IEPT20100928, Hof Den Haag, Technip

11-10-2010 Print this page
IEPT20100928, Hof Den Haag, Technip

AUTEURSRECHT - IPR     

 

Overdracht ‘toekomstige auteursrechten’ bij akten uit de jaren ‘80
• Bovendien zijn bij die akten de vermogensrech-ten op het computerprogramma, ook al zouden dat toen nog geen auteursrechten zijn, overgedragen. Later is, in ieder geval in de EU, 'software'-auteursrecht op het computerprogramma komen te rusten nu de bescherming van de Computerrichtlijn ingevolge artikel 9 lid 2 daarvan ook geldt voor pro-gramma's die zijn gemaakt vóór 1 januari 1993.

 

Verweer van niet-ontlening niet voldoende onder-bouwd
• Gelet op dit een en ander is het verweer van [M], dat hij Phenics (niet aan Spyro heeft ontleend maar zelf) heeft ontworpen en dat Phenics een zelfstandig ontwerp is (MvG blz. 39 en 40), onvoldoende onder-bouwd te achten.
Als vaststaand moet derhalve worden aangenomen dat, zoals Technip heeft gesteld, Phenics 8008 aan Spyro is ontleend. Voor het door [M] aangeboden bewijs van zijn stelling dat Phenics 8008 een zelfstandig ontwerp is dat niet aan Spyro is ontleend, is daarom geen plaats.

 

Inbreuk: substantiële ontlening
• Als vaststaand moet dus worden beschouwd dat [M] in de periode van 1980 tot heden, en ook in de periode van 1990 tot heden, een computerpro-gramma heeft verhandeld dat in niet wezenlijke mate afwijkt van Phenics 8008 dat is ontleend aan Spyro.
• dat de stelling dat het voor de beschermingsom-vang verschil uitmaakt of het Spyrokinetisch schema beschermd wordt als 'database', als compi-latie of als zelfstandig auteursrechtelijk werk, hem niet kan baten omdat sprake is van (zeer) substanti-ele ontlening en omdat voldoende is dat auteursrecht op het computerprogramma bestaat.


Nederlandse rechter internationaal bevoegd
• de Nederlandse rechter is 'bevoegd' om die maatregelen voor andere landen dan Nederland op te leggen;
Allereerst beklaagt [M] zich, in onderdeel (2) van grief 7 in Zaak 2, over oordeel a), zulks tevergeefs gelet op HR. 24 november 1989 'Lincoln/lnterlas' (NJ 1992, 404), bevestigd in HR 19 maart 2004 'Phi-lips/Postech' (NJ 2007,585). 

 

Buitenlands auteursrecht op kinetisch schema en/of de programmatuur van Spyro
• Niet zonder meer kan worden aangenomen dat in ieder land van de wereld een auteursrecht op een kinetisch schema of een computerprogramma als het onderhavige bestaat. Onderzocht moet dus wor-den in welke groep van landen de leveringen van Phenics hebben plaatsgevonden, en vervolgens of in die landen een kinetisch schema en/of een compu-terprogramma als het onderhavige auteursrechtelijke bescherming genieten.
• In de EU-landen bestond al sinds eind jaren '70 auteursrecht op Spyro (zie rov. 3.4 in fine), in de VS was dit sinds begin jaren '80 het geval, zo blijkt uit de gedocumenteerde stellingen van Technip op (on-der meer) blz. 4, laatste alinea, van haar akte van 16 juni 2004 (= 2005). In de jaren '80 heeft [M], gelet op het onder 6.1 overwogene, auteursrechtinbreuk gepleegd in de EU en de VS.
• Uitgangspunt is dat de rechter ambtshalve de inhoud van het vreemde recht dient vast te stellen. Voor zover hij zelf niet over de daartoe benodigde bronnen beschikt, kan hij dat doen door de weg van artikel 67 Rv. te volgen, een advies te vragen, een deskundigen-bericht te gelasten, of partijen te in-strueren terzake legal opinions over te leggen.

 

Internationale beschermingsomvang:
• Bescherming tegen (zeer) substantiële ontlening en zeker vrijwel volledige overname vormt de kern van het auteursrecht en moet daarom als een uni-verseel beginsel daarvan worden beschouwd dat in alle landen waar Spyro auteursrechtelijk is be-schermd, gelding heeft.
• Uit het voorgaande volgt dat - omdat op 3 sep-tember 1997 die landen nog geen auteursrechtelijke bescherming van Spyro kenden - het op die datum ge-wezen eindvonnis van de rechtbank in ieder ge-val niet in stand kan blijven voorzover daarbij auteursrechtelijke verboden en geboden zijn gege-ven voor de volgende 26 landen: Algerije, Argentinië, Armenië, Bosnië & Herzegovina, Brazi-lië, China, Egypte, Georgië, Irak, Jordanië, Kazachstan, Kirgizië, Koeweit, Kosovo, Kro-atië, Macedonië, [M]davië, Montenegro, Nigeria, Oman, Qatar, Saudi Arabië, Servië, Syrië, Tadzjikistan, de Verenigde Arabische Emiraten. Deze landen zullen hierna kortweg worden aangeduid als: 'de A-landen'.
De andere 26 van de 52 landen zullen hierna kortweg worden aangeduid als: 'de 'B-landen'.
• De door [M] tot dusverre gepleegde auteursrech-tinbreuken vormen een alleszins voldoende basis voor een grensoverschrijdend verbod.

