IEPT20091127, HR, Worldonline

27-11-2009 Print this page
IEPT20091127, HR, Worldonline

RECLAMERECHT

 


Onjuiste indruk gewekt door betrokkene dat geen aandelen waren verkocht voorafgaand aan beursgang
• bestond in ieder geval bij een groot deel van de pers de onjuiste indruk dat [betrokkene 1] geen aandelen World Online had verkocht. Die indruk is mede in de hand gewerkt door [betrokkene 1] om-dat zij in geen van de gevallen waarin zij daartoe in de gelegenheid was, openheid heeft betracht over de verkoop van de Kalexer-aandelen.
• Deze verklaringen moeten in het maatschappelijk verkeer aan World Online worden toegerekend, zodat de beleggers mochten afgaan op hetgeen [be-trokkene 1] heeft gezegd of juist niet heeft gezegd.

 

Bij uitzondering correctieplicht uitgevende instelling in aanvulling op prospectus

• regel lijdt evenwel uitzondering indien het onjuiste beeld, dan wel de verwarring of onduidelijkheid, een voor potentiële beleggers relevante kwestie betreft en in het leven is geroepen door mededelingen van of namens de uitgevende instelling zelf of die aan haar kunnen worden toegerekend. In een dergelijk geval rust op de uitgevende instelling een uit het ongeschreven recht voortvloeiende verplichting om door het doen van een publieke mededeling in aanvulling op het prospectus, zoals bijvoorbeeld een persbericht, opheldering te geven over de desbetreffende aangelegenheid.
 
Overdracht aandelen voldoende duidelijk gemaakt in prospectus
• Het oordeel van het hof komt hierop neer dat het prospectus  gelet op de in de bewuste passage gebruikte bewoordingen en op de verdere gegevens die in het prospectus over het aandelenbezit van (onder andere) [betrokkene 1] zijn vermeld  voor de hiervoor in 4.10.3 bedoelde 'maatmanbelegger' voldoende duidelijk heeft gemaakt dat [betrokkene 1] de Kalexeraandelen ruim voor de beursgang van de hand had gedaan, zodat op dit punt geen sprake is van onjuiste of onvolledige mededelingen in het prospectus.


Niet vermelden overdrachtsprijs aandelen niet misleidend
• In dit geval echter is de prijs die [betrokkene 1] verkreeg overeengekomen onder andere omstandigheden, en op een eerder tijdstip dan de totstandkoming van de introductieprijs, terwijl de uiteindelijk door [betrokkene 1] te verkrijgen opbrengst van de Kalexeraandelen afhankelijk is van een aantal modaliteiten, waardoor een eenvoudige vergelijking van de prijs van $ 6,04 en € 43, mank gaat. Dat alles leidt tot de conclusie dat niet kan worden gezegd dat door het niet vermelden van de prijs van de Kalexeraandelen in het prospectus aan de beleggers belangrijke informatie is onthouden.

 

Aansprakelijkheid misleidende mededelingen in prospectus conform regels voor misleidende reclame
• Een eventuele aansprakelijkheid van een uitgevende instelling voor misleidende mededelingen in het prospectus dient  wat betreft de periode waarin de beursintroductie van World Online plaatsvond  beoordeeld te worden aan de hand van de algemene regeling voor misleidende reclame in art. 6:194 (oud) BW. In deze bepaling is richtlijn 84/450/EEG betreffende misleidende reclame geïmplementeerd, zodat deze richtlijn, ook indien deze als zodanig niet van toepassing is op prospectusaansprakelijkheid, naar Nederlands recht via (richtlijnconforme uitleg van) art. 6:194 de prospectusaansprakelijkheid mede bepaalt.
• Bij de beantwoording van de vraag of een prospectus misleidend is in de zin van art. 6:194 BW, moet worden uitgegaan van de vermoedelijke verwachting van een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone belegger tot wie de mededeling zich richt of die zij bereikt
• Van misleiding zal met name sprake kunnen zijn indien de mededeling onjuist of onvolledig is (vgl. art. 6:195 BW). De feitelijke vaststelling dat sprake is van een onjuiste of onvolledige mededeling brengt echter nog niet mee dat deze ook misleidend is. Daartoe is nodig dat de mededeling de beleggers (in de woorden van art. 2 lid 2 van richtlijn 84/450/EEG) "misleidt of kan misleiden en door haar misleidende karakter hun economische gedrag kan beïnvloeden".
• Voor de kwalificatie van de mededeling als misleidend, en derhalve als onrechtmatig, is niet vereist dat de belegger daadwerkelijk heeft kennisgenomen van of daadwerkelijk is beïnvloed door de mededeling, maar slechts dat de onjuistheid of onvolledigheid van de mededeling van voldoende materieel belang is om de 'maatmanbelegger' te kunnen misleiden.

 

Bewijslast: conditio sine qua non-verband als uitgangspunt
• Met het oog op die effectieve rechtsbescherming en gelet op de met de prospectusvoorschriften beoogde bescherming van (potentiële) beleggers tegen misleidende mededelingen in het prospectus, zal tot uitgangspunt mogen dienen dat condicio sine qua non-verband tussen de misleiding en de beleggingsbeslissing aanwezig is.

 

Collectieve actie mogelijk bij beoordeling of het gedrag van World Online en de Banken bij de beursintroductie onrechtmatig is geweest
• Hoewel het antwoord op de vraag of en in hoeverre iedere belegger afzonderlijk daadwerkelijk door de gestelde onrechtmatige daad is misleid, mede afhankelijk is van de omstandigheden waarin die belegger ten tijde van zijn beleggingsbeslissing verkeerde, leent een vordering als de onderhavige zich bij uitstek voor bundeling van aanspraken van individuele beleggers in de vorm van een collectieve actie. Bij deze collectieve actie staat immers uitsluitend ter beoordeling of het gedrag van World Online en de Banken bij de beursintroductie onrechtmatig is geweest. Bij de beantwoording van die vraag kan geabstraheerd worden van de bijzondere omstandigheden aan de zijde van de beleggers.

 

IEPT20091127, HR, Worldonline