IEPT20090423, HvJEG, Copad v Dior

28-04-2009 Print this page
IEPT20090423, HvJEG, Copad v Dior


MERKENRECHT

 

Lijst artikel 8(2) Merkenrichtlijn inzake kunnen inroepen merkrecht tegen  licentienemer is uitputtend
*  uit de formulering zelf van artikel 8, lid 2, van de richtlijn dat die lijst exhaustief is.

 

Verbod van verkoop om prestigereden door licentienemer aan discounters mogelijk
*  de aan een merk verbonden rechten kunnen door de merkhouder worden ingeroepen tegen een licentiehouder die handelt in strijd met een bepaling van de licentieovereenkomst die om prestigeredenen de verkoop aan discounters verbiedt van waren als die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn, voor zover vaststaat dat, gelet op de concrete omstandigheden van het hoofdgeding, door deze niet-naleving de allure en het prestigieuze imago die deze waren een luxueuze uitstraling geven, worden aangetast
*  Niet kan worden uitgesloten dat verkoop van prestigieuze waren aan niet-geautoriseerde derde afbreuk doet aan kwaliteit van de waren zelf, zodat in een dergelijk hypothese een contractuele bepaling die een dergelijke verkoop verbiedt, moet worden geacht onder artikel 8, lid 2, van de richtlijn te vallen gewoonlijk verkopen alsmede de in hun bedrijfssector gebruikelijke verkoopwijzen.
*  Verbod om prestigeredenen van verkoop aan discounters kan alleen vallen onder kwaliteitsexeceptie

 

Geen uitputting bij van verkoop door licentienemer in strijd met licentie op een van de in artikel 8(2) Merkenrichtlijn genoemde gronden
*  artikel 7, lid 1, van de richtlijn moet aldus worden uitgelegd dat er geen sprake is van toestemming van de merkhouder wanneer de licentiehouder van het merk voorziene waren in de handel brengt en daarbij in strijd handelt met een bepaling van de licentieovereenkomst, indien vaststaat dat deze bepaling overeenkomt met een van de in artikel 8, lid 2, van deze richtlijn bedoelde bepalingen.

 

Uitputting en wederverkoop die afbreuk doet aan reputatie
*  dat, wanneer desalniettemin moet wordt geacht sprake te zijn van toestemming van de merkhouder wanneer de licentiehouder prestigieuze waren in de handel brengt en daarbij in strijd handelt met een bepaling van de licentieovereenkomst, de merkhouder enkel een dergelijke bepaling kan aanvoeren om zich te verzetten tegen een wederverkoop van deze waren op grond van artikel 7, lid 2, van de richtlijn indien gelet op de omstandigheden van het concrete geval vaststaat dat een dergelijke wederverkoop afbreuk doet aan de reputatie van het merk.

 

IEPT20090423, HvJEG, Copad v Dior