IEPT20090806, Rb Amsterdam, Ushio v Philips

21-08-2009 Print this page
IEPT20090806, Rb Amsterdam, Ushio v Philips

RECLAMERECHT

 

Vergelijkende reclame
• Nu sprake is van een specialistische markt met een beperkt aantal spelers, van welke markt Ushio een aanzienlijk aandeel vertegenwoordigt, is voldoende aannemelijk dat het relevante publiek de 'standaardlampen' waarmee Philips haar lampen in haar claims vergelijkt, zal herleiden tot de lampen van Ushio.


Claim “up to 30% more light” misleidend
• Weliswaar kan vanwege de nuancering 'up to' worden aangenomen dat Philips niet hoeft aan te tonen dat in alle gevallen sprake is van 30% meer licht, maar wel dat dit percentage op zijn minst (eenmalig) moet voorkomen in de tests en dat daarnaast een percentage tussen de 20 en de 30 met een zekere regelmaat geconstateerd wordt.
• aan interne tests komt in het kader van het onderhavige geschil geen betekenis toe, nu de testresultaten op één na dateren van jaren her, de tests intern (door LTI en Philips zelf) zijn uitgevoerd (en dus niet zijn gebaseerd op onafhankelijk onderzoek) en bovendien geen vergelijking bevatten met de huidige Ushio lampen
• Als ervan zou worden uitgegaan dat de onderzoeksresultaten van VSL juist zijn, wat ondanks de kritische kanttekeningen van Ushio op voorhand niet helemaal kan worden uitgesloten, dan nog rechtvaardigen deze niet de claim van Philips. Immers het maximale percentage extra licht dat de Philips Helios lamp produceert ten opzichte van de (Ushio) standaard lamp bedraagt volgens de omstreden lest van VSL 22. Weliswaar is een afwijkingspercentage mogelijk van 5%, maar dat kan net zo goed een negatieve afwijking inhouden als een afwijking naar boven. Het percentage van 30 wordt dus, ook volgens dit onderzoek, in geen enkel geval gehaald. Philips heeft de juistheid van de door haar gedane mededelingen dus niet kunnen aantonen.

 

 

IEPT20090806, Rb Amsterdam, Ushio v Philips