IEPT20081015, GvEA, Manpower

15-10-2008 Print this page
IEPT20081015, GvEA, Manpower


MERKENRECHT

 

Manpower beschrijvend in het Engels voor uitzendbureaus
dit woord was in het Verenigd Koninkrijk en Ierland beschrijvend voor de diensten van een arbeidsbureau of uitzendbureau
Rekening houdend met alle bovengenoemde elementen, en in het bijzonder de definities van de betekenis van het woord "manpower" in het Engels die door de kamer van beroep en de nietigheidsafdeling zijn aangedragen, is het Gerecht van oordeel dat de kamer van beroep op goede gronden heeft geconcludeerd dat dit woord in het Verenigd Koninkrijk en Ierland beschrijvend was voor de diensten van een arbeidsbureau of uitzendbureau.
Er dient immers te worden vastgesteld dat het Engelse woord "manpower" met de betrokken diensten een voldoende rechtstreeks en concreet verband heeft, waardoor het betrokken publiek in het Verenigd Koninkrijk en Ierland daarin onmiddellijk en zonder verder nadenken een beschrijving van deze diensten kan zien in de zin van de in punt 48 supra aangehaalde rechtspraak.

 

Inburgering woordmerk 'Manpower'
 Verkrijging onderscheidend vermogen na inschrijving
Artikel 51, lid 2, van verordening nr. 40/94 beoogt juist de inschrijving te handhaven van dergelijke merken die door het gebruik dat ervan is gemaakt, intussen dit wil zeggen na de inschrijving ervan onderscheidend vermogen hebben verkregen voor de waren of diensten waarvoor zij werden ingeschreven, ondanks het feit dat die inschrijving op het ogenblik waarop zij heeft plaatsgevonden, in strijd was met artikel 7 van verordening nr. 40/94.
Inburgering in Verenigd Koninkrijk, Ierland, Duistland en Oostenrijk bewezen
- Gelet op al deze bewijzen en het dossier is het Gerecht van oordeel dat de kamer van beroep op goede gronden heeft geoordeeld dat het bewijs was geleverd dat het merk van interveniënte in het Verenigd Koninkrijk door gebruik onderscheidend vermogen had verkregen. Er dient immers in het bijzonder te worden gewezen op het grote aantal filialen van interveniënte. Rekening houdend met de aard van de door interveniente aangeboden waren en diensten, kan op basis van dat element worden geoordeeld dat de onderneming van interveniënte goed zichtbaar was op de betrokken markt. Daarbij komen nog de omzet, het grote marktaandeel, de ontelbare krantenknipsels, alsmede de andere door de kamer van beroep aangehaalde elementen die afdoende wijzen op de sterke positie van het merk van interveniënte in het Verenigd Koninkrijk.
- Met betrekking tot Ierland heeft de kamer van beroep in punt 27 van de bestreden beslissing gesteld dat het merk van interveniënte in dit land reeds meer dan 25 jaar als merk werd gebruikt op het gebied van personeelswerving en dat de onderneming van interveniënte in 1993 reeds een aanzienlijke omzet realiseerde van meer dan 897 000 pond sterling (GBP) en in 1995 de kaap van één miljoen GBP heeft bereikt. Verder heeft de kamer van beroep vastgesteld dat in kranten en telefoongidsen reclame was gemaakt voor het merk van interveniënte. Volgens de kamer van beroep kan niet worden voorbijgegaan aan het feit dat het zeer waarschijnlijk was dat de bekendheid van het merk van interveniënte in het Verenigd Koninkrijk ook gedeeltelijk afstraalde op Ierland.
- Met betrekking tot Duitsland en Oostenrijk dient te worden geoordeeld dat de kamer van beroep terecht van mening was dat het merk van interveniënte in deze twee landen onderscheidend vermogen door gebruik had verkregen. Om te beginnen heeft de kamer van beroep zich immers terecht op het standpunt gesteld dat kon worden geconcludeerd dat dit merk in Duitsland door gebruik onderscheidend vermogen had verkregen, op grond van het grote aantal bureaus van interveniënte in Duitsland, haar omzet in dit land, het aantal ondernemingen die klant zijn (waaronder multinationals), het veelvuldig opduiken van het merk van interveniënte in verschillende kranten (zelfs op nationale schaal) en de verschillende overgelegde reclameadvertenties, alsmede op grond van de marketinguitgaven et de geografische spreiding van het gebruik van het merk van interveniënte.

 

IEPT20081015, GvEA, Manpower