IEPT20090127, Hof Den Haag, SMT v Angiotech

10-02-2009 Print this page
IEPT20090127, Hof Den Haag, SMT v Angiotech

OCTROOIRECHT

 

Terechte inroeping prioriteit 'dezelfde uitvinding'
*  Naar het oordeel van het hof bepaalt artikel 87(1) EOV, kort gezegd, dat een (Europese octrooi)aanvrage en het daarbij ingeroepen prioriteitsdocument "dezelfde uitvinding" dienen te betreffen. Artikel 88(3) en (4) EOV maken duidelijk dat het recht van prioriteit beperkt is tot die elementen van de aanvrage die zijn besloten in het prioriteitsdocument, waarbij niet alleen de conclusies maar de gehele openbaring van de prioriteitsdocument in beschouwing moet worden genomen.


Geen toegevoegde materie
*  de materie van conclusie 12 is niet letterlijk in het prioriteitsdocument vermeld, maar is door de gemiddelde vakman uit de conclusies en de beschrijving daarvan eenvoudig af te leiden.

Niet-nawerkbaarheidsbezwaar taxolstent afgewezen
*  Voor de gemiddelde vakman die in de aanvrage (en het octrooi) de achterliggende gedachte leest dat een antiangiogene factor volgens de CAM-assay, in het bijzonder taxol, bloedvatvorming voorkomt, is het duidelijk dat een stent die een dergelijke anti-angiogene factor, in het bijzonder taxol afgeeft, daardoor ongewenste weefselingroei, zoals restenose, kan voorkomen


Nieuwheid nabije stand van de techniek
*  Naar het oordeel van het hof staat D32 het onderhavige uitvindingsonderwerp dan ook meer nabij dan D30. D32 heeft betrekking op hetzelfde vakgebied, heeft het grootste aantal kenmerken met de uitvinding gemeen, dient hetzelfde doel met reeds één weg ter bereiking daarvan en verschaft experimentele gegevens in vivo.
Bovendien kan uit de resultaten van de voorbeelden in D32 worden afgeleid dat een stent bekleed met rapamycine werkzaam zal zijn (pleitnotities in hoger beroep van SMT, blz. 7, onder 2.7).
*  De onderhavige stent volgens het octrooi is ten opzichte van D32 nieuw, omdat in die aanvrage taxol niet expliciet of impliciet is geopenbaard

 

Inventiviteit onvoorspelbaarheid of gekozen verbinding beoogde werking heeft
*  Kortom, gezien deze literatuur zal de vakman concluderen dat een antineoplastisch werkzame stof, zoals taxol, waarvan reeds een proliferatie remmende werking op gladde spiercellen bekend is en die derhalve in theorie als anti restenosefactor geschikt is, nog geen uitzicht biedt om aangebracht op een stent met een polymere bekleding, in de praktijk restenose te voorkomen.
*  Indien met SMT ervan wordt uitgegaan dat niet alleen de te kiezen verbinding zelf, maar ook nog bijkomende factoren, zoals doses afhankelijkheid, een rol spelen bij de te verwachten werking, doemt het beeld op, met de reeds in de stand der techniek uitgevoerde en vaak elkaar tegensprekende onderzoeken, van een gebied van de techniek dat intensief is afgezocht naar bruikbare antiproliferatieve stoffen om restenose te voorkomen.
*  De keuze van taxol als alternatief voor rapamycine ligt voor de gemiddelde vakman niet voor de hand: in de stand der techniek zijn aanwijzingen ("pointers") te vinden die zowel voor als tegen de keuze van taxol pleiten; derhalve is er geen sprake van een duidelijke richting gevende aanwijzing die de vakman tot de keuze van taxol voert.

 


Nawerkbaarheid polymere drager
dat een systematisch onderzoek dat langdurig kan zijn niet in de weg staat aan de nawerkbaarheid


Gebruik taxol bij vervaardiging stent is toepassing op gebied van de nijverheid
*  Naar het oordeel van het hof heeft het octrooi niet betrekking op het aanbrengen van een taxol stent in het lichaam van de patiënt - hetgeen niet als toepassing op het gebied van de nijverheid kan worden beschouwd -, maar betreft het octrooi het gebruik van taxol bij de vervaardiging van een stent, hetgeen wel als een toepassing op het gebied van de nijverheid valt aan te merken.

PROCESRECHT

 

Geen voldoende belang bij verklaring voor recht inzake nietigheid
*  SMT heeft onvoldoende gesteld om aan te nemen dat zij er voldoende belang bij heeft in dit geding in reconventie een verklaring voor recht betreffende de nietigheid te verkrijgen, nu zij The British Colombia University niet mede in het geding heeft betrokken en evenmin uit haar stellingen kan worden afgeleid welk belang zij heeft bij deze reconventionele vordering jegens Angiotech, nu zij (bovendien) de door haar in reconventie aangevoerde nietigheidsargumenten tevens in conventie in het kader van haar verweer aanvoert.

 

IEPT20090127, Hof Den Haag, SMT v Angiotech