IEPT20100622, GEU, Shenzhen v BHIM

24-06-2010 Print this page
IEPT20100622, GEU, Shenzhen v BHIM

MODELRECHT

 

Openbaarmaking tijdens commerciële beurs en in gespecialiseerde pers
• De ingewijden in de sector van conferentie-eenheden die in de Unie werkzaam zijn, volgen bij een normale gang van zaken de gespecialiseerde beurzen en tijdschriften van deze sector.


Vergelijking algemene indrukken
• De verplichting om de door de betrokken model-len gewekte algemene indrukken te vergelijken, sluit niet uit dat rekening wordt gehouden, als weergaven van eenzelfde ouder model, met elementen die voor het publiek beschikbaar zijn gesteld op verschillen-de manieren, in het bijzonder enerzijds door de publicatie van een inschrijving, en anderzijds door de voorstelling aan het publiek van een voortbreng-sel waarin het ingeschreven middel is verwerkt.
• Het in punt 4 weergegeven model bevat dus weliswaar extra elementen ten opzichte van het in-ternationale model wat de binnenkant van de klep en de door deze klep bedekte bovenkant van de be-huizing van het apparaat betreft, maar het bevat alle aspecten van de verschijningsvorm van het in-ternationale model.

 

Geïnformeerde gebruiker – geen technisch deskundige
• Het bijvoeglijke naamwoord „geïnformeerd” suggereert dat de gebruiker, zonder een ontwerper of een technisch deskundige te zijn, de in de betrokken sector bestaande verschillende modellen kent, een zekere kennis bezit met betrekking tot de elementen die deze modellen over het algemeen bevatten, en door zijn belangstelling voor de betrokken voortbrengselen blijk geeft van een vrij hoog aandachtsniveau bij gebruik ervan.
• Anders dan verzoekster betoogt, betekent dit evenwel niet dat de geïnformeerde gebruiker, afgezien van de ervaring die hij door het gebruik van het betrokken voortbrengsel heeft verzameld, in staat is om een onderscheid te maken tussen de door de technische functie bepaalde aspecten van het voorkomen van het voortbrengsel en de willekeurige aspecten ervan.

 

Mate van vrijheid van ontwerper
• vereisten betreffend de aanwezigheid van bepaalde elementen in de conferentie-eenheid, maar beïnvloeden niet in belangrijke mate de configuratie ervan, en dus de vorm en het algemene voorkomen van de conferentie-eenheid zelf. In het bijzonder blijkt niet dat een scharnierend element noodzakelijk is om een of andere functie van het apparaat te verzekeren.


Algemene tendens
• hooguit relevant voor de esthetische perceptie van het betrokken model en dus eventueel een in-vloed kan hebben op het commerciële succes van het voortbrengsel waarin het model is verwerkt, maar irrelevant in het kader van het onderzoek van het eigen karakter van het betrokken model, dat erin bestaat na te gaan of de door dit model gewekte al-gemene indruk verschilt van de algemene indruk die wordt gewekt door modellen die eerder beschikbaar zijn gesteld, los van esthetische of commerciële overwegingen


Oudere model wekt dezelfde algemene indruk
• Gelet op hetgeen reeds is uiteengezet met betrekking tot de mate van vrijheid van de ontwerper van een conferentie-eenheid, dient te worden geoordeeld dat de door het litigieuze model gewekte algemene indruk wordt bepaald door de volgende elementen:
–        een rechthoekige behuizing van het apparaat, waarvan de bovenkant naar de gebruiker is gericht;
–        een scharnierende rechthoekige luidspreker, die een groot deel van de bovenkant van de behuizing van het apparaat bedekt en waarin een kaartlezer is inge-bouwd;
–        een paneel met verschillende knopjes en scher-men, dat door de scharnierende luidspreker is bedekt wanneer deze is neergeklapt;
–        een scharnierende microfoon met hals, die links is geplaatst.
• Dient te worden geoordeeld dat de gestileerde versiering in het litigieuze model niet kan opwegen tegen de vastgestelde overeenstemmingen, en bijge-volg niet volstaat om het model een eigen karakter te verlenen.

 

IEPT20100622, GEU, Shenzhen v BHIM