IEPT20100225, Rb Den Haag, Toet BV v Kaviarist

12-03-2010 Print this page
IEPT20100225, Rb Den Haag, Toet BV v Kaviarist

HANDELSNAAMRECHT

 

Geen misleidende handelsnaam met persoonsnaam
• Uit artikel 3 lid 3 Handelsnaamwet (Hnw) volgt evenwel dat dit toelaatbaar is indien de handelsnaam en de onderneming afkomstig zijn van iemand die de handelsnaam rechtmatig heeft gevoerd. Deze uitzondering doet zich in casus voor.

 

Moreel belang tot toezicht op gebruik persoonsnaam
• Een en ander brengt naar voorlopig oordeel ook mee dat Jacobus Toet een moreel belang heeft toe te kunnen zien op de wijze waarop het gebruik van zijn persoonsnaam als handelsnaam door Toet BV wordt voortgezet.

 

Gebruik persoonsnaam als persoonsnaam geen inbreuk op handelsnaamrecht
• Toet B.V. kan zich niet op grond van artikel 5 Hnw verzetten tegen het feit dat de eigenaar van eenmanszaak de Kaviarist de naam Jacobus Toet draagt en ook gebruik maakt van zijn naam als zijn persoonsnaam. Het is de Kaviarist enkel verboden de aanduiding ‘Jacobus Toet’ als handelsnaam te gebruiken.


PUBLICATIE

 

Onrechtmatigheid interview niet onvoldoende inzichtelijk geworden
• Voorshands ziet de voorzieningenrechter in het door de Kaviarist aangevoerde morele belang, zoals hierboven beschreven onder 4.5, een grond die de op zich ingrijpende bemoeienis met het niveau van vak- en warenkennis bij Toet B.V. rechtvaardigt.

 

IEPT20100225, Rb Den Haag, Toet BV v Kaviarist