IEPT20100518, Hof Den Haag, BMW v Inter-Tyre

31-05-2010 Print this page
IEPT20100518, Hof Den Haag, BMW v Inter-Tyre

MODELLENRECHT

 

Nietigheid wegens ontbreken eigen karakter onvoldoende onderbouwd
• Voorts stelt Inter-Tyre dat er vele velgen op de markt zijn en dat alle velgen op elkaar lijken. Het hof is voorshands van oordeel dat velgen rond zijn en (meestal) spaken hebben, maar dat uit de vele overgelegde afbeeldingen valt af te leiden en, ten overvloede, op straat kan worden waargenomen - dat binnen dat gegeven veel variatie in vormgeving mogelijk is.

 

Model-depots voldoende duidelijk zonder beschrijving
• Het gaat om duidelijke foto's waaruit het model en de kenmerkende eigenschappen duidelijk blijken.

 

Geen rechtsverwerking wegens tijdsverloop
• Uitsluitend tijdsverloop is onvoldoende om rechtsverwerking aan te nemen. BMW heeft betwist te hebben stilgezeten en langere tijd voor haar optreden van de inbreuken op de hoogte te zijn geweest.


MERKENRECHT

 

Gebruik woordmerk BMW om bestemming waar aan te geven
• Om passende velgen aan te bieden, dient het automerk (evenals het model, type en de bandenmaat van de desbetreffende auto en (soms) het bouwjaar) te worden vermeld.


PROCESRECHT

 

Algemeen verbod met specificatieplicht
• Het hof is van oordeel dat aan dit bezwaar kan worden tegemoetgekomen door Inter-Tyre, naast het door de voorzieningenrechter opgelegde bevel, te bevelen iedere inbreuk op andere modelrechten van BMW te staken en gestaakt te houden enige tijd nadat Inter-Tyre door BMW schriftelijk op een (vermeende) inbreuk is gewezen. Eerst na een bepaalde periode die het hof ex aquo et bono stelt op 14 dagen - is dan sprake van overtreding van het verbod en ook dan - uiteraard - alleen wanneer er ook daadwerkelijk sprake is van inbreuk.

 

Spoedeisend belang bij opgave producenten, fabrikanten, distributeurs en leveranciers
• Het hof is. met BMW van oordeel dat bij het beeindigen en/of voorkomen van verdere inbreuken in beginsel spoedeisend belang bestaat. Het hof acht voorshands aannemelijk dat dit spoedeisend belang ook thans nog aanwezig is bij de onder a vermelde vordering tot opgave van personen in de keten voor/boven Inter Tyre: producenten, fabrikanten, distributeurs en leveranciers

 

Geen spoedeisend belang bij informatie over winst
• Nu in dit kort geding de vraag of winst moet worden afgedragen niet aan de orde is, acht het hof een proceseconomisch belang onvoldoende om spoedeisend belang aan te nemen, althans dient het belang van BMW bij toewijzing van deze vordering in dit kort geding minder zwaar te wegen dan het belang van Inter-Tyre, die immers met allerlei werkzaamheden zou worden belast en vertrouwelijke bedrijfsgegevens zou moeten prijsgeven, terwijl nog niet beslist is of zij zal worden veroordeeld tot winstafdracht. Ook deze vordering zal dan ook worden afgewezen.

 

IEPT20100518, Hof Den Haag, BMW v Inter-Tyre