MODELRECHT
Internationale registratie: bundel van nationale modelrechten
Met Michaud is het hof van oordeel dat een internationaal modeldepot leidt tot een aantal afzonderlijke nationale modelrechten zodat van een dergelijk depot eerst gezegd kan worden dat het in zijn geheel niet meer bestaat wanneer vast staat dat uit het depot geen nationale rechten (meer) voortvloeien.
Het gegeven dat het vonnis van het Tribunal de Commerce de Clermont-Ferrand van 1 februari 2007 zich op het eerste gezicht niet lijkt te beperken tot de modelrechten van Michaud in Frankrijk maar het internationaal modeldepot in zijn geheel lijkt te betreffen , doet hier niet aan af. Dit vonnis heeft geen betrekking op de rechten die Michaud in Nederland al dan niet aan het internationaal modeldepot kan ontlenen; dat ia een vraag die juist in de onderhavige procedure aan de orde dient te komen en die met het Franse vonnis niet is beantwoord.
Nietigheid depot
Goede trouw Owens niet relevant: Ook wanneer Owens precies op de hoogte is van de feitelijke eigenschappen van het product waarop het modeldepot betrekking heeft, brengt dat niet mee dat zij geen beroep zou kunnen doen op de nietigheid van het depot op de aangevoerde grond.
hof gaat uit van afschrift van de internationale modelregistratie die een kleurenfoto bevat
Dat bij een Beneluxmodeldepot een zwart/wit foto is vereist is in dit verband niet van belang aangezien het Reglement behorende bij de Overeenkomst van 'sGravenhage, waarop het internationaal modeldepot is gebaseerd, een dergelijke eis niet kent. Grief 2 in het principaal appel die tegen het andersluidende oordeel van de rechtbank opkomt, slaagt
vraag of een (internationaal) depot nietig is omdat de kenmerkende eigenschappen van een model er niet voldoende uit blijken is naar het oordeel van het hof niet een kwestie van formaliteiten of administratieve vereisten, waarvoor het Reglement bepalend is, maar een kwestie van rechtskracht en beschermingsomvang die door het nationale recht wordt beheerst.
Kenmerkende eigenschappen van model blijken niet uit depot
Het hof neemt hierbij in aanmerking dat in dit afschrift de relatief grote donkergele dop een in het oog springende plaats inneemt terwijl de aanspraken van Michaud nu juist geen betrekking hebben op de dop, maar uitsluitend op het potje zonder die dop. De dop moet bij de beoordeling van het depot als het ware worden weggedacht. Wat dan resteert, ie naar de eigen waarneming van het hof niet meer dan de tamelijk vage contouren van een enigermate bol flesje of potje. Volgens Michaud is uit de afbeelding zonder meer het honingpotje af te leiden zoals dat in de praktijk wordt gebezigd, maar het hof kan zich in dit standpunt bepaald niet vinden. De afbeelding van het potje (zonder dop) kan tot vele uiteenlopende vormen leiden, zoals door Owens bij het pleidooi aangetoond, en niet specifiek tot de bepaalde vorm die Michaud beoogd heeft te deponeren. De omschrijving van het model is daarbij zeer globaal, zodat ook daarin geen aanknopingspunt is te vinden voor een nadere bepaling van de kenmerkende eigenschappen van het model.
AUTEURSRECHT
Oorspronkelijk werk
dat het honingpotje niet is ontleend aan enig ander werk en wel het persoonlijk stempel van de maker draagt, zodat het in beginsel voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt
Ook wanneer dat in aanmerking wordt genomen, stelt het hof vast dat het rapport een deugdelijke onderbouwing van het standpunt van Michaud inhoudt terwijl de inhoudelijke betwisting ervan door Owens niet voldoende gemotiveerd is en in feite neerkomt op een herhaling van eerdere, door prof. Jacobs reeds weerlegde stellingen. Het hof gaat er op grond van deze overwegingen van uit dat het honingpotje niet is ontleend aan enig ander werk en wel het persoonlijk stempel van de maker draagt, zodat het in beginsel voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt .
Rechthebbende
Overdracht auteursrecht te beoordelen naar Frans recht
Michaud heeft gesteld dat Barrault als maker heeft te gelden en dat het houderschap van het auteursrecht vervolgens naar Frans recht beoordeeld dient te worden. Hierbij uitgaande van het vonnis van het Tribunal de Commerce de Clermont-Ferrand van 1 februari 2007 is het auteursrecht op het honingpotje van Barrault overgegaan op Michaud . Ook het hof acht op dit punt Frans recht van toepassing. De overgang van het houderschap van Barrault op Michaud is door Owens tegenover de onderbouwde stellingname van Michaud op zich onvoldoende betwist.
hof acht in beginsel voldoende aangetoond dat Barrault als ontwerper heeft te gelden
Door Owens is evenwel aangevoerd dat Skillpack dan wel de heer Killestijn als ontwerper aangemerkt dient te worden. Met de producties die Michaud in hoger beroep heeft overgelegd, waaronder de ontwerptekening van Barrault, acht het hof in beginsel voldoende aangetoond dat Barrault als ontwerper heeft te gelden. De bedenkingen die Owens bij deze ontwerptekening aanvoert (mva/mvg punt 52) acht het hof onvoldoende om zodanig aan de authenticiteit van de ontwerptekening te twijfelen dat deze buiten beschouwing gelaten zou moeten worden. Het hof acht de stelling van Michaud dat Barrault als ontwerper van het honingpotje heeft te gelden voorshands bewezen behoudens tegenbewijs van de kant van Owens. Het hof zal Owens overeenkomstig haar bewijsaanbod tot dit tegenbewijs toelaten.
PROCESRECHT
Geen aanhouding Nederlandse procedure
De uitkomst van de beroepsprocedure in Frankrijk is niet van doorslaggevende betekenis voor de onderhavige procedure, aangezien de procedures betrekking hebben op de model- en auteursrechten van Michaud in verschillende landen.
Aan Owens kan worden toegegeven dat het de voorkeur verdient dat in parallel lopende procedures in verschillende landen over dezelfde onderwerpen tussen (onder meer) dezelfde partijen uitspraken worden gedaan die met elkaar in overeenstemming zijn, maar dat brengt niet mee dat de onderhavige procedure moet worden aangehouden totdat in de Franse procedure een einduitspraak is bereikt . De beslissing in de ene procedure hangt immers niet af van de beslissing in de andere.
IEPT20081014, Hof Den Bosch, Michaud v Owens
