IEPT20100318, GEU, Grupo Promer Mon Graphic v BHIM

01-04-2010 Print this page
IEPT20100318, GEU, Grupo Promer Mon Graphic v BHIM

MODELRECHT


Kwade trouw geen grond voor nietigheid gemeenschapsmodel
• Het Gerecht merkt op dat artikel 25, lid 1, van verordening nr. 6/2002 de gronden voor nietigheid van een gemeenschapsmodel opsomt. Deze lijst moet als uitputtend worden beschouwd, aangezien dit artikel bepaalt dat een model enkel op basis van een van de in deze bepaling vastgestelde gronden nietig kan worden verklaard. Geconstateerd moet evenwel worden dat kwade trouw van de houder van het betwiste model daarin niet wordt vermeld.

 

Strijdigheid met ouder model
• artikel 25, lid 1, sub d, van verordening nr. 6/2002 moet aldus worden uitgelegd dat een gemeenschapsmodel strijdig is met een ouder model wanneer dit gemeenschapsmodel, rekening houdend met de vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling ervan, bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt dan die van het ingeroepen oudere model.

 

Voortbrengsel waarin model wordt verwerkt
• rekening moet worden gehouden met de desbetreffende opgave in de aanvraag voor inschrijving van dit model rekening, maar in voorkomend geval ook met het model zelf, voor zover daaruit de aard van het voortbrengsel, de bestemming of de functie ervan naar voor komt.
• Wanneer het model zelf in aanmerking wordt genomen, kan het voortbrengsel mogelijkerwijs binnen de bij de inschrijving opgegeven ruimere categorie voortbrengselen worden afgebakend, en kan bijgevolg daadwerkelijk worden vastgesteld wie de geïnformeerde gebruiker is en welke mate van vrijheid de ontwerper bij de ontwikkeling van het model had.

Voortbrengsel: “rappers” [“flippo’s”] in plaats van reclamemateriaal voor spellen
• de kamer van beroep heeft terecht geoordeeld dat het betrokken voortbrengsel – binnen de ruimere categorie reclamemateriaal voor spellen – tot een specifieke categorie behoorde, namelijk de categorie van de stukken speelgoed die onder de benamingen „pogs”, „rappers” of „tazos” bekendstaan.


Beperkte ontwerpvrijheid
• Sterk beperkte ontwerpvrijheid wegens in voortbrengsel te integreren gemeenschappelijke kenmerken en veiligheidseisen

 

Betwiste model wekt geen van het oudere model verschillende algemene indruk
• Gelet op de in de punten 79 tot en met 81 supra genoemde gelijkenissen moet worden geoordeeld dat de door de kamer van beroep in punt 23 van de bestreden beslissing (zie punt 83 supra) vastgestelde verschillen niet volstaan om te concluderen dat het betwiste model bij de geïnformeerde gebruiker een algemene indruk wekt die verschilt van die van het oudere model.

 

IEPT20100318, GEU, Grupo Promer Mon Graphic v BHIM