OCTROOIRECHT
Nietigheid – Openbaar voorgebruik
• Op grond van het vorenstaande neemt het hof -behoudens tegenbewijs voorshands aan dat er met betrekking tot de substraat plantpot met gegroefde bodem in de periode juni-oktober 1984 geen geheimhoudingsplicht was bedongen en dat [vG] en De Ruijter ervan op de hoogte waren althans moesten beseffen dat er een gerede kans was dat het octrooi/de octrooien wegens openbaar voorgebruik aan nietigverklaring/vernietiging bloot stond(en).
• Op grond van het vorenstaande neemt het hof - behoudens tegenbewijs voorshands aan dat er met betrekking tot de substraat plantpot met gegroefde bodem in de periode juni-oktober 1984 geen geheimhoudingsplicht was bedongen en dat Rockwool/Grodan ervan op de hoogte waren althans moesten beseffen dat het octrooi/de octrooien wegens openbaar voor gebruik aan nietigverklaring/vernietiging bloot stond(en).
Aansprakelijkheid voor handhaving
• Of van aansprakelijkheid van de octrooihouder(s) sprake is, hangt af van de omstandigheden van het geval.
• Mochten [vG] en De Ruijter/Rockwool c.s. in hun tegenbewijslevering sub I en/of sub II niet slagen, dan zijn zij (althans een of meer van hen) in beginsel aansprakelijk voor de schade die Isover c.s. hebben geleden als gevolg van de handhaving van de octrooien/het octrooi door middel van de exploten (en brief) als hierboven genoemd na 1 december 1987.
IEPT20091124, Hof Den Haag, Rockwool v Isover
