober 2006 (in samenwerking met Stichting Pink Ribbon! zie productie 16 X-groep) gehouden thema-avond, waarin vermeld wordt: 'Vier jaar geleden begon Estée Lauder Benelux aandacht te vragen voor de strijd tegen borstkanker in Nederland. Dankzij de inspanningen van velen is de campagne Pink Ribbon inmiddels [i.e. in 2006, vzr] een nationaal begrip geworden.' Dit een en ander, mede in het licht van het betoog van Pink Ribbon dat het teken PINK RIBBON rond 2003 in de Benelux nog vrijwel onbekend was en door haar door de X-groep overigens niet weersproken inspanningen op het gebied van fondsenwerving en promotie van genoemd teken in de periode 2003- 2008 op de kaart is gezet, is evenwel ten enenmale onvoldoende om van de juistheid van de stelling van de X-groep uit te gaan. Zoals Pink Ribbon ook zelf heeft erkend begon in 2003 in de Benelux het belang door te dringen van de bewustwording omtrent borstkanker. Dat is echter iets anders dan dat het teken PINK RIBBON gebruikelijk was in het normale taalgebruik of in het handelsverkeer in de zin van artikel 2.28 lid 1 sub d BVIE. Dat het teken PINK RIBBON, zoals de X-groep nog heeft gesteld, beschrijvend zou zijn voor het roze lintje, het algemeen gebruikelijke symbool voor de strijd tegen borstkanker, doet aan het vorenstaande niet af.

 

Inbreuk aangenomen
'Abstandslehre', wordt verworpen nu Pink Ribbon binnen de Benelux, de door de X-groep gedane depots daar gelaten, de enige organisatie is die het teken PINK RIBBON als merk gebruikt.

 

PROCESRECHT

 

Merkdepotverbod
X-groep zal dan ook worden verboden opnieuw Benelux- of Gemeenschapsmerkdepots te verrichten voor het teken PINK RIBBON en/of voor tekens die een andere combinatie omvatten van de woorden 'PINK' en 'RIBBON', totdat in de door Pink Ribbon aanhangig te maken bodemprocedure bij eindvonnis zal zijn beslist.
De X-groep heeft de stelling van Pink Ribbon dat de X-groep aldus misbruik van bevoegdheid maakt, door het enkel bloot ontkennen daarvan, onvoldoende gemotiveerd weersproken. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft X ter zitting bovendien geen zinvolle verklaring verschaft over zijn handelwijze ter zake het (in verschillende talen) deponeren en (na indiening van de schriftelijke onderbouwing van de oppositie door Pink Ribbon) weer intrekken van Benelux- en Gemeenschapsmerkdepots. Gelet daarop, alsmede gelet op het patroon en de frequentie van het deponeren en vervolgens weer intrekken van de merkendepots (zie r.o. 2.6. en r.o. 2.7.) en voorts indachtig het vaststaande feit dat de merken van Pink Ribbon in rangorde prioriteit genieten boven de door de X-groep gedeponeerde tekens, moet het er voorshands dan ook voor worden gehouden dat de X-groep met het steeds weer verrichten en intrekken van depots blijkbaar geen ander doel nastreeft dan het dwars zitten en op kosten jagen van Stichting Pink Ribbon, hetgeen misbruik van bevoegdheid oplevert, terwijl overigens is voldaan aan de eisen welke worden gesteld aan het aannemen van een (dreigende) onrechtmatige daad als bedoeld in artikel 6:162 BW jo. artikel 3:13 BW. Voorts geldt dat, nu de X-groep bekend is met de oudere rechten van Stichting Pink Ribbon, zij, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang bij uitoefening van haar bevoegdheid en het belang van Stichting Pink Ribbon dat daardoor wordt geschaad, naar redelijkheid niet tot uitoefening van het steeds weer verrichten van merkdepots had kunnen komen. Bij wijze van ordemaatregel zal het de X-groep dan ook worden verboden opnieuw Benelux- of Gemeenschapsmerkdepots te verrichten voor het teken PINK RIBBON en/of voor tekens die een andere combinatie omvatten van de woorden 'PINK' en 'RIBBON', totdat in de door Pink Ribbon aanhangig te maken bodemprocedure bij eindvonnis zal zijn beslist. Het verbod zal gedeeltelijk komen te vervallen indien in één van de bij het BBIE of OHIM aanhangige oppositieprocedures zal worden beslist dat de door Pink Ribbon ingestelde oppositie tegen het betreffende depot ongegrond is en het gedeponeerde merk van de X-groep kan worden ingeschreven. Het verbod zal dan voor dat betreffende merk komen te vervallen.

 

 

IEPT20080924, Rb Den Haag, Pink Ribbon v X-Groep