IEPT20081001, Rb Den Haag, Sulphide cs v Marbleous cs

09-10-2008 Print this page
IEPT20081001, Rb Den Haag, Sulphide cs v Marbleous cs

OCTROOIRECHT

Nieuwheid NL 679 aangenomen
Anders dan Marbleous c.s. en OCN, is de rechtbank van oordeel dat de gemiddelde vakman bij lezing van NL 679 zal begrijpen dat dit octrooischrift - anders dan WO 754 - ziet op een werkwijze waarbij gebruik wordt gemaakt van een enkele glasmassa. Noch in de tekeningen, noch in de beschrijving is enige aanwijzing te vinden voor de door Marbleous c.s. en OCN voorgestane uitleg, terwijl de tekst van conclusie 1 duidt op het gebruik van een enkele glasmassa. De in conclusie 1 omschreven werkwijze ziet immers op het in een vormholte brengen van een hoeveelheid glas, en het persen van de glashoeveelheid tot een gewenste vorm. Dit laat geen ruimte voor een uitleg waarbij de laatste persstap samenvalt met het toevoegen van een tweede glashoeveelheid. De afzonderlijke stappen als omschreven in conclusie 1 zijn, bezien in het licht van de beschrijving en de tekeningen, opeenvolgende stappen. Conclusie 1 laat in het licht van de beschrijving geen uitleg toe waarbij één of meerdere stappen samenvallen. Dat ook de persstap een afzonderlijke stap is en niet gelijktijdig met het in het glas drukken van de figurine plaatsvindt, gelijk Marbleous c.s. betoogt, blijkt ook uit het gebruik in de beschrijving van woorden als 'daarna' (p. 2, r, 8) en 'vervolgens' (p. 2, r. 22).
4.12. Uit het voorgaande volgt dat conclusie 1 van NL 679 nieuw is in het licht van WO 754.
WO 754 ziet op werkwijzen waarbij gebruik wordt gemaakt van twee glasmassa's, waar conclusie 1 van NL 679 ziet op het gebruik van één glasmassa.

Inventiviteit NL 679 aangenomen
Probleemstelling: hoe in grote aantallen voorwerpen van glas met daarin driedimensionale figurines van hoge kwaliteit kunnen worden vervaardigd, waarbij de figurines (beter) in het midden van het glas zijn gepositioneerd.
NL 679 beoogt een nieuwe werkwijze te verschaffen voor het vervaardigen van een voorwerp van glas met een daarin opgenomen driedimensionale figurine. Het probleem dat NL 679 met de nieuwe werkwijze beoogt op te lossen, is hoe in grote aantallen voorwerpen van glas met daarin driedimensionale figurines van hoge kwaliteit kunnen worden vervaardigd, waarbij de figurines (beter) in het midden van het glas zijn gepositioneerd.
het in het glas drukken van de figurine, maakt conclusie 1 van NL 679 inventief
De rechtbank is namelijk, anders dan Marbleous, van oordeel dat stap 2 uit deze conclusie, het in het glas drukken van de figurine, conclusie 1 van NL 679 inventief maakt. Gelet op de hoge temperaturen die benodigd zijn om het glas week te maken (het inbrengen van de figurine gebeurt in NL 679 bij temperaturen van circa 900-1000 ºC), alsmede gelet op het feit dat Marbleous c.s. geen voorbeelden heeft genoemd waarin de figurine volledig in het glas wordt gedrukt, vermag de rechtbank zonder nadere toelichting - die ontbreekt - niet in te zien waarom de gemiddelde vakman zou overwegen het driedimensionale voorwerp simpelweg in het glas te drukken.
US 556: dit uit 1939 daterende octrooi ziet immers op het maken van bouwblokken, waaraan hele andere eisen worden gesteld dan aan decoratieve glazen driedimensionale voorwerpen als de onderhavige. Daar komt bij dat, als de vakman US 556 al wel zou raadplegen, hij van de uitvinding van NL 679 zou worden weggeleid.
Net als WO 754 openbaart US 405 derhalve een werkwijze waarin gebruik wordt gemaakt van twee glashoeveelheden, terwijl NL 679 ziet op het gebruik van een enkele hoeveelheid glas. De combinatie van beide octrooischriften kan alleen al om die reden niet leiden tot de slotsom dat conclusie 1 van NL 679 inventiviteit ontbeert. Ook US 405 leidt weg van de uitvinding
EP 849 geeft echter geen enkele aanwijzing in de richting van de in conclusie 1 van NL 679 geopenbaarde uitvinding, waarbij een enkele glashoeveelheid in een mal wordt gebracht en waarin vervolgens een driedimensionaal voorwerp wordt gedrukt

