IEPT20090707, Hof Den Haag, Ottomania v Otto en BBIE
MERKENRECHT
Geen verwarringsgevaar
• geen sprake van zodanige auditieve en visuele overeenstemming dat sprake is van reëel verwarringsgevaar, terwijl door, voor een deel van het publiek herkenbare, begripsmatige betekenis van OTTOMANIA bovendien een eventueel beperkte mate van auditieve en/of visuele overeenstemming wordt gecompenseerd
Soortgelijkheid en normaal gebruik: oppositie
• Nu Otto, gelet op de datum van haar depot, nog geen gebruiksbewijzen als bedoeld in artikel 2.16, lid 3, sub a BVIE behoefde over te leggen, is in dit verband niet relevant of zij haar merk ook voor al de waren, waarvoor het is gedeponeerd, normaal heeft gebruikt.