IEPT20100928, Hof Den Bosch, HSBS v Siladent

20-10-2010 Print this page
IEPT20100928, Hof Den Bosch, HSBS v Siladent

MERKENRECHT

 

Siladent voldoende onderscheidend
• Gaat om totale indruk van het woordmerk. De combinatie "SIL” en "A" en "DENT" die samengevoegd het woordmerk “Siladent" opleveren is als zodanig niet bekend

 

Normaal rechtsinstandhoudend gebruik Siladent
• gebruik van het merk "Siladent" door de distributeur [A] (of Siladent Nederland B.V.) wordt voor de vraag of er sprake is geweest van merkgebruik aan de merkgerechtigde toegerekend (art 2:26 lid 3 sub e BVIE)
• Behalve de productnaam is telkens ook de naam "Siladent" prominent op de verpakkingen (van Siladent Duitsland) aanwezig.

 

Inbreukmakend merkgebruik Siladent
• Het hof komt dus tot de slotsom dat met het voeren van het teken "Siladent" op de verpakkingen van de waren zoals [A] c.s. die gebruikt, inbreuk is gemaakt op het merkrecht op de naam “Siladent", in de zin van art. 2.20 lid 1 sub a, b en d BVIE

 

Inbreukmakend handelsnaamgebruik Siladent Nederland
• Dat met de handelsnamen “Siladent Nederland" en "Siladent Holland" inbreuk wordt gemaakt op het merkrecht van Hinrichs behoeft geen betoog, nu het bestanddeel "Siladent" van die beide handelsnamen identiek is met het woordmerk van Hinrichs.

 

Geen rechtsverwerking door gedogen
• Het is heel goed voorstelbaar dat HSBS geen goede gronden zag om op te treden zolang Siladent Nederland uitsluitend producten die zij van Siladent Duitsland betrok, onder de naam "Siladent" op de markt bracht.

 

HANDELSNAAMRECHT

 

Gebruik handelsnaam in Nederland voor 1990 onvoldoende aannemelijk
• Onvoldoende aannemelijk is geworden dat het bij de verkoop aan Nederlandse afnemers vóór 1990 om substantiële handel en/of meer dan te verwaarlozen naamsbekendheid onder het relevante publiek moet zijn gegaan.

 

Geen inbreuk handelsnaamrechten
• Als gezegd is van enig relevant gebruik in Nederland vóór 2005 door Siladent Duitsland van een handelsnaam waarin het element "Siladent" voor kwam niet gebleken. Dat zo zijnde pleegde Siladent Nederland ook geen inbreuk (op de voet van art, 5 Hnw.) op enig voor Nederland aan Siladent Duitsland toekomend recht op een handelsnaam waarin het element “Siladent" voor kwam, toen Siladent Nederland vanaf 1990 in Nederland namen ging voeren waarin het element "Siladent" voor kwam.

 

PROCESRECHT

 

Niet-ingeschreven merklicentiehouder niet-ontvankelijk
• Daargelaten of, en zo ja in hoeverre, een licentiehouder een zelfstandig verbodsrecht heeft, treft de grief geen doel, alleen al omdat de licentie niet is ingeschreven.

 

Vordering toewijsbaar tegen [A] in persoon
• HSBS stelt dat deze vordering ook tegen [A] toegewezen kan worden nu hij degene is die het beleid bepaalt in Siladent Nederland en Siladent Holland, en als het verbod niet tevens tegen hem wordt uitgevaardigd bestaat de grote kans dat [A] weer een ander bedrijf opricht met een naam waarin ook het element “Siladent" voorkomt.

 

Overdracht inbreukmakende domeinnaam
• De vordering is toewijsbaar […] nu dit gebruik in elk geval valt de kwalificeren als ander gebruik in de zin van art. 2:20 lid 1 sub d BVIE waarvoor geen rechtvaardigingsgrond aan te wijzen valt.

 

NADERE OVEREENKOMST

 

Bewijslast [A] inzake afwijkende afspraken gebruik
• Indien en voor zover vast zou komen te staan dat de versie van de brief van 29 juni 1990 zoals deze door [A] c.s. is overgelegd en de Zusatzvereinbarung echt zijn, dan moeten deze aangemerkt worden als nadere specifieke afspraken welke afwijken van en voorrang hebben op art. 3 lid 4 van de basisovereenkomst.

 

IEPT20100928, Hof Den Bosch, HSBS v Siladent