Nawerkbaarheid NL 679 aangenomen
Marbleous c.s. gaat uit van het gebruik van natronkalkglas, maar NL 679 is daartoe niet beperkt
Hetgeen Marbleous c.s. stelt is onvoldoende voor de conclusie dat het glas in figuur 2 van NL 679 noodzakelijkerwijs zal weglopen en conclusie 1 van NL 679 zodoende niet nawerkbaar is. De figuren zijn schematisch bedoeld. De door Marbleous genoemde temperaturen zijn weliswaar in de beschrijving terug te vinden (op p. 3, r. 27, respectievelijk p. 5, r, 15), maar in beide gevallen gaat het hier slechts om voorbeelden. Volgens conclusie 1 zal de vakman een hoeveelheid glas van een gewenste temperatuur waarbij het glas week is, in de vormholte brengen. Wat de vakman zal doen, gelijk in de beschrijving op p. 3, r. 25-26 wordt omschreven, is een glasdruppel knippen van een voorraad glas die heet gemaakt is en zodanige temperatuur bezit dat deze week en taai is, maar ook roodgloeiend. Er is een grote range van temperaturen waarbinnen glas aldus kan worden bewerkt. Welke temperaturen daarvoor geschikt zijn, zal afhangen van het gebruikte glas. Marbleous c.s. gaat uit van het gebruik van natronkalkglas, maar NL 679 is daartoe niet beperkt. Het verweervan Marbleous c.s., inhoudende dat conclusie 1 van NL 679 niet nawerkbaar is, gaat derhalve evenmin op.

Inbreuk 679 aangenomen
Door werkwijzen conform Vietnamese octrooien

De conclusie van het voorgaande is dat het in VN 4385 geopenbaarde uitvoeringsvoorbeeld (en mogelijk ook conclusie 1) inbreukmakend is te achten. Niet betwist is dat ditzelfde geldt voor VN 5406, terwijl van VN 5405 niet wordt gesteld dat dit octrooi inbreuk maakt op conclusie 1 van NL 679

Nietigheid NL 444
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat niet overtuigend is aangetoond dat het gestelde probleem zich in de stand van de techniek voordoet en evenmin dat het in NL 444 geclaimde voordeel is toe te dichten aan de kenmerkende maatregelen van NL 444
.

Dit leidt tot de conclusie dat het octrooi niet verleend had mogen worden. NL 444 zal om die reden worden

PROCESRECHT

 

Niet-ontvankelijkheid licentienemer
Standard Group in haar vorderingen niet-ontvankelijk anders dan voor zover deze zien op die tot (eigen) schadevergoeding
Als licentienemer kan Standard Group slechts een vordering tot schadevergoeding instellen (art. 70 lid 5 ROW 1995). Een procesvolmacht voor Standard Group is niet gesteld of gebleken en het niet-ontvankelijkheidsverweer van Marbleous c.s. is in die zin terecht opgeworpen. De rechtbank zal Standard Group daarom in haar vorderingen anders dan voor zover deze zien op die tot (eigen) schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaren.

Belang bij vordering jegens distributeur
De rechtbank stelt vast dat Joker niet alleen betrokken is geweest bij de twee bedoelde proefzendingen, maar tevens op de achterzijde van de verpakking van de Marbleous knikkers vermeld staat als kennelijke distributeur.
Gelet hierop, alsmede gelet op het feit dat Marbleous c.s. in het geheel niet heeft onderbouwd dat en waarom Joker niet langer op enigerlei wijze betrokken is bij de verhandeling van de Marbleous knikkers, ziet de rechtbank aanleiding om een eventuele verbod ook jegens Joker uit te spreken. in conventie en reconventie


Reconventionele nietigheid niet-ontvankelijk
Wegens ontbreken door artikel 75 Row 1995 voorgeschreven resultaat van een door OCN uitgebracht advies omtrent de toepasselijkheid van de in artikel 75 lid 1 ROW 1995 genoemde nietigheidsgronden
Ook niet mogelijk bij wege van vermeerdering van eis
: binnen het versneld regime was er na de vermeerdering van eis voor Sulphide c.s. geen gelegenheid meer om schriftelijk op die vermeerdering te reageren.

 

IEPT20081001, Rb Den Haag, Sulphide cs v Marbleous cs