IEPT20090211, Rb Den Haag, Leo Pharma v Sandoz

16-02-2009 Print this page
IEPT20090211, Rb Den Haag, Leo Pharma v Sandoz

OCTROOIRECHT

 

Nieuwheid aangenomen
*  Niet is komen vast te staan dat het nauwkeurig nawerken van voorbeelden 4 en 5 van WO 807 of voorbeeld 20 van EP 826 onvermijdelijk leidt tot het ontstaan van een formulering waarin calcipotriol monohydraat aanwezig is, zodat de tegen EP 154 gerichte nieuwheidsbezwaren worden verworpen

 

Inventiviteit aangenomen
*  objectieve technische probleem dat aan de uitvinding ten grondslag ligt, uitgaande van calcipotriol anhydraat als beschreven in WO 834 (most promising springboard) zich laat definiëren als het zoeken naar een kristallijne vorm van calcipotriol die voor therapeutisch gebruik geschikt is en die stabieler is dan het anhydraat gedurende opslag, dat wil zeggen minder degradeert.
*  Aan Sandoz kan op zich worden toegegeven dat er op de prioriteitsdatum van EP 154, zijnde 15 januari 1993, voor de vakman aanleiding zou bestaan onderzoek uit te voeren naar mogelijke andere kristallijne vormen van calcipotriol dan het anhydraat.
*  Dat betekent echter nog niet dat het voor de vakman op de prioriteitsdatum voor de hand liggend was om het monohydraat van calcipotriol vast te stellen.
*  Anders dan Sandoz heeft aangevoerd verschillen de in de genoemde publicaties beschreven verbindingen voor wat betreft hun structuur wezenlijk van die van calcipotriol, zodat het bestaan van een monohydraat kristallijne vorm van die verbindingen niets zegt over de vraag of calcipotriol ook in monohydraat kristallijne vorm voorkomt.
*  Verder heeft Leo Pharma onweersproken gesteld dat er geen algemene vuistregel bestaat op grond waarvan tevoren kan worden voorspeld of een stof in (meer) kristallijne vorm(en) voorkomt en evenmin wat de eigenschappen daarvan zijn. In het bijzonder kan ook niet op voorhand worden voorspeld of bijvoorbeeld een monohydraat vorm stabieler (in welke zin dan ook) zou zijn dan een anhydraatvorm. Aldus valt niet in te zien dat de gemiddelde vakman op basis van de drie genoemde publicaties zou hebben kunnen voorspellen dat calcipotriol in monohydraat kristallijne vorm zou voorkomen en wat de eigenschappen van die kristallijne vorm dan zouden zijn.

 

Inbreuk aangenomen
*  niet te rechtvaardigen indien onder de beschermingsomvang van een octrooi een stof zou vallen die onvermijdelijk wordt gevormd uit een inmiddels vrije stof tijdens de bereiding in overeenstemming met de stand van de techniek van een formulering waarin die vrije stof een bestanddeel vormt. 
*  dat niet voldoende aannemelijk is geworden dat de door Sandoz gehanteerde werkwijze voor de bereiding van zalf in overeenstemming is met de stand van de techniek. Daarenboven is naar het oordeel van de rechtbank de vorming van calcipotriol monohydraat geen onvermijdelijk resultaat van de bereiding van een calcipotriolhoudende zalf uitgaande van calcipotriol anhydraat. Het beroep van Sandoz op een rechtvaardigingsgrond voor de aanwezigheid van calcipotriol monohydraat in haar zalf gaat daarom niet op.

 

Enkele registratie geneesmiddel geen inbreuk
*  Volgens vaste rechtspraak is het enkel indienen of voorhanden hebben van een geneesmiddelenregistratie tijdens de looptijd van een octrooi geen directe of indirecte octrooiinbreuk.

 

IEPT20090211, Rb Den Haag, Leo Pharma v Sandoz