IEPT20100804 Rb Den Haag, Willemse France v Bakker

10-08-2010 Print this page
IEPT20100804 Rb Den Haag, Willemse France v Bakker

MERKENRECHT

 

[via: Titia Deurvorst]

 

Geen gebruik Willemse als merk
• Gebruik als handelsnaam – geen gebruik als merk
• ‘After sales services’: Geen gebruik voor diensten die rechtstreeks verband houden met eerder op de markt gebrachte, van de merken voorziene waren
• Geen gebruik als exportmerk

 

Bewijslast normaal gebruik naar Bakker als merkhouder
• Gelet op hetgeen in r.o. 4.21 en 4.22 is overwogen acht de rechtbank het redelijk om Bakker met het bewijs belasten dat, in de periode van vijfjaren voorafgaand aan het instellen van de vordering tot vervallenverklaring op 28 maart 2008, in de Benelux normaal gebruik is gemaakt van de in r.o. 2.3 en 2A genoemde merken.

 

OVEREENKOMST

 

Territoriale beperking niet bewezen
• Het enkele feit dat op 30 januari 1996 de inschrijving voor Frankrijk van de  op basis van het in r.o. 2.4 genoemde merk aangevraagde  internationale merkinschrijving nummer 543052 vrijwillig door Bakker is doorgehaald, is hiervan onvoldoende bewijs. Dit verweer wordt dan ook verworpen.


PROCESRECHT - IPR

 

Bevoegdheid Nederlandse rechter bij onrechtmatige daad
• Volgens vaste rechtspraak kan ook gekozen worden voor de plaats waar de schade is ingetreden
(HvJEG 30 november 1976 NJ 1977. 494; Bier/Mines de Potasse).
• Geen schadebrengend feit in Nederland: Van gebruik door Willemse France van het merk WILLEMSE in de Benelux of enig ander (onrechtmatig) schadebrengend feit in Nederland is aldus niet gebleken.
• Geen bevoegdheid uit hoofde van reconventie
Bakker heeft voorts gesteld dat de rechtbank bevoegd is op grond van artikel 4.6 lid 4 BVIE. Daarin is bepaald dat de rechter voor wie de hoofdvordering aanhangig is kennis neemt van eisen in reconventie, tenzij hij onbevoegd is ten aanzien van het onderwerp van het geschil. Onder dit laatste moet naar het oordeel van de rechtbank worden begrepen het onderhavige geval waarin op grond van EEXVo de Nederlandse rechter geen internationale bevoegdheid heeft.

 

Geen bevoegdheid tot nietigverklaring  Gemeenschapsmerk
• De rechtbank kan van de vordering van Bakker derhalve slechts kennis nemen indien deze is ingesteld als reconventionele vordering in een inbreukprocedure. Aangezien de vorderingen van WiIlemse France in onderhavige procedure in conventie slechts zien op de vervallenverklaring en doorhaling van merkinschrijvingen van Bakker, en Willemse France zich er jegens Bakker niet  met een beroep op artikel 9 GMVo of anderszins  op beroept dat Bakker inbreuk maakt op het Gemeenschapsmerk van Willemse France, is van een zodanige inbreukprocedure geen sprake.


IEPT20100804 Rb Den Haag, Willemse France v Bakker