IEPT20100618, HR, Setel v AVR

05-06-2011 Print this page
IEPT20100618, HR, Setel v AVR

SCHADEBEGROTING - WINST

 

Schadebegroting op bedrag van genoten winst – art. 6:104 BW
• Art. 6:104 BWNA - dat gelijkluidend is aan art. 6:104 BW - geeft niet aan degene jegens wie on-rechtmatig is gehandeld of wanprestatie is gepleegd, een "vordering tot winstafdracht", doch verleent aan de rechter een discretionaire bevoegdheid om, ingeval schadevergoeding is gevorderd, de schade te begroten op het bedrag van de door dit handelen of die wanprestatie genoten winst of op een gedeelte daarvan.
• Vereiste van aannemelijkheid van enige vorm van schade
Art. 6:104 BW vormt blijkens zijn plaatsing, zijn be-woordingen en zijn parlementaire geschiedenis een uitwerking voor een bijzonder geval van de algemene regel van art. 6:97 BW. De bepaling brengt mee dat niet noodzakelijk is dat concreet nadeel door de bena-deelde wordt aangetoond; voldoende is dat de aanwe-zigheid van enige (vorm van) schade aannemelijk is. In een en ander ligt besloten dat de rechter niet tot toepas-sing van art. 6:104 kan overgaan, indien de aangespro-kene aannemelijk maakt dat door de gedragingen waar-voor hij aansprakelijk gesteld wordt, geen schade kan zijn ontstaan.
• Geen punitief karakter; terughoudendheid: in-dien aannemelijk is dat het door de schuldenaar behaalde financiële voordeel de vermoedelijke om-vang van de schade aanmerkelijk te boven gaat, de schade in beginsel wordt begroot op een door de rechter te bepalen gedeelte van de winst.
• Geen andere vereisten voor toewijzing van scha-devergoeding in het algemeen
• Onder 'winst' in de zin van art. 6:104 dient te worden verstaan: ieder financieel voordeel dat de schuldenaar door zijn onrechtmatig handelen of tekortkoming heeft genoten.
• Evenals dat het geval is met de eerdervermelde winstafdracht op de voet van art. 2.21 lid 4 BVIE, gaat het daarbij in elk geval om de kosten en lasten - belastingen daaronder begrepen - die rechtstreeks samenhangen met het door het onrechtmatig hande-len van de schuldenaar behaalde voordeel.
• Of in een concreet geval aanleiding bestaat om voor de bepaling van de winst ook andere - indirecte - kosten in aftrek te brengen, zoals de algemene kos-ten van de onderneming, is ter beoordeling van de rechter die de schade vaststelt, die daarbij alle om-standigheden van het geval in aanmerking kan ne-men, waaronder de mate van verwijtbaarheid. 


IEPT20100618, HR, Setel v AVR