IEPT20100325, GEU, Nestle v BHIM

02-04-2010 Print this page
IEPT20100325, GEU, Nestle v BHIM

MERKENRECHT

 

Element (rode mok op bedje van koffiegranen) niet verwaarloosbaar voor opgeroepen totaalindruk
• Niettemin kan het element bestaande uit een rode mok op een bedje van koffiegranen niet worden geacht volledig verwaarloosbaar te zijn voor de door aangevraagd merk nr. 1 opgeroepen totaalindruk. Dit element is weliswaar veel minder dan het woordelement en het beeldelement bestaande in de afbeelding van een arend in staat om de commerciële herkomst van de betrokken waren aan te duiden, maar dit neemt niet weg dat het ongeveer de helft van aangevraagd merk nr. 1 inneemt en dat het niet volledig verwaarloosbaar is voor de door dit teken opgeroepen totaalindruk.

 

Zwakke visuele overeenstemming
• Daar het element bestaande uit de afbeelding van een rode mok op een bedje van koffiegranen niet op exact dezelfde wijze is overgenomen in aangevraagd merk nr. 1 en dit element van aangevraagd merk nr. 1 weinig onderscheidend vermogen heeft, terwijl het woordelement en het beeldelement bestaande uit de afbeelding van een arend een groot onderscheidend vermogen hebben, moet de visuele overeenstemming tussen dit merk en de oudere merken evenwel zwak worden geacht.
• Wat de aangevraagde merken nrs. 2 en 3 betreft, dient eveneens te worden vastgesteld dat, aangezien het element bestaande uit de afbeelding van een rode mok en koffiegranen niet kan worden geacht volledig verwaarloosbaar te zijn voor de door dit teken opgeroepen totaalindruk, en gelet op de overeenstemming van dit element met de oudere merken, deze merken en de oudere merken niet kunnen worden geacht volledig van elkaar te verschillen.

 

Zwakke begripsmatige overeenstemming
• Er dient te worden geoordeeld dat het concept van een arend een sterk onderscheidend vermogen heeft voor de betrokken waren, aangezien er geen enkel verband met die waren bestaat (zie punt 43 supra). Evenwel is het mogelijk dat een consument die onvoldoende Engels kent om de betekenis van het woord „eagle” te begrijpen, de verwijzing naar het concept van een arend in de aangevraagde merken nrs. 2 en 3 niet ziet.

 

Mate van onderscheidend vermogen relevant voor verwarringsgevaar niet voor overeenstemming
• Het is juist dat het onderscheidend vermogen van een element van een samengesteld merk al in de fase van beoordeling van de overeenstemming van de tekens moet worden onderzocht teneinde de eventuele dominerende bestanddelen van het teken vast te stellen, maar de mate van onderscheidend vermogen van het oudere merk is een van de elementen die in aanmerking moeten worden genomen in het kader van de globale beoordeling van het verwarringsgevaar. De eventueel zwakke mate van onderscheidend vermogen van de oudere merken dient dus niet in aanmerking te worden genomen in de fase van beoordeling van de overeenstemming van de tekens.

 

Vanwege overeenstemming is verwarringsgevaar ten onrechte niet onderzocht
• Aangezien er op visueel en begripsmatig vlak sprake was van overeenstemming, ook al was die zwak, had de kamer van beroep moeten overgaan tot de beoordeling van het gevaar voor verwarring van de conflicterende merken.

 

IEPT20100325, GEU, Nestle v BHIM