IEPT20090211, Rb Den Haag, Novartis v J&J

16-02-2009 Print this page
IEPT20090211, Rb Den Haag, Novartis v J&J

OCTROOIRECHT

 

Onduidelijke formulering conclusie geen nietigheidsgrond
*  De formulering van een conclusie in termen van het gewenste resultaat is in beginsel strijdig met de eisen die artikel 84 van het Europees Octrooiverdrag stelt aan octrooiconclusies, maar schending van die bepaling is geen grond voor vernietiging van een Europees octrooi.

 

Nawerkbaarheidsbezwaar afgewezen
*  De rechtbank verwerpt het betoog van J&J dat de beschrijving van de uitvinding in het octrooischrift zodanig onduidelijk is dat deze niet door een deskundige kan worden toegepast en dat conclusie 1 van EP 258 daarom op grond van artikel 75 lid 1 sub b ROW 1995 en artikel 138 lid 1 sub b EOV in aanmerking komt voor vernietiging.
*  Herstel van fout in formule vergt geen rechtens relevante onredelijke inspanning van de gemiddelde vakman.
*  Geen "trial and error" octrooi vergt geen onredelijke inspanning (undue burden) van de vakman
Als de gemiddelde vakman de gebruikelijke klinische test uitvoert op lenzen die aan de grenswaardes voldoen, zal de vakman dus in veel gevallen een lens vinden met de in het octrooi geclaimde eigenschappen.

 

Prioriteit
*  In dit verband stelt de rechtbank voorop dat voor een geslaagd beroep op partiële voorrang op grond van artikel 88 lid 3 EOV volstaat dat het prioriteitsdocument "elementen van" het octrooi openbaart. Daarvan is in het onderhavige geval sprake aangezien de prioriteitsdocumenten uitvoeringsvormen van de in EP 258 geclaimde groep lenzen openbaren.
*  Het betoog van J&J dat de prioriteitsdocumenten niet een element van dezelfde uitvinding openbaren omdat in die documenten de parameter voor ionenpermeabiliteit geheel ontbreekt en de grenswaarde voor zuurstoftransmissibiliteit niet wordt vermeld, wordt verworpen. Niet in geschil is namelijk dat nawerking van de prioriteitsdocumenten onvermijdelijk resulteert in lenzen die voldoen aan alle kenmerken van conclusie 1 van EP 258, waaronder de vereiste ionenpermeabiliteit en zuurstoftransmissibiliteit. Die kenmerken zijn voor de gemiddelde vakman dus direct en ondubbelzinnig af te leiden uit de prioriteitsdocumenten. Dat is voldoende om aan te nemen dat de prioriteitsdocumenten (een element van) dezelfde uitvinding openbaren

 

Nieuwheidsbezwaren wegens impliciete openbaarmaking afgewezen
*  de rechtbank stelt voorop dat gesteld noch gebleken is dat de betreffende documenten expliciet alle kenmerken van conclusie 1 van EP 258 openbaren. Van een impliciete openbaring zou sprake kunnen zijn indien nawerking van de in de documenten geopenbaarde leer onvermijdelijk zou leiden tot contactlenzen die voldoen aan alle kenmerken van conclusie 1 van EP 258. Zoals hierna per document zal worden geoordeeld, is dat niet het geval.

 

Inventiviteitsbezwaren afgewezen
*  Meest nabije stand van de techniek (Chang) bevat geen enkele "pointer" in de richting van het zoeken naar een oplossing in een balans tussen zuurstoftransmissibiliteit en ionenpermeabiliteit.
*  Lag niet voor de hand dat de gemiddelde vakman, uitgaande van Chang, bij Sokolyuk te rade zou gaan voor verdere optimalisering van de siliconenhydrogellens waarop Chang betrekking heeft, omdat Sokolyuk betrekking op hydrogellenzen, die ten opzichte van siliconenhydrogellenzen werden beschouw als een "vorige generatie" en afwijkende eigenschappen hebben. Niet valt in te zien waarom het voor de vakman voor de hand zou liggen om Sokolyuk te raadplegen in het kader van de verdere verbetering van siliconenhydrogels.

 

Inbreuk aangenomen

PROCESRECHT

 

Verbod uitvoerbaar bij voorraad
*  Naar het oordeel van de rechtbank weegt het belang van Novartis bij directe uitvoering van de veroordeling zwaarder dan het belang van J&J bij behoud van de bestaande situatie totdat in hoger beroep is beslist. Het belang van Novartis volgt uit het voortdurende karakter van de inbreuk op haar verbodsrechten. J&J heeft onvoldoende gemotiveerd waarom dat belang in dit geval zou moeten wijken voor haar wens om de inbreuk voort te zetten.
*  Het enkele feit dat er een beperkt aantal marktpartijen is en dat er geen reden zou zijn om aan te nemen dat J&J uiteindelijk geen verhaal zou bieden, is, wat daar verder ook van zij, niet voldoende

 

IEPT20090211, Rb Den Haag, Novartis v J&J