IEPT20100805, Rb Den Haag, Kedge v Aabo & Safeway

16-08-2010 Print this page
IEPT20100805, Rb Den Haag, Kedge v Aabo & Safeway

OCTROOIRECHT - PROCESRECHT

 

Afgesplitst octrooi EP 871 heeft bredere beschermingsomvang en andere afbakening stand van de techniek dan octrooi EP 991 in eerder vonnis
• Dat betekent echter niet dat het negatieve oordeel van deze rechtbank in het vonnis van 10 maart 2010 over de vraag of met de Horb inbreuk wordt gemaakt op EP 991, zonder meer meebrengt dat de vorderingen in dit kort geding moeten worden afgewezen. De vorderingen zijn immers gebaseerd op een ander octrooi, te weten EP 871

 

Inbreuk aangenomen – uitleg “lateraal”
• Naar voorlopig oordeel moet de Horb van Aabo en Safeway worden aangemerkt als een zekeringsinrichting die voldoet aan alle kenmerken van conclusie 1 van EP 871. 
• Enge uitleg “lateraal” verdraagt zich niet met betekenis conform normaal spraakgebruik, de beschrijving en tekeningen bevatten daarvoor geen aanwijzingen en afhankelijke conclusie 4 anders  geen toegevoegde waarde

 

Andere uitleg in eerder vonnis in combinatie met een ander kenmerk
• Het feit dat de rechtbank in haar vonnis van 10 maart 2010 het begrip “lateraal” in conclusie 1 van EP 991 wel heeft uitgelegd in de door Aabo en Safeway voorgestane beperkte zin, kan niet leiden tot een ander oordeel. De rechtbank heeft dat begrip namelijk nadrukkelijk uitgelegd in combinatie met een kenmerk dat niet voorkomt in EP 871, te weten “in that said anchoring member is located substantially centrally with regard to the flap”.

 

Niet nieuwheidschadelijke openbaarmaking
• Er bestaat, anders dan Aabo en Safeway hebben betoogd, geen serieuze, niet te verwaarlozen kans dat EP 817 nietig zal worden verklaard wegens gebrek aan nieuwheid ten opzichte van de aanvrage van een Duitse Gebrauchsmuster door Zink (DE 201 09 056 U1, hierna: Zink). Kedge heeft namelijk naar voorlopig oordeel terecht aangevoerd dat Zink geen bevestigingsflap openbaart die is “gelijmd, gelast of anderszins gehecht op het beschikbare oppervlak van het object”.
• Bij eerder vonnis was dit punt niet in geschil: is in die procedure namelijk niet aangevoerd dat EP 991 zich ook van Zink onderscheidt doordat bij EP 991 de flap (gedurende het gebruik) is gelijmd, gelast of anderszins gehecht aan het dakoppervlak.


Inventiviteit
• Mede gelet op het feit dat Zink geen aanwijzing bevat dat het net ook kan worden gehecht aan het dakoppervlak, en Aabo en Safeway niet hebben onderbouwd dat de vakman desondanks aan hechten zou denken, kan voorshands niet worden aangenomen dat de vakman uitgaande van Zink zou uitkomen op de in conclusie 1 van EP 871 geclaimde uitvinding.
 

Nawerkbaarheid – niet voldoen aan Europese veiligheidsnorm
• Ook als wordt aangenomen dat die zekeringsinrichtingen niet voldoen aan EN 795, vloeit daar niet uit voort dat de in EP 871 geclaimde uitvinding niet nawerkbaar is beschreven in het octrooischrift. Het voldoen aan EN 795 is namelijk geen kenmerk van de in EP 871 geclaimde uitvinding. De norm wordt niet uitdrukkelijk in de conclusies genoemd. Naar voorlopig oordeel moet de norm ook niet worden ingelezen in de begrippen “safety device” of “firm and durable connection”.

 

IEPT20100805, Rb Den Haag, Kedge v Aabo & Safeway