IEPT20100310, Rb Utrecht, Dunlop v Badmintonbond & Yonex

17-03-2010 Print this page
IEPT20100310, Rb Utrecht, Dunlop v Badmintonbond & Yonex

SPONSOROVEREENKOMST

 

Geen strijd met kartelverbod
• dat exclusieve afnamecontracten niet worden geacht de strekking te hebben de mededinging te beperken.
• Het is voorts onvoldoende gebleken dat de Sponsorovereenkomst – zoals Dunlop c.s. stelt en de Nederlandse Badminton Bond en Yonex betwisten – een (merkbare) beperking van de mededinging tot gevolg heeft.

 

Geen misbruik machtspositie
• onduidelijk of de Nederlandse Badminton Bond een economische machtspositie in de zin van artikel 24 Mw en/of artikel 102 VWEU heeft.


Geen onredelijk en onbillijke overeenkomst
• gevolgen zijn, hoewel het voorstelbaar is dat dit voor de Spelers ongewenst is, ontoereikend om de conclusie te dragen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de Spelers gebonden zijn aan het besluit van de Nederlandse Badminton Bond tot het aangaan van de Sponsorovereenkomst met Yonex en het daarop gebaseerde nieuwe beleid van de Nederlandse Badminton Bond zoals is weergegeven in punt 4.11.
• Het algemene belang van de Nederlandse Badminton Bond zoals weergegeven in punt 4.13. weegt, mede gelet op de gevolgen die de Sponsorovereenkomst en het daarop gebaseerde nieuwe beleid van de Nederlandse Badminton Bond voor de Spelers heeft, zwaarder dan het belang van de Spelers om te allen tijde zelf te kunnen bepalen met welk materiaal zij spelen.

 

Geen onrechtmatig uitlokken wanprestatie
• Op grond van dezelfde overwegingen als hiervoor weergegeven onder punt 4.13. tot en met 4.18. acht de voorzieningenrechter dit handelen niet onrechtmatig.

 

IEPT20100310, Rb Utrecht, Dunlop v Badmintonbond & Yonex