IEPT20081223, Rb Amsterdam, TéVé Holland v Van Dijk & Masmedia

19-02-2009 Print this page
IEPT20081223, Rb Amsterdam, TéVé Holland v Van Dijk & Masmedia

OVEREENKOMSTENRECHT

 

[Via: Remco Klöters - Van Kaam Advocaten]

 

Drie jaar lang inzetbaar houden van oud-kandidaten  TV-programma zonder tegenprestatie is onredelijk te achten
*  Weliswaar heeft Van Dijk door haar deelname aan het programma een etalagemogelijkheid gehad, zoals door TéVé Holland is gesteld, maar het is geenszins redelijk om daar gedurende drie jaar een zekere beschikbaarheid van Van Dijk tegenover te stellen zonder dat daar een beroep op is of wordt gedaan.
*  Op het moment dat TéVé Holland ermee bekend werd dat Van Dijk met een andere producent, Masmedia, een programma zou gaan maken, heeft zij pas actie ondernomen.
*  Niet is gesteld of gebleken dat TéVé Holland thans een programma gereed heeft liggen voor Van Dijk waarin zij ook nog eens een centrale rol krijgt toebedeeld, soortgelijk aan het format van Masmedia.
*  Hierdoor bestaat thans een poule van dertig (3 x 10) kandidaten die hebben deelgenomen aan het programma en een addendum hebben ondertekend. Het is niet waarschijnlijk dat TéVé Holland een opdracht of werk heeft voor al die dertig oud-kandidaten aan het programma, terwijl die kandidaten wel vergaande verplichtingen opgelegd hebben gekregen.
Het drie jaar lang inzetbaar houden van oud-kandidaten zonder tegenprestatie is onredelijk te achten. Gelet op het feit dat TéVé Holland reeds drie programma's van 'Het zesde zintuig' heeft gemaakt en het programma heeft verkocht aan het buitenland, is niet aannemelijk geworden dat zij belang heeft bij de beschikbaarheid van Van Dijk om de door haar gedane investeringen in het programma terug te verdienen.
*  Onder deze omstandigheden is voldoende aannemelijk dat de bodemrechter een beroep op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid zal honoreren en zal oordelen dat de aan Van Dijk opgelegde verplichtingen uit het addendum van 11 december 2006 in dit geval niet langer van toepassing zijn, aangezien zij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn.

 

 

IEPT20081223, Rb Amsterdam, TéVé Holland v Van Dijk & Masmedia