Sancties beheerst door lex loci delicti
• Op grond van artikel 5 lid 1 juncto 2, tweede volzin, BC worden de rechtsmiddelen (rechtsvorde-ringen en sancties) ter handhaving van een auteursrecht immers beheerst door het recht van het land waarvoor de bescherming wordt ingeroe-pen (lex loci protectionis).
Dit betekent dat, ingeval van inbreuk in meerdere lan-den, per land het nationale recht bepaalt welke sancties voor dat land mogelijk zijn.

 

Verbod
• Naar het oordeel van het hof kan er geredelijk vanuit worden uitgegaan dat naar het recht van alle EU-landen en alle 52 landen een verbod tot staking van een reeds vastgestelde inbreuk kan worden ge-geven. Het betreft hier een internationaal aanvaarde norm die, behalve in artikel 11 van Richtlijn 2004/48/EG (de Handhavingsrichtlijn), ook is vast-gelegd in artikel 44 lid 1 van het TRIPS-Verdrag, waarbij het grootste deel van de 52 landen is aange-sloten.
• Uit het voorgaande vloeit voort dat het eindvon-nis, wat punt a. van het dictum in Zaak 2 daarvan betreft, zal worden vernietigd voorzover het betrek-king heeft op andere landen dan de EU-lidstaten en de 52 landen en voorzover het betrekking heeft op de A-landen. Wat de A-landen betreft is daarbij van belang dat het door de rechtbank daarvoor uitge-sproken verbod niet kan worden opgevat als te zijn gegeven onder de voorwaarde dat in het desbetref-fende land later alsnog auteursrecht op computerprogrammatuur en/of een kinetisch sche-ma zal worden ingevoerd. Voor de A-landen zal in hoger beroep alsnog uitsluitend voor de toekomst een inbreukverbod worden uitgesproken.
• dat het door de rechtbank opgelegde 'betrokkenheidsverbod' geen althans onvoldoende steun vindt in het recht

 

Extra-territoriaal effect nevenvorderingen
• Daarnaast kan, in geval van inbreuken in meer-dere landen, gelet op de rechtsbetrekking tussen rechthebbende en inbreukmaker naar Nederlands recht een uit de aanvullende werking van de rede-lijkheid en billijkheid voortvloeiende aanspraak bestaan op informatie over de identiteit van afne-mers in andere landen waar auteursrechtinbreuk is of kan zijn gepleegd. Daarvoor is tenminste vereist dat ook in Nederland inbreuk is gepleegd of dat in-breuken vanuit Nederland zijn georganiseerd
• Voor de volledigheid onderstreept het hof dat andere sancties, zoals verbod, recall, afgifte, schade-vergoeding, verstrekking van informatie over aantallen en prijzen, enz., niet een dergelijk 'extra-territoriaal effect' kunnen hebben; zij moeten, conform het in rov. 5.8 beschreven uitgangspunt, per land door de desbetreffende lex loci protectionis worden beoordeeld.

 

Noemen afnemers – geheimhoudingsverplichtingen
• In dit geval is sprake van een ernstige en langdu-rige onrechtmatige daad met betrekking tot een waardevol computerprogramma/kinetisch schema. Gezien de (commerciële) waarde van het com-puterprogramma/kinetisch schema heeft Technip er een aanzienlijk belang bij dat zij te weten komt aan wie [M] dat programma/schema heeft geleverd, zo-dat zij in voorkomende gevallen maatregelen kan nemen ter beëindiging van het gebruik daarvan door de afnemers van [M]. Onder deze omstandig-heden is het door [M] gestelde belang, dat hij zijn geheimhoudingsverplichtingen tegenover zijn afne-mers schendt, niet van voldoende gewicht om de vordering van Technip niet toewijsbaar te oordelen.

 

Recall software disproportioneel
• Gezien de aard van het computerprogramma hebben de afnemers er onmiskenbaar belang bij ge-vrijwaard te blijven van handelingen die ertoe strekken om haar daarvan afstand te laten doen, ook wanneer daar betaling tegenover zou staan.


IEPT20100928, Hof Den Haag, Technip