IEPT20090218, Rb Den Haag, GCT v Exim

21-02-2009 Print this page
IEPT20090218, Rb Den Haag, GCT v Exim

OCTROOIRECHT - DISTRIBUTIEOVEREENKOMST

 

Grondslag vorderingen (inbreuk octrooirecht of dis-tributieovereenkomst) en toepasselijk recht nog onduidelijk
*  Kort gezegd gaat het dan om de vraag of de overeengekomen royalties moeten worden betaald over de volledige afzet van Europees geproduceerde Heart Hugger harnassen of dat de royalties enkel verschuldigd zijn over de afzet in landen waar EP 351 geldig was
Hoewel GCT niet kiest voor een contractuele grondslag voor haar vordering, voert zij wel een debat over de uitleg van de aanvullende licentieovereenkomst. Kort gezegd gaat het dan om de vraag of de overeengekomen royalties moeten worden betaald over de volledige afzet van Europees geproduceerde Heart Hugger harnassen of dat de royalties enkel verschuldigd zijn over de afzet in landen waar EP 351 geldig was.
Naar de kern genomen is dit het geschil wat partijen verdeeld houdt. Uit de thans beschikbare rapportages van de accountants volgt dat indien de uitleg van GCT juist is Exim Holland nog een bedrag aan royalties verschuldigd is. Exim stelt dat zij juist teveel heeft betaald omdat zij gedeeltelijk ook royalties heeft afgedragen in landen waar EP 351 nooit gelding heeft gehad.


PROCESRECHT

 

Toegang tot administratie onder bewijsbeslag
*  Door middel van accountantsrapportage


Niet-ontvankelijkheid jegens (indirect) bestuurder
*  Een (indirect) bestuurder van een vennootschap is niet zonder meer aansprakelijk voor vorderingen uit hoofde van wanprestatie of onrechtmatige daad van de vennootschap. Nu GCT geen enkele bijzondere omstandigheid noemt op grond waarvan schulden van Exim Holland aan [B] zijn toe te rekenen dienen de vordering jegens [B] te worden afgewezen, hetgeen bij eindvonnis zal geschieden.

 

IEPT20090218, Rb Den Haag, GCT v Exim