IEPT20090513, Rb Dordrecht, Faber v Ningbo cs

24-05-2009 Print this page
IEPT20090513, Rb Dordrecht, Faber v Ningbo cs

AUTEURSRECHT

 

Narvik Nova auteursrechtelijk beschermd
*  dat de Narvik Nova wel een eigen oorspronkelijk karakter heeft. De rechtbank is van oordeel dat de Narvik Nova tevens het persoonlijk stempel van de maker draagt. Niet kan worden gezegd dat, gezien de Radiante en Varia G, iedere creatieve keuze ontbreekt.


Vormgeving niet noodzakelijk voor technisch effect
*  Het werkbegrip van de Auteurswet vindt weliswaar zijn begrenzing waar het eigen, oorspronkelijk karakter enkel datgene betreft wat noodzakelijk is voor het verkrijgen van een technisch effect, maar Hark heeft ten aanzien van de hiervoor in r.o. 5. 24 genoemde elementen tegenover de gemotiveerde betwisting van Faber onvoldoende gesteld om vast te kunnen stellen dat deze grens bij de Narvik Nova is bereikt

 

Inbreuk ontlening
*  De gelijkenis tussen de Narvik Nova en de DBL2000-A3 en A4 is zo groot, en zoveel groter dan tussen de Narvik Nova en de Radiante of Varia G, dat eerstgenoemde gelijkenis het vermoeden van ontlening zonder meer rechtvaardigt.

 

GRENSOVERSCHRIJDENDE BEVOEGDHEID

 

Grensoverschrijdende bevoegdheid Nederlandse gedaagden
*  Manhattan en Flame Store zijn verschenen en hebben de rechtsmacht van de Nederlandse rechter niet betwist. Nu het geschil een rechtsbetrekking betreft die ter vrije bepaling van partijen staat, moet alleen al daarom worden aangenomen dat de Nederlandse rechter de bevoegdheid toekomt om van het hele geschil kennis te nemen.

 

Geen grensoverschrijdende bevoegdheid Duitse gedaagde
*  Het enkele feit dat Hark zich via haar website en folders mede op Nederland richt is onvoldoende om Nederland ook als Handlungsort te beschouwen. Daarom is de Nederlandse rechter alleen bevoegd om kennis te nemen van het geschil betreffende beweerde inbreuk die in Nederland is gepleegd en beweerd onrechtmatig handelen in Nederland.

 

Geen grensoverschrijdende bevoegdheid Chinese gedaagde
*  Uit de wetsgeschiedenis van artikel 6 en 7 Rv (Parl. Gesch. Burg. Procesrecht, Van Mierlo/Bart, p. 107 en 108) blijkt dat de wetgever heeft beoogd om daarmee een rechtsmachtregeling in te voeren die zoveel mogelijk identiek is aan artikel 5 sub 3 EEX-Vo en 6 sub 1 EEX-Vo, zoals die zijn of worden uitgelegd door het HvJEG.
De rechtbank zal daarom de restrictieve uitleg van het HvJEG van artikel 6 sub 1 EEX-Vo (Roche/Primus arrest) en 5 sub 3 EEX-Vo (Shevill arrest) in aanmerking nemen bij de uitleg van artikel 6 en 7 Rv. […]
*  Faber stelt echter te weinig om vast te kunnen stellen dat Nederland tevens als Handlungsort (in de zin van het Shevill-arrest) heeft te gelden.

 

IEPT20090513, Rb Dordrecht, Faber v Ningbo cs