IEPT20100329, CvB RCC, Artiesten v Heineken

31-03-2010 Print this page
IEPT20100329, CvB RCC, Artiesten v Heineken

RECLAMERECHT

 

[via: Maarten Haak - Hoogenraad & Haak]

 

“Wet” in Nederlandse ReclameCode omvat ook toetsing rechtmatigheid individuele rechtsverhouding
• Dat het begrip "de wet" in de zin van artikel 2 NRC beperkt zou moeten worden uitgelegd, in die zin dat de uiting slechts aan bepaalde wetten of wetsbepalingen,  meer in het bijzonder aan bepalingen die niet individuele rechtsverhoudingen betreffen, zou kunnen worden getoetst, vindt in zijn algemeenheid geen grondslag in de NRC.

 

Enkele inbreuk op recht nog geen strijd met Nederlandse Reclame-Code
• De enkele omstandigheid dat door middel van een reclameuiting inbreuk wordt gemaakt op enig (ander) wettelijk gewaarborgd recht van de klager, doet de uiting zelf nog niet in strijd zijn met de normen waaraan een reclameuiting moet voldoen en brengt nog niet mee dat de Commissie en het College de uiting als zodanig reeds niet in overeenstemming met de wet als in art. 2 NRC bedoeld dienen te achten.
• De omstandigheid dat door middel van de uiting inbreuk wordt gemaakt op een wettelijk recht van de klager als hiervoor bedoeld of dat het bezigen van de uiting jegens de klager onrechtmatig is, zal wel een meer of minder zwaarwegende factor kunnen vormen die wordt betrokken bij de beoordeling of de reclameuiting overigens in strijd is met de in een wet of in de desbetreffende reclamecodes neergelegde normen waaraan een uiting moet voldoen.
• Dat betekent dat de Commissie en het College aan die stellingen onvoldoende gewicht kunnen toekennen indien de juistheid daarvan niet onmiskenbaar is gebleken.

 

Merkrecht
• Merkinbreuk niet onmiskenbaar gebleken

Portretrecht
• Het is niet onmiskenbaar duidelijk in hoeverre Heineken al dan niet expliciet toestemming van de artiesten, die in hun hoedanigheid van publieke figuren zijn afgebeeld, nodig had, alvorens hun afbeeldingen in de gewraakte uiting op te nemen.


Geen onmiskenbaar ongeoorloofd aanhaken
• Niet kan worden geoordeeld dat Heineken onmiskenbaar onrechtmatig of onfatsoenlijk aanhaakt bij de investeringen, prestaties en goodwill van Mojo door in de context van de onderhavige muziekagenda, waarin een groot aantal optredens en evenementen staan vermeld, ook te verwijzen naar door Mojo georganiseerde evenementen.


IEPT20100329, CvB RCC, Artiesten v Heineken