IEPT20081021, Rb Leeuwarden, Diefstal virtuele goederen

22-10-2008 Print this page
IEPT20081021, Rb Leeuwarden, Diefstal virtuele goederen

STRAFRECHT

 

Virtueel amulet en virtueel masker zijn 'goed' in de zin van artikel 310 Sr
Beide items hebben waarde voor de bezitter en de wegnemer heeft de feitelijk macht daarover verkregen en daardoor heeft de bestolene de feitelijke macht verloren
De officier van justitie heeft - kort gezegd - ter zitting aangevoerd dat de virtuele amulet en het virtueel masker goederen zijn die onder het bestanddeel 'goed' als bedoeld in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht vallen en de raadsman heeft ter zitting het tegenovergestelde bepleit.
De rechtbank overweegt als volgt. In de onderhavige zaak is sprake van virtuele goederen, namelijk een virtuele amulet en een virtueel masker uit het online computerspel "RuneScape". Het volgende is de rechtbank ambtshalve bekend over "RuneScape". "RuneScape" is één van de grotere online spellen en vooral populair onder de jeugd. Miljoenen spelers, zogenaamde online gamers, over de hele wereld spelen het spel. "RuneScape" speelt zich af in een virtuele wereld, waarin spelers met karakters kunnen deelnemen aan die virtuele wereld. Spelers kunnen onder meer opdrachten ('quests') vervullen, tegen andere spelers vechten en andere activiteiten ontplooien. Hiervoor kan men onder andere 'items', zoals een masker of een amulet, verkrijgen. De items hebben elk afzonderlijk een waarde. Die waarde wordt in dit spel uitgedrukt in 'coins' en die waarde fluctueert op basis van vraag en aanbod van die items. Met die 'coins' kan men als speler 'skills' (vaardigheden) trainen. Hoe meer 'coins' de speler heeft, hoe sterker hij wordt in het spel "RuneScape".
Aangever, verdachte en medeverdachte hadden elk een account, dat toegang gaf tot het spelen van "RuneScape" en waren ook actief speler van dit spel. Aangever had in zijn account een virtuele amulet en een virtueel masker.
Artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht heeft als doel het vermogen van de burger te beschermen. Bij de beantwoording van de vraag of virtuele goederen, goederen in de zin van dat artikel zijn, dient dit in het oog te worden gehouden.
Er is een aantal criteria waaraan moet worden voldaan, wil er sprake zijn van een goed in de zin van genoemd artikel.
Allereerst is van belang of een goed voor de bezitter ervan waarde heeft. Deze waarde hoeft niet in geld uitgedrukt te kunnen worden.
In de huidige maatschappij zijn de virtuele goederen uit het online computerspel "RuneScape" van grote betekenis geworden. Voor grote aantallen online gamers hebben deze goederen waarde. Hoe meer virtuele goederen een speler heeft, hoe sterker hij is in het spel. Bovendien worden de virtuele goederen voor geld gekocht en verkocht, bijvoorbeeld via internet of op het schoolplein.
Uit de onderhavige zaak blijkt ook dat het masker en de amulet voor zowel aangever als verdachte en medeverdachte waarde hadden.
Van belang is tevens dat een goed niet stoffelijk behoeft te zijn.
In de jurisprudentie is uitgemaakt dat ook niet-stoffelijke voorwerpen - zoals elektriciteit en giraal geld - als goed in strafrechtelijke zin worden aangemerkt. De virtuele amulet en het virtueel masker als bedoeld in de onderhavige zaak zijn geen stoffelijke goederen, alhoewel ze wel waarneembaar zijn. Gelet op de bedoelde jurisprudentie is dat geen beletsel om ze als goed als bedoeld in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht aan te merken.
Voorts blijkt uit de jurisprudentie dat een belangrijk kenmerk van een goed in strafrechtelijke zin is dat de wegnemer bij diefstal de feitelijke macht over het gestolen goed verkrijgt en de bestolene de feitelijke macht door het wegnemen daarover verliest.
Het bezit van het goed moet van de een naar de ander kunnen overgaan. Met strafrechtelijk bezit wordt bedoeld het hebben van feitelijke macht. In de jurisprudentie is uitgemaakt dat het voorgaande niet het geval is bij een pincode, computergegevens en belminuten van een telefoonabonnement.
De in de onderhavige zaak bedoelde virtuele goederen, te weten een virtuele amulet en een virtueel masker, waren in het bezit van aangever. Alleen hij had de feitelijke macht over die goederen. Het bezit van die virtuele goederen kan worden overgedragen, bijvoorbeeld door de goederen van het ene account naar het andere over te hevelen.
In de onderhavige zaak zijn de goederen ook overgegaan, namelijk uit de feitelijke macht van aangever naar die van verdachte en de medeverdachte. Verdachte en de medeverdachte hebben de goederen van het account van aangever overgebracht naar het account van verdachte. Hierdoor is aangever de feitelijke macht over de goederen kwijtgeraakt en hebben verdachte en de medeverdachte de feitelijke macht daarover verkregen.
Nu de virtuele amulet en het virtueel masker als bedoeld in de onderhavige zaak aan de hiervoor genoemde criteria voldoen, is de rechtbank van oordeel dat deze virtuele goederen onder het begrip 'goed' als bedoeld in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht vallen en toebehoorden aan aangever.

 

IEPT20081021, Rb Leeuwarden, Diefstal virtuele goederen