IEPT20090305, HvJEG, Apis v Lakorda

09-03-2009 Print this page
IEPT20090305, HvJEG, Apis v Lakorda

DATABANKENRECHT

 

Permanente c.q. tijdelijke overbrenging
*  permanente overbrenging dient van tijdelijke overbrenging te worden onderscheiden aan de hand van de duur van de opslag op een andere drager van de gegevens uit de oorspronkelijke databank. Er is permanente overbrenging bij duurzame opslag van deze gegevens op een andere dan de oorspronkelijke drager en tijdelijke overbrenging bij opslag van deze gegevens voor bepaalde tijd op een andere drager, bijvoorbeeld in het werkgeheugen van een computer.

Opvraging
*  Tijdstip van opvraging is het tijdstip waarop de opgevraagde gegevens op een andere drager dan die van de oorspronkelijke databank worden vastgelegd, ongeacht of deze vastlegging permanent of tijdelijk is.
*  Doel van de overbrenging irrelevant voor de beoordeling of er sprake is van opvraging.
*  De aard van de voor het beheer van twee elektronische databanken gebruikte computerprogramma's is geen element ter beoordeling of er sprake is van opvraging in de zin van artikel 7 van richtlijn 96/9

 

Bewijs van c.q. aanwijzing voor opvraging
*  omstandigheid dat materiële en technische kenmerken in de inhoud van een databank ook zijn terug te vinden in de inhoud van een andere databank, kan worden opgevat als een aanwijzing dat er sprake is van overbrenging tussen deze twee databanken en dus van opvraging
*  aanwezigheid van gegevens die de fabrikant van een databank uit niet algemeen toegankelijke bronnen heeft verkregen, in een databank van een andere fabrikant, is op zich geen afdoende bewijs van overbrenging van gegevens van de drager van de eerste databank op die van de tweede, daar de fabrikant van deze laatste deze gegevens ook rechtstreeks bij dezelfde bronnen als de eerste kan hebben verkregen.

 

Opvragen of hergebruik van een kwantitatief substantieel deel bij databank bestaande uit subgroepen
*  Indien subgroep kwalificeert als beschermde databank dan vergelijking met enkel die subgroep; anders vergelijking met het geheel
Artikel 7 van richtlijn 96/9 moet aldus worden uitgelegd dat bij een omvattend geheel van elementen met afzonderlijke subgroepen de omvang van de beweerdelijk uit een van deze subgroepen opgevraagde en/of hergebruikte elementen, ter beoordeling of een in kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van een databank is opgevraagd en/of hergebruikt in de zin van dit artikel, moet worden vergeleken met de omvang van de totale inhoud van deze subgroep indien deze laatste als zodanig een databank vormt die voldoet aan de voorwaarden voor bescherming door het recht sui generis. In het omgekeerde geval, en voor zover dit geheel een dergelijke beschermde databank vormt, moet de omvang van de beweerdelijk opgevraagde en/of hergebruikte elementen van de verschillende subgroepen van dit geheel worden vergeleken met de omvang van de totale inhoud van dit laatste.

 

Kwantitatief substantieel deel bij elementen die uit niet algemeen toegankelijke bronnen zijn verkregen
*  Dat elementen die beweerdelijk uit een door het recht sui generis beschermde databank zijn opgevraagd en/of hergebruikt, door de fabrikant ervan uit niet algemeen toegankelijke bronnen zijn verkregen, kan naargelang van de omvang van de menselijke, technische en/of financiële middelen die deze fabrikant heeft ingezet om de betrokken elementen bij deze bronnen te verzamelen, een rol spelen bij de kwalificatie ervan als in kwalitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van de betrokken databank in de zin van artikel 7 van richtlijn 96/9.

 

Onderzoeksplicht bij gedeeltelijk uit algemeen toegankelijke officiële elementen bestaande databank
*  Dat de inhoud van een databank gedeeltelijk uit algemeen toegankelijke officiële elementen bestaat, ontslaat de nationale rechter er niet van om, ter beoordeling of een substantieel deel van de inhoud van deze databank is opgevraagd en/of hergebruikt, na te gaan of de elementen die beweerdelijk uit deze databank zijn opgevraagd en/of hergebruikt, in kwantitatief opzicht een substantieel deel van de totale inhoud ervan vormen of, in voorkomend geval, of zij in kwalitatief opzicht een dergelijk substantieel deel vormen doordat menselijk, technisch of financieel aanzienlijk is geïnvesteerd in de verkrijging, de controle of de presentatie ervan.

 

IEPT20090305, HvJEG, Apis v Lakorda