OCTROOIRECHT
Geen inbreuk: lezing kenmerken tegen achtergrond van verleningsdossier
• De slotsom is dat de gemiddelde vakman, gelet op de Communication van de Examiner en de eerdere mededelingen van de octrooigemachtigde van Kedge, waaruit blijkt dat de uitvinding van het octrooi zich juist onderscheidt van D2 doordat het bevestigingspunt zich in het midden bevindt, de aan conclusie 1 toegevoegde zinsnede ‘in that the anchoring member is located substantially centrally with regard to the flap’ zo zou begrijpen dat het bevestigingspunt zich in het midden op de flap dient te bevinden. De gemiddelde vakman zou daarom uit deelkenmerken (d) en (e) in samenhang gelezen afleiden dat de flexibele flap zich aan alle zijden – dus rondom – het verankeringsorgaan dient uit te strekken, zodanig dat het verankeringorgaan zich in hoofdzaak in het midden van de flap bevindt.
• De omstandigheid dat na de communicatie van de Examiner d.d. 15 februari 2007 het woord ‘laterally’ weer aan conclusie 1 is toegevoegd maakt dat niet anders. De gemiddelde vakman zou daaruit naar het oordeel van de rechtbank niet begrijpen dat de ‘oude situatie’ is hersteld, te weten dat conclusie 1 niet beperkt is tot uitvoeringen waar het ankeroog aan alle kanten door de flap is omgeven, zoals door Kedge is aangevoerd.
Geen inbreuk bij wege van equivalentie
• Inbreuk in het equivalentiebereik – zoals (meer) subsidiair door Kedge betoogd – kan evenmin worden aangenomen aangezien, anders dan Kedge stelt, met de Horb en de HorbTwin niet met in wezen dezelfde middelen, op in wezen dezelfde wijze in wezen hetzelfde resultaat wordt bereikt als met de inrichting volgens het octrooi.
PROCESRECHT - IPR
Geen grensoverschrijdende verklaring van niet-inbreuk wegens verschillen in nationaal octrooirecht
• Voorts heeft Safeway de rechtbank niet ingelicht omtrent de toepassing van het recht in die landen, in het bijzonder ten aanzien van de leerstukken equivalentie en de mogelijkheid om het verleningsdossier te betrekken bij de uitleg van een octrooi. Het is algemeen bekend dat daarmee in diverse Europese landen – ondanks materiële harmonisatie van octrooiwetgeving – verschillend wordt omgegaan
